Bovenstaande foto kwam in mijn mailbox op onze koningsdag (26 april 2025). De koning komt vandaag in Doetinchem, ongeveer 15 km van waar ik woon. Het zal zeker weer heel knus zijn met oudhollandse spelen, oerend harde motor geluiden van Bennie Jolink en ook Hiddink als meest bekende internationale Achterhoeker zal zijn bijdrage leveren. De voorbereidingen zijn nu op zijn hevigst, maar burgemeester Boumans vertelde vanochtend in het vroege journaal dat ze binnen de gemeente er al 280 dagen druk mee zijn. Al voor acht uur in de morgen stonden de eerste oranje-fans al langs de route. Alles is betrekkelijk, zo vlagt onze buurman, die gelijktijdig met de koning jarig is, pas morgen.
Maar terug naar de foto van de Britse fan van het koninklijk huis. Het is één van de geselecteerde foto’s die in mei in Londen te zien zijn. LensCulture organiseert een uitgebreide groepstentoonstelling tijdens Photo London in het Somerset House. Een groepsexpositie die heel divers de ‘nieuwe en hedendaagse fotografie’ in vele vormen belicht. Met 68 bekroonde fotografen uit 24 landen. Mocht je er toevallig zijn, de expo is open voor publiek van 15-18 mei 2025. En als je er niet bij bent, kun je de selectie hier zien.
De betekenis van een foto ?
In het meest recente PF (magazine voor Professionele Fotografie, ook heel geschikt is voor geïnteresseerde fotografen die er niet hun boterham mee hoeven te verdienen) wordt volop aandacht besteed aan STORYTELLING. Volgens hoofdredacteur Ton Hendriks is het narratief, het verhaal of de storytelling het belangrijkste als het gaat over de betekenis van foto’s. Zowel in de documentaire als in de autonome fotografie. Ik heb door deze bril naar de foto’s op de Lensculture-site gekeken. Benieuwd naar jouw verhalen?
Verleden sluitertijd gaat over vier generaties van Ingen, allemaal behept met het fotovirus. Volgens Marc van Ingen is zijn boek een fotobiografie. Het boek begint in 1881 met zijn overgrootvader en eindigt in 1973 wanneer Marc zijn jeugd als afgerond ziet en na het gymnasium diploma behaald te hebben andragologie gaat studeren in Utrecht.
Bijna 100 jaar familiegeschiedenis, overzichtelijk samengebald in een 2,5 cm dik boek. Familiegeschiedenis die niet alleen van belang is voor degenen die tot de familie behoren, maar ook voor anderen die er met veel plezier in kunnen bladeren en lezen.
De geschiedenis van het Rijke Roomse Leven ontrolt zich voor onze ogen zowel in midden Nederland als in het Zuiden. Je maakt kennis met de technische ontwikkelingen, de veranderingen in het onderwijs en de maatschappelijke veranderingen. De kracht van het boek is de rijkdom aan foto’s, veelal uit een goed bewaard familiearchief en de relatief korte tekstfragmenten (altijd slechts een halve pagina) die je letterlijk meenemen in de tijd, de verleden tijd. Helder van opzet. De sluitertijd duidt uiteraard op de ‘druk-op-de-knop’ maar is ook een goede term omdat het boek fragmentarisch is opgezet.
We gaan naar Zandvoort.
Marc van Ingen beschrijft de geschiedenis en neemt ons daarin mee in anekdotes, voorvallen en situaties die het dagelijkse leven overstijgen. Hoe de fotografie zich in die bijna 100 jaar heeft ontwikkeld, komt tot uiting in de vele foto’s; van de deftige portretkaart in albuminedruk tot het ‘langharig tuig’ van de gymnasium eindexamenklas. Het is een boek dat heel makkelijk leest vanwege de eenvoud in opzet, links relevante tekst en op de rechterpagina de foto of illustratie. Steeds één spread met één onderwerp in woord én beeld.
boven: de geheime foto en onder Mien, mijn moeder, nog in vol ornaat met rechts haar zus Marie die reeds was uitgetreden. [1938]
Mij bracht het …
De foto’s in samenhang met de teksten brachten mij bijna als vanzelf terug in mijn ‘jongenstijd’. De Koude Oorlog, die we nu meer als ‘warme oorlog’ zouden kunnen betitelen als we kijken naar de huidige mondiale dreigingen. De communicatie van ‘dagen-geen-nieuws’ tot het meekijken naar de reportage van de rampspoed die zich ter plekke voor onze ogen voltrekt waar ook ter wereld.
