Afgelopen donderdag bezocht ik met vrienden de expositie van Edward Burtynsky in het museum Helmond. Het museum is weliswaar geen ‘echt’ fotomuseum maar inmiddels zou die toevoeging niet misstaan. Met. in de afgelopen vier jaar, topexposities van o.a. Joseph Koudelka, Steve McCurry, Mich Epstein, Carl de Keijzer, Harry Gruyaert, Alec Soth en nu dus Burtynsky verdient de curator (Frank Hoenjet) aldaar zeker een pluim. Het is bijzonder dat exposities die op verschillende plaatsen in de wereld te zien zijn en waarvoor flink in de buidel moet worden getast, door slim (wervings)beleid ook lekker dicht bij huis te zien zijn.
Was het maar fake !
Voor de wereldberoemde fotograaf Edward Burtynsky (1955, St. Catherines, Ontario) is deze tentoonstelling een kroon op zijn werk. Sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw, toont hij hoe de mens het landschap blijvend verandert. Voor het eerst doet hij dit, samen met de filmmakers Jennifer Baichwal en Nicolas de Pencier, vanaf zeer grote hoogte met behulp van drones, kranen en satellieten. Het levert een haast abstracte weergave van een schokkende realiteit op. Je zou hopen dat het fake was wat hij ons voorschotelt. Bij het bekijken van de vele immens grote foto’s stelden mijn vriend de vraag in hoeverre ons stikstofprobleem (lees het ‘breder’ als je wilt) eigenlijk wel echt het probleem is.
Voordat het te laat is
Een expositie die iedereen (burgers, boeren en de buitenlui uit Den Haag) gezien zou moeten hebben voordat het te laat is. De expositie duurt nog slechts tot 11 september aanstaande, dus opschieten Christianne, Mark en Johan.
Wat kunnen we eraan doen? In de benedenzaal van het museum (de Global Green Room) staat met name deze vraag centraal: wat kun jij doen voor een betere wereld? Er wordt een leerzame film gedraaid over de werkwijze van Burtynsky en zijn kompanen en bovendien worden er (kunstzinnige) ‘groene’ initiatieven getoond van jong aanstromend talent.
Jaarlijks wordt op het prestigieuze fotofestival in Arles een boek uitgekozen die het predicaat BOOK AWARD verdient. Het is volgens mij niet niks als je uit zo’n 700 boeken (uit 34 landen) op de shortlist komt te staan (ongeveer 10% komt op de shortlist) en daaruit als het ‘beste boek’ wordt gekozen. Het moet bovendien een boek zijn dat het predicaat verdient vanwege het hedendaagse, zowel in thematiek als in ontwerp en uitvoering. Tijdens de openingsweek van het festival werd STRIKE van Rafal Milach als HET BOEK VAN 2022 bekend gemaakt. Het is niet alleen de verdienste van Milach. Hij heeft het boek gemaakt met een heel collectief fotografen en designers. Het is in mijn ogen wel een heel bijzonder boek geworden en laat ook duidelijk zien hoe het fotoboek aan het veranderen is. Ook nu nog bestaan ze, de boeken met op elke spread of pagina een foto, meestal allemaal van hetzelfde formaat en eventueel met een korte aanduiding. Maar meer en meer zien we verhaallijnen in de professioneel vormgegeven boeken verschijnen met een soort van ‘underground achtige’ uitstraling. Strike is wat mij betreft zo’n boek. Onderaan deze blog vind je een link waardoor je een prima indruk krijgt naar de uitvoering van het boek.
Strike is een visueel verslag van de protesten die op 22 oktober 2020 in heel Polen begonnen en in de daaropvolgende maanden in verschillende vormen aanhielden. Sinds 2015 is het Poolse volk de straat opgegaan om te protesteren tegen veranderingen in abortuswetten, klimaatverandering, de politisering van de rechterlijke macht en de LGBTQ-rechten.
Sinds 2019 is Milach samen met zestien collega-fotografen co-creator van het Archief van openbare protesten(APP), een platform voor het verzamelen van documentatie van sociale acties en basisinitiatieven die zich verzetten tegen politieke beslissingen die in strijd zijn met de principes van democratie en mensenrechten. Strike is een onderdeel van dit archief.
