beoordelen na bespreken

geen verhaal zonder foto, NYC young love | Peter van Tuijl

We houden wedstrijden omdat wij mensen, naast het bezit van vele andere eigenschappen, in meer of mindere mate ook graag wedijveren met onze medemens en omdat we in het algemeen leergierig zijn. We willen weten waar we staan in de commune en we willen ons verbeteren.

Wedstrijden trekken wereldwijd een groot publiek, of het nu om sport gaat of om het Perfecte Plaatje, we willen meedoen of ernaar kijken en als mogelijk er ook  wat van opsteken.

Sommige “wedstrijden” worden vooral gehouden of gespeeld om er beter van te worden (financieel), je beter te voelen (conditie/kunde) en om er wat van te leren. En vaak ook voor de gezelligheid. Bijna alle amateurwedstrijden, op welk gebied dan ook, bieden de deelnemer een gevoel van “erbij horen” en dat zorgt er weer voor dat je ook beter in je vel zit.

In de fotografie zijn de “wedstrijden” eerder “opdrachten”. Je krijgt een thema en daar moet je wat van maken. Soms is er helemaal geen jury maar wordt er alleen een bespreking gehouden van de ingezonden foto’s. Die bespreking kan je echter ook opvatten als een jurering. Je foto wordt beoordeeld op inhoud, compositie, techniek, originaliteit en verder is de persoonlijk smaak/voorkeur van de bespreker/jury niet onbelangrijk. Als de bespreker het goed doet en de fotograaf open staat voor tips en raadgevingen dan zijn dit soort besprekingen of jureringen de beste momenten om wat te leren.

Toch geldt voor mij dat jureringen zonder bespreking maar met punten ook belangrijk zijn. Je kan in het algemeen de “winnende” foto’s bekijken en vergelijken met je eigen geknutsel. Dat zijn leerzame momenten. Je doet inspiratie op, ziet andere technieken en spannende composities.

Binnen onze Fotoclub Twente krijgen we iedere maand een opdracht, die op 3e zaterdag van de maand besproken wordt. Gemiddeld krijgen we daarvoor 20 tot 30 foto’s binnen en zijn bij de bespreking ook 20 tot 30 leden aanwezig. Door de bespreking ontstaan er ook positieve discussies en komen leden met tips en ideeën. Er worden geen punten gegeven.                                    Maar…, 3 weken later krijgen alle leden de foto’s van de vorige maand in een Power Point gemaild en kunnen ze aan die foto’s punten toekennen. 3, 2 of 1 punt voor de naar hun smaak beste foto’s.

Bijna altijd komen de beste foto’s op deze manier boven drijven en krijgen 10 tot 15 anderen ook punten waardoor ze weten waar ze staan. Dit werkt binnen onze club uitstekend en zorgt voor een gezonde competitie waarin de leden zich proberen te verbeteren. Nu bestaat onze club uit zowel gevorderde fotografen als ook uit mensen die net een camera hebben gekocht en nog veel moeten/willen leren. Door deze manier van “jureren” zien we vaak al op korte termijn verbeteringen bij de nieuwkomers.

Ja, voor mij is een (vorm van) wedstrijd wel degelijk zinvol.

Eric Veth, secretaris Fotoclub Twente.

de boer op gaan

Het begrip de boer op gaan heeft 2 verschillende betekenissen: 1) naar buiten treden om ideeën, standpunten of producten aan de man te brengen. 2) eropuit trekken.

In deze blog, die Ria Westerhuis mij toestuurde, is van beide sprake. Ria trok de stoute schoenen aan, ging eropuit en volgde een jaar lang een boerenfamilie en maakte ze onder andere deze serie ‘de keizersnee’.

Blogs maak je om iets aan de man (of vrouw) te brengen, een idee of iets dat belangrijk is om te melden. Ik vind het fijn als ik van iemand een blog aangereikt krijg en plaats die graag als een externe blog.

de operatietafel | tekst en alle foto’s door Ria Westerhuis
de keizersnee

In 2009 was het jaarthema van mijn fotoclub FODO in Doesburg: “Zoek een bedrijf, waarvan  je een uitgebreid fotoverslag maakt van de werkzaamheden en de personen, die het bedrijf runnen.

de verlossing

Omdat ik geregeld in het gebied wandel en de boerderij opvalt door zijn mooie gevel heb ik aangebeld en gevraagd of ik deze opdracht bij hun gezin en -bedrijf kon verwezenlijken. Gerrit en Hendrien vonden het een leuk idee en zodoende heb ik een jaar alle ins- en outs van een zeer gedreven- en zeer alternatieve boerenfamilie mee mogen maken.

het leven

Zaaien, maaien, binden, melken, hoeven kappen, geboorte van een dochter en een kalf, de opgroeiende kinderen op het bedrijf,  inkuilen,  de hond met 3 poten en veel gesprekken over het zware leven van een jonge boer met niet genoeg geld (van de bank) om een grotere stal met meer koeien te  bouwen. Uiteindelijk is er wel een melkrobot gekomen in dat jaar, waardoor Gerrit ook eens een keer wat langer van huis kon zijn.

de nageboorte

Kortom er is een mooie vriendschap ontstaan en een zeer waardevol en zeer vol fotoboek voor de familie uit voortgekomen, waarvan hierbij een kleine selectie.

de hechtingen

fietsend kijken

“Wat leuk, Peter, die fotoserie + artikel van en over Marxloh. Ik fiets veel door het Ruhrgebied en was gisteren in die plaats. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Je blog en foto’s raken aan wat mij daar opviel. Ik ben geen fotograaf, maar maak wel graag foto’s en schrijf (o.a.) fietsverhalen.” Tot zover de mail die ik kreeg van Henk Algra. Natuurlijk maakte de mail me nieuwsgierig, dus de blogsite van Henk opgesnord en dat was zeker geen teleurstelling.

Laat ik het eens over Marxloh hebben. De plaats is een deelgemeente van de stad Duisburg. Vorige week fietste ik een rondje Westelijk Ruhrgebied en ik raakte geïntrigeerd door de sfeer in dit 'little Istanbul'. (citaat van Henk, blog 17 april 2024)
straatbeeld Weselerstraat Marxloh | foto Peter van Tuijl

Henk is vaak onderweg, hij reist wat af.