Ik had een zeer vrome vader en moeder, goede katholieken mag je zeggen. Met het boek van Marc in de hand beleef ik opnieuw de draaiing van het altaar met 180 graden in beginjaren zestig in de katholieke kerk en de hostie die in de hand werd gedrukt bij het ter communie gaan.
Mijn vader heeft dat lang geweigerd, niet zozeer uit hygiënische overweging. Nee, hij vond het ongepast dat ‘onze lieve heer’ zomaar in de werkhanden van een sigarenmaker werd gedrukt. De kracht van het boek ‘verleden sluitertijd’ is wat mij betreft gelegen in het feit dat Marc met zijn eigen fotobiografie ook mijn geschiedenis herschrijft, en van vele anderen. Hij laat ons, wellicht opnieuw, kijken naar ons eigen verleden, zowel via het woord als het beeld.
Marc, Lid van de fotogroep Interfocus, schrijft me nog het volgende: “De belangrijkste bron van Verleden Sluitertijd was het fotoarchief van mijn vader. Maar soms had ik wél een verhaal en geen eigen foto’s. Beeldbanken van archieven boden dan uitkomst.
Het verhaal van de hongertocht tijdens de Hongerwinter van 1944 moest verteld worden, maar ik had geen eigen foto natuurlijk. Googlend vond ik de iconische foto van Cas Oorthuys, die exact weergeeft wat ook mijn familie overkwam. Wel een met copyright, die ik niet zomaar mocht overnemen. Via het Nederlands Fotomuseum kreeg ik contact met de erven van Oorthuys. Na uitleg waar mijn boek over gaat, kreeg ik toestemming. Bovendien met extra info, want deze foto is onderdeel van de collectie van ‘Het geheugen van Nederland’, maar wordt daar spiegelverkeerd weergegeven. De foto is trouwens niet helemaal scherp. Cas Oorthuys – een van de fotografen van de groep ‘De Verborgen Camera’ maakte hem heimelijk met zijn Rolleiflex, verborgen onder zijn jas. Hij kon zo onmogelijk goed scherpstellen.”
Verleden Sluitertijd is alleen verkrijgbaar via www.boekenbestellen.nl (type in de zoekbalk verleden sluitertijd).
Marc van Ingen (1953) is geboren in Amsterdam, de vierde daar geboren generatie. Hij groeide op in Santpoort (NH) en Melick (L). Hij woont in Beegden (L). Van jongs af aan was hij vertrouwd met zowel fotografie als copywriting door het werk van zijn vader. Na het Bisschoppelijk College in Roermond, studeerde hij andragologie in Utrecht. Hij was vooral werkzaam in zorg voor mensen met een beperking. Als tegenwicht volgde hij de opleidingen beroepsfotografie bij Syntra in Hasselt (B) en Fotokunst aan Kunstacademie Maasmechelen (B). Zijn afstudeerwerk was het werk ‘decomposing love letters’, een uitwerking van eerder gevonden liefdesbrieven van zijn ouders, overigens zonder dat het liefdesleven prijs werd gegeven.
Afgelopen week heb ik weer een mentoraat/coaching afgesloten. In dit geval een afdelingsmentoraat in Brabant Oost waarin elke deelnemer aan een eigen project heeft gewerkt. Het is altijd weer een feestje om te zien waar iedereen gedurende een maand of zeven mee bezig is geweest en wat je te zien krijgt op de afsluitende avond.
Er is een boek (in druk verschenen en digitaal hier te bekijken) verschenen waar elke fotograaf een deel van zijn project toont en op de afsluitende avond waren er grote expositie-afdrukken te bewonderen en videopresentaties. De fotografen mogen trots zijn op hun werk, de inspanningen én de creativiteit en in het verlengde daarvan ben ik ook best wel trots op dit mentoraatsproject. Het was het fijn om mijn bijdrage hieraan te kunnen leveren.
