LICHT las ik op het uithangbord met daaronder Service Kim Roksnoer. Boven het bord een neonverlichting met het oude gedateerde logo van Philips. De vergane glorie werd geaccentueerd door de al jarenlange niet gewassen ramen van de winkel. Dit kon niks van doen hebben met de relatief korte verplichte winkelsluiting als gevolg van de pandemie. Een kijkje door de stoffige ruiten leerde me dat hier iets anders aan de hand was. Lampenkappen, spotlights, plafonnieres, gloeilampen in doosjes van weleer en ook de oude kassa toont me een wereld uit lang vervlogen tijd. Een tijd waarin kleine middenstanders nog niet opgeslokt waren door de grote woonboulevards zoals ‘de Leen Bakkers’. Ik wil graag weten waarom deze middenstander de pijp aan Maarten heeft gegeven. De ingang van winkel en woonhuis is aan de zijkant. Een hekwerk met een groot hangslot vormt de barrière van mijn wens tot nader contact. Ik maak enkele foto’s door mijn cameralens tegen het vuile glaswerk te duwen. Het contrast zal wel navenant zijn, de werkelijkheid verloochent zich niet.
Aan de andere zijkant van het tussensteegje is nog een winkeldeur met daarop geplakt een grote poster van een vliegtuigvleugel en de tekst ELBÉ hobbysupply. Het accent aigu op de laatste e lijkt me, niet alleen vanwege de uitspraak, van belang. Zowel het accent aigu als de toevoeging supply geven net iets meer cachet aan zo’n zaak.
Na binnenkomst verbaas ik me over zowel de grootte als de spullen die er allemaal uitgestald staan. Zo’n winkel in een klein Brabants dorp, toen modelbouwen nog een hobby was die door handige pubers werd bedreven, heeft die heden ten dage nog wel bestaansmogelijkheden? In het centrum van de winkel de vriendelijk ogende eigenaar. ‘Dag’, zeg ik, ‘ik ben Peter en liefhebber fotograaf en soms professioneel. Nu ben ik met vakantie en kwam hier per toeval langs.’ “Ik ben Leo en al mijn hele leven lang modelbouwer” is zijn reactie. “Deze winkel heb ik al meer dan 40 jaar”. Ik vraag hem waar ik zijn buurman van de lampen zou kunnen vinden. “Dat is een triest verhaal. Rik wilde eigenlijk helemaal niet meer in zijn winkel werken. Hij verkocht nauwelijks en deed er ook niet al teveel moeite voor. Al jaren liep de zaak niet meer. Hij had kind noch kraai en misschien had hij zijn interesse in zowel de winkel als veel van het leven al lang verloren. Ruim twee jaar geleden vond zijn zuster hem boven in bed. Krachteloos en sterk vermagerd met een ziekelijke kleur. De dokter twijfelde geen moment en Rik ging nog dezelfde dag met de ambulance naar het ziekenhuis. Na twee dagen was hij weer thuis, met iemand van de verpleging. Uitbehandeld, zoals dat genoemd wordt. Dat klopte wel want iets meer dan twee weken later was de crematie. De belastingdienst heeft beslag op het pand en de inboedel gelegd en sindsdien dansen de muizen op tafel. Hij mocht maar 57 worden.”
Leo vertelt dat hij tijdens de lockdown zijn oude modelbouwtafel van zolder heeft gehaald. De verkoop was alleen via internet en had hij alle tijd om zelf te bouwen. De speciaalzaak van Leo is geen onbekende in modelbouw-Nederland. Als hij zijn bouwjaar aan mij noemt -1937- al jarenlang, denk ik. Leo is één met het bouwen van modellen, puber gebleven. Zijn winkel ziet er echt heel goed uit en hij mag daar echt trots op zijn en ik wens hem toe dat dit nog lang zo mag blijven.