Dat heeft Henk zeker. Bovendien schrijft hij op een aansprekende manier, hij neemt je mee op zijn treinreizen vaak vergezeld met een fiets om het land, de steden en dorpen op het niveau van alledag te ervaren. Henk is orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heeft hij gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Enfin, lees verhalen op zijn weblog en geniet ervan, net zoals ik.

INSPIRATIEOPDRACHT

Zo schreef Charles Keijser me een paar dagen geleden. Charles is toerfietser maar bovenal fotograaf. Hij heeft jarenlang als verpleegkundige in ‘deeltijd’ gewerkt en was voor het andere deel van zijn baan in het Slingeland Ziekenhuis een van de twee fotografen. Charles staat bekend als (verpleeg)kundig fotograaf. Zijn fotografie reikt overigens veel verder dan alleen de medische wereld. In deze blog,  waarvoor Charles de tekst en foto’s leverde, laat hij een van zijn inspiratiefotografen zien: Richard Avedon.

“Mijn eerste camera was de AGFA-Clack uit 1956, die ik na het overlijden van mijn vader in 1972 als erfenis kreeg. Een aantal camera’s verder ben ik in 1991 gestart met fotograferen in opdracht voor het ziekenhuis en andere non-profit instellingen. Een paar jaar geleden ben ik met pensioen gegaan en doe af en toe nog wat opdrachten.

Het was toen dat ik mezelf uitdrukkelijk de vraag stelde ‘wie ben ik als fotograaf, moet ik mijn techniek verbeteren en wat wil ik nog fotograferen’.  Zo kwam ik uit bij het opleidingsinstituut FORUM BEELDTAAL en bij de module Inspiratie-opdracht heb ik Richard Avedon in een lijstje van 7 fotografen aangevinkt. Avedon stelt de mens, die min of meer onderaan de maatschappelijke ladder staat, centraal in zijn fotografie. Ook voor mij is fotografie vooral een wisselwerking tussen mens en  fotograaf. Om uiteindelijk te komen tot een oprechte pure foto waarbij de kijker uitgedaagd wordt om wat langer naar de foto te kijken.

In 2023 was ik in Michigan USA bij een Nederlandse familie die daar ruim 20 jaar wonen en werken. Begonnen als melkveehouder met 110 koeien zijn het er inmiddels ruim 3000, verdeeld over 3 locaties. Ter plekke bedacht ik me dat ik hier wel een poging zou kunnen wagen voor de inspiratie-opdracht. In een supermarkt een laken en ducktape gekocht, een paar foto’s van Avedon gedownload en geprint.

En toen een aantal mensen gevraagd om te poseren. Ik spreek matig Engels en de Mexicanen mogelijk nog minder. Het was dan ook vooral non-verbaal communiceren, met handen en voeten én goede bedoelingen.

De meeste van ‘mijn modellen’ zijn laag opgeleid, analfabeet of communicatief beperkt. Toch lukte het om ze te overtuigen dat ze prima en mooie mensen zijn, ondanks dat ze voor minimumloon wisseldiensten draaien in o.a. de melkstallen. Het maken van de uiteindelijke foto duurde niet langer dan 1 á 1,5 minuut. Toen was de spanning bij hen weg en begonnen ze echt te poseren en dat was niet mijn bedoeling. Om de foto’s wat te personaliseren heb ik hen om hun voornaam, geboortedatum en functie gevraagd. Het zal geen verbazing wekken dat ik soms het schrijfwerk moest doen. Enfin, voor mij een stimulans om toch nog een cursus Engels te doen. En een volgende keer hang ik de bij aankomst een laken op en niet pas op de laatste dag.”

[alle foto’s in deze blog © Charles Keijser]

Je kunt veel leren van de jeugd

De vier studenten Damera Ribbe, Gabi van den Broek, Elke Smets en Ivy van Mullekom zullen het je laten zien en horen. Tenminste als je naar de lezing van hen gaat in Zaal De Paal in Erp op donderdag 29 februari a.s.

Het begint om 19.30 uur en duurt tot nabij tienen.

publicatie 2021 in het AD | © Algemeen Dagblad

In de zomer van 2021 werden de inwoners van het Griekse eiland Evia getroffen door hevige natuurbranden die hun wereld op z’n kop zette. We hebben daar allemaal van gehoord via het nieuws. Soms dacht ik hoe moet dat zijn als je het vuur naderbij ziet komen en weet dat je weg moet maar niet wilt. Al je bezittingen achterlaten, je verleden én je heden, wanneer doe je dat. Maar ook de toekomst laat je achter. Dat doe je alleen als het moet, er geen andere uitweg meer is.

Naar aanleiding hiervan besloten die vier jonge fotografen Damera, Elke, Ivy en Gabi met hun camera’s het getroffen eiland begin 2022 te bezoeken. Hoe gaat het bijna een jaar later met deze mensen? En met het toeristische, groene eiland wat Evia ooit was? 

Fotografen die graag series maken of daar iets meer van willen weten zouden deze avond niet mogen missen. Dat geldt zeker ook voor de vele fotografen die geïnteresseerd zijn in de documentaire fotografie. Mis dit niet en dus op naar de Paal aan de Hezelstraat in Erp op donderdag 29 februari. Schrijf je eerst in zodat je verzekerd bent van een plek!!

LINA IK HOU VAN JOU

Een van mijn fotovrienden, Wim Poland, wijst me regelmatig op een interessant fotografisch project of fotograaf. Zo kreeg ik eind vorig jaar een mail met bovenstaande titel. Wim schrijft: “Bijgaand een web-linkje over de documentaire “Memories from prison” van verhalenmaker en art-director Lorenzo Sorbini over naar foto’s leren kijken en wat het met de kijker doet. Misschien iets voor je blog?”