Een van de deelnemers is een fervent liefhebber van alles wat met ronkende motoren te maken heeft. In het mentoraat kwam hij met een enigszins verrassend thema, namelijk het thema ik wil fotograferen ‘wat je niet kunt zien’. Hij maakte het al snel duidelijk met de opmerking dat muggen het wel kunnen zien, maar wij mensen kunnen slechts een bepaald deel van het spectrum van het licht kunne waarnemen en daarbuiten niet. Met een speciale eigen gefrabiceerde camera en het ‘licht’ dat zijn ‘muggencamera’ wel kan zien maakt hij fraaie beelden. Het zijn ook kunstwerkje die de esthetica zeker niet links laten liggen, maar als gepensioneerd fysicus is het hem niet uitsluitend daarom te doen.
Hieronder kun je zijn presentatie van dat mentoraatswerk van Harry Michiels bekijken en deze link verwijst naar de meer technische uitleg over zijn hedendaagse digitale infra-rood fotografie.
Wellicht ben je dit logo nog niet eerder tegengekomen.
Het is het beeldmerk van FotoEventNijmegen. Een stichting die sinds 2024 de fotografie naar de stad brengt. Denk aan FotografenCafé’s, Live- interviews met fotografen en Fotoprojecten. Zij brengen boeiende programma’s, maken spontane ontmoetingen mogelijk en bouwen in samenwerking met velen aan een actief en bruisend fotografennetwerk.
Zo is er aansataande zondag 30 maart 2025 (14.30 – 16.00 uur) een interview waarin Robert Theunissen in gesprek gaat met Rob Hornstra over zijn fotoprojecten in Rusland en zijn lopend project ‘The Europeans’ (Aanmelden via de website).
Fotoclub Nijmegen, Fotobond Gelderland-zuid en Fotobolwerk uit Nijmegen zijn de initiatiefnemers van FotoEventNijmegen. Zij worden daarbij geholpen door een groeiend aantal fotografen uit de regio en subsidieverstrekkers.
Ambitie: ‘FotoEventNijmegen is er voor de vrijetijds- en professioneel fotograaf. Wat zij gemeen hebben is ambitie. Ambitie om zich te ontwikkelen en te groeien als fotograaf.’
Dit jaar is er een bijzonder project gestart: NIJMEGEN, MIJN STAD, MIJN THUIS. Vanaf februari hebben fotografen zich ingeschreven om dit project te gaan verbeelden. Een dertigtal fotografen is nu aan de slag en zij worden daarin gecoached door een aantal professionele professionele fotografen. Het wordt ongetwijfeld een succesvol project voor de deelnemende fotografen maar ook voor iedereen die de fotografie een warm hart toedraagt. Er kan dan ook door een breed publiek uitgekeken worden naar een fraai resultaat in een expositie. Een mooi podium om de band met Nijmegen aan anderen te laten zien. Voor meer informatie zie de website van FotoEventNijmegen.
Natália Evelyn Benčičová (1992) is een jonge fotografe uit Bratislava. Naast fotografie werkt ze ook met mixed media.
Een van haar series ‘WORK in PROGRESS’ doet naar mijn mening recht aan deze tijd. Een tijd van de ‘zelven’. Als ik kijk naar TV of fotobeelden van machtige wereldleiders denk ik opgeblazen Michelin mannetjes te zien. Hun ego druipt er van af en ik stel me soms de vraag hoe die verder bevredigd kan worden. Nog meer land afpakken, Groenland erbij, Gaza verder vernietigen, Oekraïne plat annexeren en ‘so on and so on’. Hoe groot moet je worden om de grootste te zijn?