Het is één van de video’s van fotograaf/filmer Guido Gazzilli. Guido werd in 1983 in Rome geboren. Hij bouwt een oeuvre op over identiteit en de omstandigheden van het mens-zijn door middel van persoonlijke en subjectieve verhalen. Hij werkt aan universele thema’s en portretteert mensen en plaatsen als persoonlijke dagboeken waarin de relatie tussen de mens, de natuur en de stad centraal staat door middel van poëzie en muziek.

Hij heeft gewerkt als assistent van de beroemde fotograaf Paolo Pellegrin (Magnum Photos).

Kijk verder op zijn -in mijn ogen bijzondere- website. Een eigenzinnige fotograaf die het niet schuwt om de rauwheid van het leven in beeld te brengen.

NOG MEER LIJSTJES ?

Lijstjesmoeheid heeft niet te maken met het moe zijn, alhoewel dat op veel werkplekken zomaar aan de orde van de dag kan zijn. Misschien ben jij er ook helemaal klaar mee. Sla deze blog dan maar over. Als je nog wat tijd tussen kalkhoen en ijstaart over hebt, kan de publicatie van Aperture wellicht nog iets voor je zijn. Om verhalen te lezen of gewoon ‘plaatjes’ te kijken.

Terugkijken en dan daarna samen weer verder | U-Bahn Berlin | foto Peter van Tuijl

Aperture’s must-read fotografiefuncties van 2023

Op hun website schrijven ze: “Aperture werd opgericht om ‘creatief denken, op significante wijze uitgedrukt in woorden en foto’s’ te bevorderen. We blijven deze doelen nastreven in onze samenwerkingen met fotografen en schrijvers. Hier kijken we terug op een selectie van de verhalen die we in 2023 hebben gepubliceerd: de dynamische stemmen die de kunstscene van Accra vormgeven, de debatten rond AI en NFT’s, de erfenis van Joan Didion’s verhalen vertellen, en de manieren waarop Aziatisch-Amerikaanse fotografen nieuwe mogelijkheden voor de toekomst zien.

LEES EN KIJK: In deze interviews, portfolio’s en essays zien we het potentieel van fotografie om zowel te getuigen als te verbinden.”
—De redactie

GA NAAR …..

het jaar in interviews
Het jaar in portfolio’s
Het jaar in essays

Jonah over de grens V

De zachte handen van de kasteelheer zullen langzaam verdwijnen. Na veertig jaar in Schloss Anholt te hebben gewoond en gewerkt heeft Duco van Krugten zich met zijn vrouw Ruth van Krugten-Stadtbäumer teruggetrokken midden in de natuur, in een huis met uitnodigende stoelen die uitkijken op een meertje in Millingen. Hier werkt hij fanatiek in de tuin en ontstaat er eelt op zijn handen.

Mijn vriend, uitgever en antropoloog Hans de Beukelaer stelde voor om hem te bezoeken. Hij kent Duco uit het kasteel-archief in Anholt. Naast kasteelheer was Duco ook historicus en archivaris. De mannen praten en de tijd is fluïde voor de historicus, zoals ‘de mens en z’n gedrag’ dat is voor de antropoloog. Ze spreken over tolheffingen, stukken land, een schilderij van Rembrandt, hoe Nederland een zeemacht en toen een moraliserend gidsland werd, de invloed van de Spanjaarden en protestanten, en dat er na de Franse revolutie nooit iets werd vererfd op Schloss Anholt. ‘Daarom zijn de documenten en spullen bewaard gebleven,’ zegt Duco. ‘Het was heel verleidelijk om me te begraven in het archief, maar ik moest ook de rest van het landgoed beheren.’ Hij werkte er in opdracht van een oude vorst. Ze raakten bevriend maar zouden elkaar altijd met ‘Herr Doktor’ en ‘hoogheid’ aanspreken. De oude vorst zei wijs: ‘Dat blijven we altijd doen, omdat we zo nooit ruzie krijgen.’

De avond gaat snel vallen. Nadat er lang over het verleden is gesproken, wordt er over de toekomst nagedacht. Zonder toekomst is er immers ook geen verleden. Vorsten, oude adel en koningshuizen mogen dan hun bezittingen, archieven en namen doorgeven aan stamhouders en zo de geschiedenis tekenen, maar dat is de papieren werkelijkheid. In Alles Neu zingt Peter Fox: ‘Die Welt mit Staub bedeckt, doch ich will sehen wo’s hingeht.’ Ik luister aandacht als Ruth het woord neemt. De toekomst is altijd vrouwelijk.

De Duitse hoffelijkheid bekoort en ergert Ruth. De Duitse strakheid mag soms wel wat minder, maar aan de Nederlandse botheid heeft ze ook nooit kunnen wennen. ‘Het stoort me mateloos wanneer Nederlanders over Duitsers spreken en er vaak een minderwaardig toontje doorklinkt. Vroeger hield ik m’n mond. Nu niet meer. Dan zit je met een of andere baron aan tafel en die zegt dan over iets onbenulligs: “Dat hebben jullie in Duitsland niet, hè?” Het is haast opvallend als er iets positiefs over Duitsers wordt gezegd.’ Volgens Ruth leven de twee landen met de ruggen tegen elkaar en er is bijna niemand die toenadering zoekt. Duco en Hans worden steeds stiller.

Zelden ziet Ruth een Duitse vlag wapperen, maar als dat gebeurt dan vindt ze het akelig.. Het gros van de jongste Duitse generatie is niet meer belast met dit verstikkende Duitse schuldgevoel. ‘Onze generatie stond een beetje stil. Zij willen en kunnen verder,’ verklaart ze.

Hans zegt: ‘Het is voor ieder land natuurlijk ook tekenend of je als winnaar of verliezer uit een oorlog komt. Je ziet het zelfs terug in de behouden Duitse architectuur.’

‘Ja, de lelijkheid, de plastic deuren in oude huizen,’ kirt Ruth lachend. ‘Daar zijn jullie dan weer veel beter in. Stuur eens een groep jonge Nederlandse architecten de grens over, denk ik dan.’ Er zijn vele Duitse dorpen en steden waar zo onherkenbaar heropgebouwd is om het verleden te verdringen.

Het karakter van de Nederlanders of de Duitsers, de taal, de hoffelijkheid, de architectuur; het is uiteindelijk gerommel in de marge volgens Ruth. De toekomst vormt zich op grotere schaal: Europa. Als rationalist is Duco geen groot voorstander van de Europese-unie: ‘Ieder land moet zijn identiteit kunnen behouden.’ Ruth heeft een fijnzinniger kijk op de zaak. ‘Laten we de clichés en vooroordelen over alle Europese landen over boord gooien en behouden wat waardevol is.’

Rond 1925 schreef mijn meest geliefde schrijver – afkomstig uit het huidige Oekraïense Brody – Joseph Roth: ‘Hoe dom is de angst van bepaalde staten, zelfs als ze Europees gezind zijn, dat de “eigen aard” verloren zou gaan’… ‘Mensen zijn geen kleuren, en de wereld geen schilderspalet! Hoe meer vermenging, hoe sterker de eigen aard!’

Als de heren weer druk beginnen te praten over de archieven fluistert Ruth: ‘Wil je een nachtegaal horen, Jonah? Sinds drie jaar is hij er weer.’ We lopen naar buiten en de vogel zingt. Er fluiten meer vogels mee. In de verte suist een snelweg. Het is donker geworden, maar Europa lijkt me deze avond een orkest met vele getalenteerde spelers, fanatieke doch vrolijke amateurs, als een rammelend maar onafscheidelijk geheel hoort het allang bij elkaar. Zoals vogels in een bos zingen.

Dit was de laatste column uit de zomerverhalen 2023 van Jonah Falke.

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | Publicatie in de Gelderlander van 18 augustus 2023

Jonah over de grens IV

Helga Wesselink: nooit koude voeten in Duitsland

Helga (82) mag eigenlijk geen trompet meer spelen, maar doet het zo graag.

In het grensdorp Gendringen is het zo stil dat het lijkt alsof het er iedere dag zondag is. In een seniorenwoning ontmoet ik een vrouw die mijn oma had kunnen zijn. Beter gezegd, die mijn oma had willen zijn. Het leven van Helga Wesselink – in het Duitse Herzebocholt geboren in het jaar van de Tweede wereldoorlog – stond in het teken van muziek maken, terwijl het voor mijn oma bij dromen bleef, want de kerk verbood meisjes om bij de muziek te gaan. Door dit armoedige lot van de tijdsgeest is Helga gelukkig niet geplaagd.

Ze heeft een gezonde blos op haar wangen. Mensen kunnen oud zijn, zich oud kleden, maar hun fysieke aanwezigheid is van haast even groot belang en liegt niet, is tijdloos. Dit gezonde achterland – de grenstreek – maakt vele mensen vrolijk en sterk, vergevingsgezind en daarom oordelen ze mild over de dwalingen van de geschiedenis. Meermaals zal Helga zeggen: ‘Het leven is accepteren dat je dingen niet meer kunt. We wachten wat er nog allemaal komt.’ Vooral als ze een ‘t’ uitspreekt hoor je dat ze een Duitse is.

Van de oorlogsjaren herinnert ze zich weinig. Ze weet nog wel dat ze weg moesten en na de bevrijding terugkeerden. ‘Er hadden Russen in ons huis gezeten. Er lag nog één vork in huis. Alles was smerig, kapot en uitgeleefd.’ Ik wist niet dat de Russen tot zover in Duitsland waren gekomen, wellicht een restant van een verdwaald bataljon.

Haar vader was Duitser en haar moeder Nederlandse. Het maakte weinig uit, want wie in het Duits-Achterhoekse dialect spreekt, als boeren onder elkaar, verstaat elkaar tot op de dag van vandaag. De wederopbouw begon gelijktijdig met haar jeugd. Al haar broers en vaders maakten muziek. Onder de perenboom in de tuin in Herzebocholt speelde haar vader op zijn trekzak en zong het hele gezin Duitse volksliedjes. ‘Soms viel er een peer op de grond,’ lacht ze.

Na de basisschool in Duitsland – een uur heen en een uur teruglopen – ging ze als dienstmeisje in betrekking bij een familie in Drempt. Ze kreeg heimwee en kocht een fiets om af en toe naar huis te kunnen. In de jaren vijftig kocht ze voor 500 gulden op af betaling een trompet. Een fortuin in die tijd. Ze ging naar de muziekschool in Doetinchem en speelde de rest van haar leven bij vele harmonieën. ‘Ik zat in het begin naast mannen die goed bliezen, ik moest wel meekunnen. Dat ging eigenlijk heel makkelijk.’ Ze ontmoette haar man in Drempt, ze trouwden en een gezin volgde. Haar huis hangt vol met foto’s van het nageslacht; kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Tussen de foto’s hangt ook een onderscheiding van een halve eeuw trouwe dienst bij een harmonie.

Door een leven en familie aan twee kanten van de grens kent ze de verschillen. ‘Ik vind de Nederlanders iets gewoner, gemoedelijker. Bij Duitsers moet alles heel precies zijn, maar ze vieren kerst mooier. Verder is er geen verschil.’ Iedere zin die Helga uitspreekt eindigt in majeur. Het leven lijkt te kort om ernstig te klagen. ‘In Duitsland’ voegt ze er lachend aan toe, ‘heb je nooit koude voeten. Daar moest ik aanwennen, Duitsers hebben heerlijke donzen dekbedden.’