Terug naar het Work in Progress van fotograaf Natália Evelyn Benčičová. De presentatie is uitgegroeid tot een fenomeen door de mogelijkheden van de digitale media. Er is sprake van een overmaat en het uitvergroten van de idee. Bovendien moet men de publicitaire waarde steeds groter vinden als wat het werkelijk betekent. Daarom ontstaond ook mijn parallelle denken over de zogenaamde ‘grote jongens’. De binnenkant wordt letterlijk onzichtbaar en alles aan de ‘buitenkant’ wordt getransformeerd tot het allerbelangrijkste. Ook hierin herken je bijvoorbeeld de gebruiken in de social media, de influencers, het erbij willen horen, …
Haar serie ‘KUNSTMATIGE TRANEN’ werd in het maartnummer van het Duitse PHOTONEWS gepubliceerd. Natália begon de serie in 2017 met het onderzoek naar het verschil tussen mens en machine. Daarmee is haar werk niet alleen een artistieke uiting, maar kan ook gezien worden als het zoeken naar de fysieke en ‘mentale’ grenzen van machines en mensen. En dat in een tijd waarin AI in opmars is en waar we volop de discussie hebben of dat moeten zien als een zegen of een vloek. Zolang mensen wel denken, zijn het altijd de mensen die het voor het zeggen blijven hebben.
Het maakt mij niet uit als je maar blijft wel denken of weldenkend blijft!
Bij beeldrijmen probeer je in de foto twee elementen met elkaar een specifieke relatie aan te laten gaan. Op de foto hierboven, op zich geen bijzonder beeld van een man die op straat staat, krijgt iets extra’s doordat de fotograaf het glimpje sok ‘verbonden’ heeft met de rode verfvlek op het wegdek. Als je nog wat verder kijkt zie je ook nog een rode veeg linksonder in de foto. Bijna automatisch ga je in gedachten de relatie leggen tussen de rode sok en de rode vlek. Automatisch want feitelijk is er geen enkele reden om op zoek te gaan naar de relatie. Kennelijk verwachten we een bedoeling of idee van de fotograaf en gaan we daarnaar op zoek. Niet alleen is dat zo bij ‘beeldrijm’ foto’s. In deze blog heb ik al weleens eerder aandacht besteed aan combinatiefoto’s. Foto’s die in tweetalen een bepaalde verbinding aangaan. Als daarin de vorm (compositie, kleur, materiaal en dergelijke) een bepalende rol speelt, is er met die twee foto’s ook sprake van beeldrijm.
Als je het helemaal te gek vindt, kun je eens kijken naar het boek met de weinig verrassende naam ‘BEELDRIJM’ van Jedithja de Groot (Galeriehoudster Amsterdam) die jarenlang elke vrijdag twee rijmende foto’s in het Parool publiceerde. Ze rijmde een beeld/foto uit de (hedendaagse) kunst en cultuur wereld met een foto uit de collectie Spaarnestad. Het lijvige boek (meer dan 1000 pagina’s) is te koop voor bijna 50 euro [EAN 9789083301921].
In deze tijd van dreiging op nogal wat plaatsen en gebieden kan deze uitspraak al snel als misplaatst worden gezien. Toch, op de keper beschouwd is het uitsluitend het ‘gebod’ waarop een militair zijn gereedschap moet tonen. Vaak wordt daarom gevraagd door een hoger in rang geplaatste bij officiële en belangrijke of belangwekkende gebeurtenissen.
In de fotografie kun je je werk op heel veel verschillende manieren presenteren, van het kleine schoenendoosafdrukje tot aan de museumprint op dibond van meer dan een meter breed. In heel veel van je werk maak je je niet eens druk om de presentatievorm. Vaak dient het slechts één doel. Een herinnering voor jezelf, een studie die je nog verder uit wilt werken, probeersels waarvan de meeste in de prullenbak verdwijnen. Maar uiteindelijk wil je dat ene beeld of die serie aan een groter publiek tonen. Is het een toevallige passant die je website bezoekt of is het een gezelschap van fotovrienden die op een clubavond naar elkaars foto’s kijken of misschien is het wel die belangrijke uitnodiging dat je foto uitverkoren is om in een fotogalerie te tonen. Presentatievorm speelt dan wel degelijk een rol, nog sterker de vorm waarin je je werk presenteert versterkt (of verzwakt juist) de inhoud van je werk. Een mooi voorbeeld hiervan kwam ik per toeval tegen toen ik op zoek was naar het werk van Paul Bogaers (o.a. fotocombinaties). Al zoekende kwam ik op een video van kunstenaar Paul Bogaert terecht waarin hij zijn kunstwerken besprak. Kunstwerken die een ander mens tot prullaria zou betitelen of als dingen die je snel met de kliko het huis uit zou moeten doen. Niet Paul Bogaert, zijn stelling is dat voorwerpen een nieuwe – andere – betekenis kunnen krijgen door de manier waarop ze gepresenteerd worden. En volgens mij zijn er parallellen met foto’s te trekken. De foto in je plakboek 10×15 cm groot en diezelfde foto 40 x 60 in een mooie donker houten lijst in de galerie of dat beeld in het boek op perkamentachtig geschept papier. Kijk en luister even naar deze korte video.