Hoewel haar gezondheid achteruitgaat, en ze eigenlijk niet meer mag spelen van de dokter, loopt ze snel met haar rollator de kamer uit. De trompet is er nog, maar ze kan hem niet vinden. Ik volg haar, en zie op een andere kast een klein, zwart bestoft koffertje liggen. ‘Ja, dat is hem. Kun je erbij? Ik moet tegen m’n kinderen zeggen dat ze hem niet moeten verplaatsen.’ Met gulzige handen pakt ze de trompet uit. Je ziet aan haar geroutineerde handen dat ze dit vaker heeft gedaan, het is als het weerzien van een oude vriend met wie je verder spreekt hoeveel tijd er ook is verstreken. Vliegensvlug controleert ze de ventielen. Het is alsof ook haar vingers jonger worden. ‘Die zijn nog soepel.’ Ze begint te spelen, stopt snel en schaamt zich. ‘Mijn lipspanning is weg. Dit klinkt toch nergens naar.’ Ze is zichtbaar geïrriteerd, heeft nog altijd de geestdrift van een student. Ze speelt verder en bewonderingswaardig snel klinkt het al beter, geen stappen maar sprongen. ‘Eigenlijk mag ik niet meer spelen, ik heb een stoma, dan komt er te veel druk op te staan. Maar ach, er zit nu toch al een scheurtje in.’ Ik probeer haar tot kalmte te bedaren. Ze is niet te weerhouden. Ze zet haar benen gespreid op de grond en speelt door en zegt daarna: ‘Ik moet echt weer een uurtje per dag gaan oefenen.’ In de koffer ligt de verkreukelde partituur van een laatste optreden. Het is Stille nacht, heilige nacht. Maar vandaag schalt er een trompet door het seniorencomplex en is kerstmis heel ver weg.  

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | Publicatie in de Gelderlander van 11 augustus 2023

Jonah over de grens III

WORSTELEN met bureaucratie

Belastingadviseur René Roenhorst wil me deze morgen het ware Europa laten zien, hoewel dat – wanneer ik op een troosteloos industrieterrein voor de deur van zijn adviesbureau in Dinxperlo sta –een hopeloze illusie lijkt.

Op zijn helverlichte kantoor steekt René meteen van wal. Met zijn armen over elkaar zegt hij: ‘Jij bent dus Jonah Falke, de man die eens schreef dat de tijd na de oorlog stil is blijven staan in mijn woonplaats Anholt?’ Hij is geen voorkomende Duitser geworden door het wonen in Duitsland en het trouwen met een Duitse. De slagzin op het kaartje van zijn adviesbureau is: ‘Lassen Sie kein Geld in Holland liegen!’ De directe, doortastende Hollandse handelsgeest leeft voort aan de andere kant van de grens.

Hij wijst op een twee meter hoge landkaart en zegt trots: ‘Mijn werkgebied.’ Hij doelt op de Nederlandse grenstreek en heel Duitsland. ‘Om eerlijk te zijn werk ik graag met mensen uit voormalig Oost-Duitsland, die zijn gewend aan autoriteit.’ De meeste van zijn klanten zijn Nederlanders die in Duitsland wonen en/of werken. Er wonen 151.000 Nederlanders in Duitsland, in Nederland wonen 70.000 Duitsers. Zelf werd hij geboren in het Ulftse Oer, woont in Duitsland en werkt in Nederland – een grensarbeider.

Om een leven in Europa – over de grenzen heen – mogelijk te maken zijn er belastingadviesbureaus als dat van René in het leven geroepen, en worden vele belastingconstructies uitgelegd. Want al is dit een continent met vrij vervoer van personen en goederen, de regels werken en spreken elkaar soms tegen. Hier zie je wat Europa nou eigenlijk is, hoe het werkt in de praktijk: het geworstel met de bureaucratie. ‘Het doel is om het voor iedereen makkelijk te maken,’ zegt René. ‘Iedere klant wil het beste van twee landen en daar zorgen wij voor.’

Achteroverleunen gaat niet, verklaart René, belastingregels veranderen snel en om bij te blijven leest hij ieder jaar een nieuw boek van Franz Konz, over de veranderde regels in Duitsland. Hij bladert door de dunne pagina’s met kleine letters en kijkt ernaar zoals een godsdienstwaanzinnige naar een bijbel kijkt: in berusting én vertrouwen.

We stappen in zijn BMW – die in Duitsland zo’n 7.000 euro goedkoper is dan in Nederland. Hij wil me het grensbordje en zijn huis in Anholt laten zien. De ene kant van de straat bevindt zich in Nederland, de andere kant in Duitsland. Hij gaat onder het bordje ‘Dinxperwick’ staan, een samenvoeging van de dorpjes Dinxperlo van Suderwick. Het is in taal en kleur een gespleten naambordje: Dinxpe in ANWB-blauw, en rwick in het Duitse geel. Eronder staat: Grenzeloos Europa Grenzenlos. ‘Dit is het ware Europa,’ zegt René. Het is aandoenlijk; zo klein, maar wel waar. In deze dorpen trekken de brandweer en de politie grensoverschrijdend op, zijn ze tweetalig. Ook staat er in ‘Dinxperwick’ een verzorgingstehuis met een brug over de straat van de Nederlandse naar de Duitse kant, zodat mensen kunnen pendelen. En dit alles gebeurt hier aangenaam onbezonnen.

In Anholt laat hij me zijn energie-neutrale huis zien. ‘We produceren zelfs meer dan we verbruiken.’ Deze man leeft rekenend en is klaar voor de toekomst. Als terug rijden naar zijn kantoor zegt hij dat de bomen aan de ene kant van de weg Duits zijn maar worden door Nederland onderhouden.

Als we weer op het troosteloze industrieterrein staan helpt René me om ‘het ware Europa’ en haar onlosmakelijke verleden te zien: ‘Kijk, er staan hier auto’s met Nederlandse, Duitse en Oekraïense kentekens naast elkaar.’ Vijftig meter verderop is het eerste Duitse huis te zien, tegenover het adviesbureau ligt in de bosjes een Joodse begraafplaats. We lopen naar het kerkhof, hij vertelt over z’n opa die eveneens een grensarbeider was. Dagelijks fietste hij van hier naar Oberhausen om in de mijnen te werken. Zijn hond wachtte iedere dag op hem, op een straathoek. Tot de dag dat zijn opa stierf door een explosief. ‘Al weet niemand dat zeker, je mocht niet in de kist kijken.’ En die ene dag ging de hond alleen naar huis, trok zich terug op zolder en verstierf.

Het kerkhof representeert het verleden, zijn adviesbureau faciliteert het heden en de toekomst van dit continent zie je gewoon voltrekken in het dagelijks leven zonder erbij na te denken. In het grensgebied weten de honden meer dan de mensen.