Koos Breukel in FOAM tijdens zijn expositie en in ngesprek met studenten | foto Peter van Tuijl 14-2-2025
Het is not done om te beweren dat iemand de beste is van een fotoclub of afdeling, laat staan wie de beste van het hele land is… Ik heb prachtige fotoboeken van fotografen, maar in ieder geval is er één boek waarin het portret zo manifest aanwezig is en op een manier dat je zowel de gefotografeerde denk te leren kennen als de fotograaf.
Dat boek is van fotograaf Koos Breukel en heet ME WE
Afgelopen vrijdag bezocht ik samen met een oud-collega de expositie in FOAM waar Koos Breukel ook zelf aanwezig was. We waren het grondig met elkaar eens … Nagenoeg bij elk portret hadden we het idee dat we de geportretteerde leerde kennen en dat hij of zij zich oprecht aan ons presenteerde. Dat we iets van het wezen van de persoon in kwestie ervoeren. In het boek Dutch Identity, over hedendaagse Nederlandse portretfotografen, lees je dat elk portret iets zegt over de persoon, maar zeker ook over de fotograaf. Dat ervaar je als je in ME WE bladert of de foto’s op de expositie bekijkt. Dat kan nog tot 26 februari en als je er bent terwijl Breukel ook nog aanwezig is, beleef je een paar geweldige uurtjes zeker als je de meester ‘in actie’ ziet. Overigens acties die heel veel rust in zich hebben en de empathie die ik in zijn foto’s denk te zien, ervoer ik ook in de omgang met de jonge studenten van de Rietveld academie.
tijdens de expositie van Koos Breukel in Foam met op de achtergrond een van zijn portretfoto’s de fotograaf Robert Frank | foto Peter van Tuijl
Het grote verschil tussen andere studiofotografen en Koos Breukel is dat hij mensen fotografeert omdat hij wil weten of ze door tegenslagen in hun leven op de een of andere manier letsel hebben opgelopen en of ze dit hebben verwerkt. [citaat op de website van Koos Breukel]
Begin januari schreef ik een blog met als titel STILTE onder andere over de Spaanse fotograaf Maria Tudela. Nu, opnieuw een fotograaf die verrast met beelden nameleijk de Japanse Yasuhiro Ogawa.
Japanse fotografie staat ‘bekend’ om de rust en de gelaagdheid van de beelden. Kennelijk is er een kenmerkende Japanse beeldtaal, ongeacht thema of onderwerp.
Terzijde, maar toch de moeite waar: de Belgische Annemarie Zethof en Martijn Pieterson hebben een Galerie (Antwerpen) die gespecialiseerd is in Japanse fotografie. In het digitale magazine van de ‘Belgische fotobond’ BREEDBEELD verscheen twee jaar geleden een interessant interview met hen. Als je wilt lezen…
Terug naar de fotograaf die ik graag even wil voorstellen Yasuhiro Ogawa [Anagawa, 1968].
Ogawa is een rijzende ster aan het hedendaagse Japanse firmament en zijn foto’s ademen een mysterieuze, tijdloze en beschouwende sfeer. Zowel in landschappen als in stadsbeelden weet hij te betoveren in verstillende contemplatieve beelden. Naar mijn idee gaat het zelden om feiten, eerder laat hij de interpretatie over aan de beschouwer. De beeldtaal in de (meeste) kleurenfoto’s doen me denken aan de beelden van de Amerikaanse fotograaf Saul Leiter [1923 – 2013] waarvan t/m 23 paril 2025 een grote expositie in FOAM (Amsterdam) is, onder de titel An Unfinished World.
Van zijn zwart-wit beelden wordt wel gezegd dat hij geïnspireerd is door de oude meester Sebastiäo Salgado [Brazilië 1944]. Ogawa ontdekte Salgado toen hij 23 jaar oud was en begon vanaf dat moment zijn eigen ‘reisfoto’s’ te maken. In de foto’s van Ogawa vormen ook de grove korrel, de grote zwart-wit contrasten, de duisternis en vervaging wezenlijke aspecten in de beeldtaal. In de reisfoto’s is naast de eenvoud juist ook het ondoorgrondelijke en mysterieuze aanwezig. Dat geeft visuele beeldspanning aan zijn foto’s, maar is tevens een inhoudelijke trigger om de foto’s langer te bekijken en je een mening te vormen.
De gehele website van Ogawa vind ik wel interessant, maar in het kader van deze blog ‘STILTE’ wil ik in ieder geval graag de series ‘Into the Silence’ (kleur) en Tokyo Silence (zw) aanbevelen.
Hij heeft tot nu toe zes fotoboeken gepubliceerd en verschillende prijzen gewonnen. De ‘LEICA-fotograaf’ woont en werkt in Tokio en behoort tot een van de belangrijkste hedendaagse fotografen van Japan. Eind 2024 had hij nog een grote expositie in Berlijn, maar daar heb je nu niks meer aan. Wellicht vergoedt de video hieronder dat enigszins… .
Vandaag naar de retrospective van Alice Springs [1923-2021]. June Brown is geboren in Melbourne en trad op onder haar artiestennaam June Brunnel als actrice. In 1947 ontmoette ze Duitse fotograaf Helmut Newton die in dat jaar een fotostudio in Melbourne was begonnen. In 1970 startte ze haar carriere als fotograaf onder de naam Alice Springs. In 2004 overleed Helmut Newton na een ernstig verkeersongeval en Alice Springs in 2021 in Monaco. Hun familiegraf is in Berlijn evenals het museum Helmut Newton Foundation. Als je er nog nooit geweest bent, een aanrader en vlakbij is de C|O galerie, beide met veel kwaliteitsfotografie.
De expositie in Schloss Moyland met veel werk van haar en ook nog wel flink wat foto’s van haar man Helmut Newton is de moeite waard. Haar fotografie onderscheidt zich van haar man en de vele portretten van haar zijn erg aansprekend, raak en persoonlijk. De afwerking en techniek zijn geweldig en ik verbaasde me over de stofuitdrukking en detaillering in haar foto’s.
(r) Alice Springs photographed by Helmut Newton and (l) the old holy water font in Schloss Moijland | foto Peter van Tuijl.
Een van de foto die Helmut Newton van zijn vrouw maakte, halfnaakt schuddend aan een boom, hangt in het kasteel (museum Moyland) vlak naast een oud wijwatervat. De overeenkomst deed me denken aan de fotocombinaties van fotograaf/kunstenaar Paul Bogaers. Paul Bogaers stelde foto’s samen naast elkaar ten toon die op verschillende tijdstippen, soms zat er wel een paar jaar tussen, en op verschillende plaatsen gefotografeerd waren. De context van de beelden wordt daardoor anders en je gaat inhoud en vorm aan elkaar koppelen of een nieuwe betekenis geven. Zo ook hier de halfnaake vrouw met de boom en het wijwatervat met de grillige vormen van takken op de achtergrond.
Überhaupt is het museum prachtig om te vertoeven, er zijn meerdere toonaangevende exposities per jaar én heeft heel veel kunst in huis van Joseph Beuys [Krefeld 1921-Dusseldorf 1986], een geliefd kunstenaar in deze streek. Er zijn weinig materialen waar Beuys geen kunst mee gemaakt heeft en hij wordt beschouwd als één van de meest invloedrijkste Duitse kunstnaars. Ook in het museum in Kleve (Kurhaus) is veel werk van hem in een permanente expositie opgenomen. Niet zo vreemd als je weet dat hij daar gedurende een aantal jaren zijn atelier had. Naast zijn veelzijdige beeldend werk was hij ook een performance kunstenaar. Hij sloot zich begin jaren 60 aan bij de beweging Fluxus en werd ook daarvan een van de beroemdste leden.