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | Publicatie in de Gelderlander van 4 augustus 2023

Jonah over de grens II

Jonah Falke schrijft en publiceert zijn tweede episode uit de reeks grensgevallen.

Karin vogels kijken bij de Rijn

Karin veranderde haar huis aan het einde van de wereld van een hel in een paradijs

Aan het einde van de wereld staat een huis. Karin noemt het tegenwoordig een paradijs, maar vroeger was het een hel. Acht jaar geleden kwam ze eigenlijk het huis van de buren bezichtigen en hoorde ze bij dit pand honden blaffen en janken. De verkoop van het beoogde huis ging niet door, ze vergat het en toen kwam het huis ernaast op de markt en keerde ze terug. In die acht jaar tijd is er een hoop gebeurd. In twaalf containers werden de restanten van de hel afgevoerd en langzaam zou haar paradijs tevoorschijn komen. De vorige eigenaar runde een hondenfokkerij waar de klad in kwam –de honden zaten buiten in stalen hokken, zonder eten en drinken. In de garage stonden paarden in het donker, op ingegroeide hoefijzers. In het huis stonk het naar uitwerpselen en zag je het gekras van de angstige dieren in de lak. De eigenaren vluchtten voor hun schulden en lieten de honden blaffend achter.

Mijn paradijs

Ook vandaag blaffen er honden rond het huis aan het eind van deze landweg in Rees. Maar de zon schijnt, de tuin is gigantisch en weelderig. Karin zegt met een bedeesde stem dat ze twee kippen, vijf katten, zestigduizend bijen en twee honden heeft. Van een traumatische plek is het nu een opvangplek voor afgedankte dieren geworden. ‘Alsof ze het weten, laten mensen de dieren hier in de tuin los, ze gooien zelfs katten over het hek.’ Hond Willem is het meest gekweld van allemaal, die kan ik maar het best negeren, zegt ze, maar het is haar beste vriend. Hij is in Tunesië mishandeld, maar toen hij haar zag was het meteen goed. ‘Tegen mijn vlieg-principes in vloog ik naar Tunesië, anders had hij met het vliegtuig naar Parijs moeten vliegen en dan met de bus naar Nederland.’ Als een schaduw volgt hij haar door de tuin.

Karin en Willem

Karin is een gelukzoeker in Duitsland, zegt ze. Ze werd geboren in Silvolde, studeerde aan de Utrechtse schildersvakschool, woonde op een boot in Arnhem, en vervolgens twaalf jaar in een caravan waar het gebrek aan licht haar op begon te breken. Ze wilde graag – betaalbaar – in de natuur wonen. Ik had al zo’n vermoeden, maar het paradijs moet wel betaalbaar zijn en met haar salaris als huisschilder kan dat hier. Het valt me nu pas op dat Karin in de verte naar verf ruikt – in haar nek zitten nog wat spatjes. Drie dagen per week is ze schilder in Nederland. ‘Het heeft lang geduurd voor ik werd geaccepteerd als schilder. Ik heb de eerste jaren echt als een kerel gewerkt. Van die mannen die doen of ze er meer verstand van hebben en uitleggen hoe het moet. Of denken dat je de schoonmaakster bent. Ik moest me bewijzen. Nu werk ik alleen nog voor de mensen waar ik voor wíl werken.’ Haar schildersbedrijf is vernoemd naar Artemisia – een vrouw die in de vroege barok veel talent had als schilder en zo geen makkelijk leven tegemoet ging als schilderende vrouw.

Drie dagen per week is ze schilder

Karin werkt bewust alleen in Nederland, want als ze in Duitsland zou werken moet ze ieder jaar 2% van haar AOW inleveren. ‘Daarnaast lopen Duitsers in hun smaak vaak dertig jaar achter,’ lacht ze. Verder spreekt ze met niets dan lof over de Duitsers. Ze zijn vriendelijker, niet zo egoïstisch en als ze bijvoorbeeld gaan zwemmen – ‘ook de jongeren’ – ruimen ze hun rotzooi op en laten ze geen radio’s galmen. Als gelukzoeker kan ze kiezen wat ze in Nederland en wat in Duitsland doet. Alleen tijdens de corona-lockdowns werd de grens onhandig zichtbaar. Haar werk en leven werden opgedeeld. De regels verschilden per land en er waren grenscontroles. ‘Zoals in bijna alles waren de Nederlandse-regels soms té losjes en kwamen mensen vooral voor zichzelf op. Bij de Duitsers dacht ik: het mag wel iets minder strak.’

Hond Willem komt dichterbij, maar kijkt argwanend. ‘Hij besluit zelf met wie hij contact wil,’ zegt ze. ‘Dat kan soms vijf seconden of soms dagen duren, maar dan krijg je een poot van hem en dan is het voor altijd goed.’ Het paradijs heeft haar eigen regels en wetten. Ik heb geen tijd om op het geluk te wachten. De hond heeft wel alle tijd. Als Karin aan het werk is, blijft Willem buiten op haar wachten.

Als we naast de brievenbus bij het hek staan, zegt Karin dat er soms een betalingsherinnering voor de vorige bewoners komt. Het is de allerlaatste herinnering dat het paradijs ooit een hel was. 

Daar waar het goed is

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | Publicatie in de Gelderlander van 28 juli 2023

Jonah over de grens I

Jonah Falke is een schrijver (van 4 boeken en het vijfde verschijnt in oktober) en columnist en houdt ervan over de grens te gaan. In deze vijf zomerreportages letterlijk. De goede lezer zal ook de grensgevallen in figuurlijke betekenis wel herkennen. Ik was dit jaar weer zijn fotograaf. De vijf zomerreportages worden vanaf vandaag elke vrijdag in de Gelderlander (regio Achterhoek en Liemers) gepubliceerd. Vandaag de eerste!

Hoe deze Europeaan in een flat in Emmerik gewoon te verstaan is in het Achterhoeks

Je vergeet wel eens dat de bomen ook groen worden in Duitsland. Rondom een flat in Emmerik ligt asfalt en rijden vele vrachtwagens naar de industrie, maar voor de flat van Maarten en Mirjam staat een gigantische groene boom die tot de zesde etage reikt.

Maarten en Mirjam met hun ‘uitzicht’

De voordeur zwaait open. ‘Welkom! Ik ben Maarten. Ik ben een bèta. Dat is interessant voor onze discussie.’ Achter hem zit Mirjam, in een rolstoel, ze glimlacht naar Maarten. Een discussie komt er niet, wel vertelt Maarten gretig over hun leven, terwijl Mirjam toekijkt.

Ze werden allebei geboren in Winterswijk, vertrokken op hun achttiende naar een dorpje bij Schiphol om te werken voor de petrochemische industrie, kregen geen kinderen, maar reizen in alle luxe een nomadisch bestaan over de hele wereld. Want tijdens de eeuwwisseling werd er bij Mirjam MS geconstateerd. Maarten zegt: ‘De twintigste eeuw heb ik gewerkt, de eenentwintigste eeuw zouden we samen gaan leven.’ Er kwam een huis in Zwitserland om te skiën en toen viel hun oog op Emmerich, omdat ze dicht bij hun familie in Winterwijk wilde zijn en de natuur misten. ‘Vergeleken met de randstad betaal je hier statiegeld voor een woning.’

In de flat wonen vandaag de dag ook veel Slowaken en Roemenen, het zijn slagers, aannemers, werklui. Net als Maarten en Mirjam vroeger werken ze in de randstad en wonen ze hier, net over de grens, om hun kapitaal niet te snel te zien slinken. ‘Als je uit de Achterhoek komt, heb je hier ook geen probleem, de mentaliteit is hetzelfde,’ zegt Maarten en Mirjam knikt. ‘Wat we het meest missen van de Randstad is dat er in het Oosten geen donder gebeurt aan concerten of theater. Je kunt hier wel naar de Kino, maar dan zie je een nagesynchroniseerde film, en cabaret?Ze zeggen weleens dat Duisters geen humor hebben, toch?’ lacht Maarten. 

Het huis hangt vol met spullen die ze overal ter wereld kochten. Ik moet niet vragen waar ze allemaal wel zijn geweest, maar waar nog niet. Alleen Australië en Nieuw-Zeeland wachten nog. Mirjam zou dit najaar graag op een cruise naar Sidney gaan, ter ere van hun vijftigjarige huwelijk. ‘Ik wil liever naar Zuid-Amerika,’ zegt Maarten. ‘Kan ook beiden,’ glimlacht Mirjam.

Maar eerst gaan ze morgen weer naar het Duitse Eemsland. ‘Daar zijn we tachtig procent van de tijd. Mirjam houdt erg van de natuur. Daar hebben we een grote tuin van zo’n duizend vierkante meter én een Nederlandse tuinman. Dit is eigenlijk een soort vakantiehuis. In het Eemsland ben je trouwens gewoon te verstaan in het Achterhoeks.’

Maarten springt op en zegt: ‘Kom, ik ga je laten zien dat ik niet alleen maar een bèta ben.’ Hij duwt Mirjam naar zijn werkkamer en trekt een rol posters tevoorschijn. ‘Ken je deze nog?’ vraagt hij en laat de beroemde verkiezingsposter van de PSP uit 1971 zien: de naakte vrouw met gespreide armen in het weiland. ‘Ik was vroeger een echte pacifist.’ Ook komen er tekeningen voorbij. ‘Vroeger tekende ik veel. Maar door mijn werk ben ik wat rechtlijnig geworden.’

‘Ben je nog steeds pacifist?’ vraag ik.

‘Ik ben een bèta, maar niet rechts. Al zei een filosoof ooit dat wie een dictator wil verslaan geweld moet gebruiken. Ben ik het mee eens. Alle mensen die te lang aan de macht zijn – dat werkt niet. Amerika heeft de enige echte democratie: na acht jaar is het klaar. Zo’n Rutte zit er al veel te lang.’

Mirjam wil nog graag even het uitzicht op de vijftiende verdieping laten zien. We nemen de lift. Ze kan net niet over de balustrade kijken. Maarten tilt haar op. Als je op de grond staat, zie je vooral asfalt en industrie, maar vanboven niets dan geëxplodeerd groen. Maarten wijst op een voormalige legerbasis. ‘Toen we hier twintig jaar geleden kwamen wonen waren de Canadese soldaten er nog. Destijds was deze flat ook populair onder prostituees, alle mannen gingen erheen.’ Het is verleden tijd. Net als de soldaten zijn de prostituees geschiedenis geworden. Mirjam glimlacht en Maarten laat haar weer zitten.

‘Jonah, je hebt me nog niet dé vraag gesteld: of ik me een Nederland of een Duitser voel.’ Hij geeft het antwoord al: ‘Ik ben een Europeaan. Dat hebben niet alle Achterhoekers, sommige worden al trillerig als ze de IJssel oversteken.’

Je kunt de wereld nog zo in cijfers onderverdelen als betá, de wereld als je broekzak kennen en je een Europeaan voelen, maar over het noodlot van ziekte en verval valt niets zinnigs te zeggen – de natuur trekt uiteindelijk altijd haar eigen plan. Mirjam lijkt op het eerste gezicht afhankelijk van de levendige, praatgrage Maarten, maar ik vraag me af hoe hij zonder haar verder zou kunnen leven.”

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | publicatie in de Gelderlander van 21 juli 2023

een boek voor niks

Deze mail ontving ik vandaag ….