In het schloss liet ik me ook door hem inspireren tot de parodie. Een nietszeggende hoekje in het museum, een tekstplaatje van Beuys en met wat montagewerk en ‘shoppende’ verschuivingen maakte ik het beeld ‘een parodie op het werk van Joseph Beuys’ met als subtitel ‘de stilte wordt overbelast’. Het zijn overigens niet de benen van Alice Springs en ook niet van Marlene Dietrich, wildvreemde benen dus.
‘een parodie op Joseph Beuys’ – ‘de stilte wordt overbelast’ | in Schloss Moyland, Bedburg Hau 29 januari 2025 | inspiratie door het werk van Joseph Beuys, Beeldend kunstenaar | foto, montage en bewerking Peter van Tuijl.
Pas op … de expositie met het werk van Alice Springs is bijna afgelopen, na 16 februari 2025 is het gedaan.
Manuela Federl werkt al meer dan 15 jaar als journalist. Ze studeerde talen, economie en culturele studies met een focus op Romaanse studies aan de Universiteit van Passau in Duitsland en de Universidad de Concepción in Chili.
In 2016 ontving ze de Short Plus Award voor haar speelfilm “100 Hours of Lesbos”. In 2021 kreeg ze verschillende prijzen voor haar documentaire “THE GAME. Gambling between life and death” over de situatie van vluchtelingen aan de EU-grens. Sinds twee jaar reist ze door verschillende landen om maatschappelijke onderwerpen in beeld en tekst te documenteren.
Bijna alle fotografen maken meerdere foto’s van een bepaald onderwerp. Later kies je de beste, de foto die het meest laat zien wat jou boeit. Naar mijn idee helpt het als je bij deze keuze daarover praat met andere fotografen (een geschikte reden om lid te zijn van een collectief) én ook met andere, niet fotografen. De reacties maken helder welke interpretaties aan je foto gegeven kunnen worden. Het is altijd de fotograaf die wikt en weegt en uiteindelijk kiest.
Een vraag van een andere orde is die van het aantal foto’s die je nodig hebt om een bepaald thema of onderwerp van verschillende kanten te belichten. Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig,
De Nederlandse fotograaf/filmer Kadir van Lohuizen werkte gedurende een paar jaar aan zijn meest recente project Food for Thought en maakte duizenden foto’s (en een flink aantal films) om duidelijk te maken waar ons voedsel vandaan komt en welke gigantische industrie erachter schuil gaat. Een grote expositie en een boek waarin het verhaal verteld wordt met honderden foto’s en bovendien nog een televisieserie met drie afleveringen. De complexiteit en de omvang van een project zijn beslissend voor hoeveel foto’s je nodig hebt om je verhaal voor het voetlicht te brengen. Overigens bestaan grote verhalen vaak uit subthema’s en ook daar kan dezelfde vraag weer gesteld worden. Een heel fijn interview met Kadir van Lohuizen vind je hier en een korte impressie wordt in onderstaande video gegeven.
Als vrijetijdsfotograaf of amateur zullen we waarschijnlijk niet aan dergelijke grootschalige en langdurige projecten werken. De fotograaf Callie Eh werkt aan veel projecten waarbij de focus ligt op één persoon. Daarvan heeft ze een grote reeks gemaakt met als overkoepelend thema ‘GELUKPROJECT’. De vraag naar welke foto’s je nodig hebt (en hoeveel) om het geluk van iemand te laten zien, kun je prima in deze reeks beoordelen. Callie Eh maakt foto’s waarbij de persoon in actie is -dagelijkse activiteiten- en foto’s die meer een beschouwend karakter hebben, waarbij het accent gelegd wordt op wie de man of vrouw is en hoe zijn/haar geluk beleefd wordt. Je moet zelf maar kijken hoe ze het heeft aangepakt en hoe ze omgaat met het aantal foto’s en de verhouding tussen beschouwende beelden en informatieve foto’s. Open hier haar website en kijk onder het menu gelukprojecten.