Beste,
Ik schreef of je je Professional Line fotoboek had ontvangen.Zo ja, dan zouden we graag je eerlijke feedback horen over ons product en onze service. Je kunt ons gewoon je mening sturen door deze e-mail te beantwoorden en we zouden het op prijs stellen als je je ervaring deelt op je website of sociale mediaprofiel, met behulp van de hashtag #saaldigital. Als je je mening publiekelijk deelt, stuur me dan de link naar je recensie.Ik kijk uit naar je feedback, want het helpt ons voortdurend te verbeteren. Laat het me weten als je vragen hebt.Met vriendelijke groet,

Uw Saal Digital Team

Mijn reactie …

foto uit het boek I see | © Peter van Tuijl

Wie wil dat niet. Saal Digitaal stuurde me ruim een week geleden een mail waarin ik een voucher werd beloofd voor 100 euro. Daarvoor mocht ik een fotoboek maken en uitsluitend de verzendkosten waren voor mijn rekening. Saal staat bekend om zijn prachtige gebonden drukwerk op heel fraai papier. Na enige aarzeling, want je weet het maar nooit in deze tijd van fishing en pishing, de website opgezocht en een serie foto’s geüpload in een gebruikersvriendelijk programma waarmee ik het boek kon maken. Daar heeft Saal Digitaal de eerste plus te pakken. Vlakliggend en op hoogwaardig mat papier, 36 pagina’s en een linnen-achtige hardcover. Dat alemaal voor de prijs van 98,96 euro, dus binnen het vrijgestelde budget. De levertijd van 7 dagen vond ik wel wat aan de lange kant, maar het moet dan ook vanuit Duitsland geleverd worden. Dat daar nog een dagje bij kwam, lag aan de verkeerde sortering van het verzendbedrijf, overigens met een mailtje daarover met exuses.

Afgelopen zaterdag viel het boek in de brievenbus. De druk- en bindkwaliteit valt zeker niet tegen. De linnen coverlook is eveneens fraai en een beetje deftig. Mijn foto’s in een flink zwart-wit contrast kwamen goed over. Natuurlijk kun je het niet vergelijken met de zelf op barietpapier gedrukte foto’s. Tot nu toe laat ik mijn boeken, niet vlakliggend gebonden boek op biotop papier) drukken bij Russellprint (Groningen, drukwerknodig). Sommige zweren bij een vlakliggend boek op fotopapier, maar ik geef de voorkeur aan het gebonden boek, ook als ik het in een geringe oplage laat drukken (of zelfs slechts een exemplaar, puur voor mijzelf). Dat heeft alles met persoonlijke voorkeur of smaak te maken.

Mijn oordeel over het Saalboek… Prima als je een vlakliggend boek wilt op fotopapier. Goede gemakkelijke software helpt je prima en snel om het boek in elkaar te zetten. Volop mogelijkheden om de layout naar je eigen hand te zetten. Levering is redelijk snel. Ik had het voor voor nop, maar de echte aanschafprijs is te hoog naar mijn idee. Saal Digitaal rekent voor de 36 pagina een kleine 60 euro en voor de hard cover 40 euro. Dat is rijkelijk veel vergeleken met andere aanbieders. Als ze daar scherper aan de wind varen wordt het eveneens een aantrekkelijke drukker voor fotografen.

Als je meer over mijn boeken wilt weten, kun je kijken op de pagina over boeken op mijn website.

LEZEN of toch een LEZING

als je alles over straatfotografie wilt weten

De vreugde van het zien

LONDEN | © Peter van Tuijl

Fotografie curator -Pauline Vermare- reflecteert op de breedte en evolutie van de straatfotografie, evenals de diepe geschiedenis van het Magnum collectief daarin, terwijl Magnum-fotografen hun eerste online cursus lanceren. Zeer de moeite waard … leestijd ongeveer 10 minuten / een lezing duurt langer!

EARTH

door Harry Pieters

Vanitas: de ijdelheid der dingen, oftewel alles gaat voorbij. Seizoenen komen en gaan, planten sterven af en vergaan. Gebouwen barsten, schilderingen vervagen, stenen slijten af. Vergankelijkheid, is een thema dat al eeuwenlang kunstenaars inspireert. Verval en aftakeling kunnen mooi zijn. Ook ik ben gefascineerd door de tand des tijds en probeer die te vangen in veel van mijn foto’s.

In het kader van de cursus Beeldstijl onder leiding van Peter van Tuijl ben ik eind 2021 met een vanitas-achtig onderwerp aan de slag gegaan en heb daarvoor een keuze gemaakt uit mijn ‘verzameling’ objets trouvés. Tijdens wandelingen kwam ik onder andere mooie veertjes, stenen, fossielen, stukjes hout, schedeltjes, schelpen, botjes, stukken gewei, platgereden en verdroogde padden, verdroogde vissen en vogeltjes tegen. Diverse objets trouvés vonden een plek in huis en werden zo (tijdelijk) onttrokken aan verder verval.

De te maken serie foto’s gaf ik de werktitel Earth en is ontleend aan een beeld van de IJslandse beeldhouwer Einar Jónsson.

Ik vind het een mooie verbeelding van de aarde die ons opneemt als we gestorven zijn, net als de objets trouvés die als het ware oplossen in de aarde. Alles is maar tijdelijk.

Om dit te verbeelden heb ik gebruik gemaakt van dubbelopnamen.

Tijdens diverse wandelingen door bouwlocaties, duinen en bossen maakte ik opnames met een 4×5” pinhole camera van vrij donkere structuren. Deze structuren moesten passen bij de objets trouvés die ik had uitgezocht. Bovendien moesten de structuren voor een deel donker zijn om de vlakfilms thuis nog een 2e keer te kunnen belichten. De vlakfilmcassettes waren gemerkt en van iedere opname werden notities gemaakt.

Thuis werden de geselecteerde objets trouvés gefotografeerd met een technische camera en een flitser met instellicht tegen een zwarte achtergrond.

Aan de hand van mijn notities werd een eerder gemaakte pinhole opname van een bepaalde structuur voor een 2e keer belicht. Daarna werden de vlakfilms ontwikkeld.

Het proces van het maken van gecombineerde opnames met een pinhole en technische camera evolueerde van helemaal niet tot niet helemaal te sturen.

Omdat de ruimte voor mijn ‘wisselexpositie’ thuis aan de muur beperkt is, koos ik voor een serie van 3 zwartwit afdrukken.

Earth l | © Harry Pieters
Earth ll | © Harry Pieters
Earth lll | © Harry Pieters

Met dank aan Harry Pieters voor deze blog!

[Harry Pieters is persoonlijk lid van de Landelijke groep Analoge en Hybride Fotografie van de Fotobond]