Vergeet zeker niet om ook te kijken naar het al jaren lopende project over haar oma Hedwig onder het submenu SERIE op haar website.
En je begrijpt waarschijnlijk al dat ik op de vraag ‘hoeveel foto’s in een verhaal of fotoserie’ het antwoord schuldig moet blijven. Uiteindelijk is de ‘vrije fotograaf’ degene die wikt, weegt en beslist en als eerste zijn/haar keuze het beste kan toelichten.
De shortlist voor de Zilveren Camera 2024, dé prijs voor fotojournalistiek en documentairefotografie, en de Prijs voor Storytelling is zojuist bekendgemaakt. De 11 deeljury’s hebben in korte tijd alle inzendingen beoordeeld en per categorie een top 5 enkel en top 5 serie samengesteld. Tijdens de jurydag is er een definitieve shortlist bepaald.
Soms word ik benaderd door een fotogroep met een speciaal verzoek voor een mentoraat. Een mentoraat dat gericht is op een einddoel voor de gehele fotoclub. Bijvoorbeeld ter voorbereiding op een thematische jubileumexpositie. Iedereen werkt aan hetzelfde thema, maar wel op een eigen persoonlijke manier. Dat kan, maar het wordt wel (heel) lastig als een club meer dan pakweg 25 leden telt. De kneep zit hem juist dat elke fotograaf vanuit kennis, ervaring en persoonlijke voorkeur succesvol aan het thema moet kunnen werken. Dus uiteindelijk één thema maar wel met heel veel verschillende persoonlijke uitwerkingen. Mooi om te doen als mentor, maar er zijn dus grenzen.
In de loop van de jaren heb ik veel materiaal verzameld langs de lijn van thema’s. Die verzamelingen komen in een dergelijk mentoraat van pas. We beginnen met een inleidende avond waarin we het thema verkennen, mede aan de hand van de verzamelingen met de verschillende uitwerkingen van andere fotografen.
Een van ‘mijn fotografen’ uit de verzameling met als thema ‘STILTE’ is de Zuid-Spaanse Maria Tudela.
Haar werk vertoont vaak onscherpte, vervaging in de ruimte, pictorale beelden, sporen van imperfectie of droombeelden. Daarmee is zeker nog niet alles gezegd. Zelf vindt ze dat haar foto’s ook iets van decadentie hebben. Het is niet de techniek die overheerst maar de artistieke kwaliteit in een vaak nostalgische sfeer. Het zijn dan ook niet zozeer feiten die ze ons voorschotelt. Volgens mij zijn haar foto’s zeer suggestief. Ze toont ons een wereld waaraan je als beschouwer zelf betekenis geeft. En net als dromen zal de uitlag van die wereld niet voor iedereen eenduidig of hetzelfde zijn. Dat vind ik ook de rijkdom van foto’s en de betekenis van fotografie in het algemeen.
Als je haar werk bekijkt, hoop ik dat je begrijpt dat ze als één van de inspiratiebronnen kan gelden als het gaat om het thema STILTE.
Maria Tuleda woont in de regio Murcia en is/was verpleegster van beroep. Neem zeker een kijkje op haar website als je geïnteresseerd bent in stilte …
Zo aan het einde van 2024, op de valreep de foto’s die Chritine de Middel [President van Magnum] heeft uitgezocht… Foto’s die niet alleen ellende verbeelden, maar ook foto’s van hoop voor de toekomst of foto’s die jij en ik zouden hebben kunnen maken (nou ja ..). Als je wilt kijken …
De Palestijnse fotograaf Sakir Khader werd als aanstaand lid toegelaaten tot het agentschap. Sakir Khader is een 33-jarige Palestijnse documentairefotograaf en filmregisseur die in Nederland woont. Het vastleggen van leven en dood in conflictgebieden vormt de kern van zijn praktijk, waarbij hij zich concentreert op landen in het Midden-Oosten. Khader heeft ook uitgebreid gedocumenteerd in Palestina. Bekend om zijn rauwe maar intieme filmische signatuurstijl, probeert zijn praktijk de poëtische treurigheid van het dagelijks leven te belichten.