Inmiddels exposeert Fotogroep in Haaksbergen al voor de vierde keer een fors aantal foto’s op groot formaat tijdens de zomermaanden in de gemeente Haaksbergen. Een aantal jaren geleden waren het foto’s in de bosrijke omgeving van de stad. Pakweg 20 km met de fiets in een prachtige omgeving waarbij de grote zeildoeken en panelen verrassend met het landschap interfereerden.
Dit jaar is de expositie er zeker niet minder om, maar wel anders. Nu heeft men het centrum van Haaksbergen als locatie voor de expositie gekozen. Gemakkelijk beloopbaar en zeker ook interessant voor de toeristen die hier elke zomer komen.
De club is ook in deze expositie origineel te werk gegaan door de foto’s op verschillende materialen af te drukken. Ze zijn geprint op motorkappen, kubussen rond bomen, deuren, metalen deksels, zeildoeken en hout- en de gebruikelijke hoogwaardige aluminium panelen.
Van nagenoeg alle fotografen van Fotogroep zijn foto’s opgenomen. Afgelopen zondag slenterde ik door het centrum. Nog tot 31 oktober 2022 is dit ook voor jou weggelegd. Ontmoet de fotografie in Haaksbergen, ga kijken. En o ja, af en toe bukken of buigen voor de foto’s!
Afgelopen nacht overleed schrijver en dichter Remco Campert. Hij is 92 jaar geworden. Vroeger las ik CAMU op de voorpagina van de Volkskrant vaak met een glimlach. En zo ook zijn verhalen en gedichten waarin hij het leven schalks én met diepgang aan de orde stelde. Kleine verhalen werden groot en groots. Op zijn tachtigste verjaardag maakte ik dit portret van hem in Amsterdam.
Remco Campert een eerbetoon
Deze foto staat in het boek ‘het eigen gezicht’ op pagina 220. Ook de ‘vijftiger’ Simon Vinkenoog is twee pagina’s verder te vinden. Via deze link kun je het boek op Issuu bekijken.
John Goldsmith is een ware kunstenaar als het gaat om straatfotografie. Hij is naast fotograaf ook adviseur en professionele drukker. Ik vind het geweldig boeiend hoe hij in zijn werk op zoek gaat naar de grenzen van licht en donker. Vooral het donker schuwt hij niet. Daardoor ontstaan er beelden die de werkelijkheid overschaduwen, zowel letterlijk als figuurlijk. De straat wordt een theater in zijn fotografie waarin op verschillende plaatsen in het beeld ‘acteurs’ en ‘decorstukken’ lijken te verschijnen. De hectiek van de straat wordt met donkere vegen en lichte strepen of vlakken teruggebracht tot een adembenemend ritme. Een beeldstijl die zeker wel wat overeenkomsten vertoont met die van de magnumfotografen Trent Park en Alex Webb. Goldsmith onderzoekt in zijn werk de meer filosofische en beschouwende kant van de documentaire fotografie. Op zoek naar verhoudingen in het straatbeeld en en menselijke interactie zonder de waarheid te vertellen over de feiten. De sfeer die hij daarmee creëert draagt nog eens extra bij aan ‘het theater van de werkelijkheid’.
John Goldsmith, geboren in Detroit, woont en werkt thans in Vancouver. Hij is tevens één van de oprichters van het collectief met de website strange.rs. Zeer aan te bevelen om ook daar een kijkje te nemen. Surf door de projecten of maak kennis met andere fotografen (met linkjes naar de desbetreffende websites). Kijk eventueel ook nog even op de website van leicaliker naar het werk van Goldsmith.
Felipe Romero Beltrán is een jonge (1992) van oorsprong Colombiaanse fotograaf. Sinds 2017 woont en werkt hij in Madrid. In juni 2020, tijdens de corona, begon hij aan het project ‘Dialect’ te werken. ‘Dialect’ gaat over een migrantencentrum in Sevilla. Hij bezocht het centrum dagelijks, vaak liet hij zijn camera bij de portier aan de ingang staan en hing hij de hele dag rond samen met de migranten. Naar zijn idee was het belangrijk om op een emphatische manier naar de immigranten te kijken. Daarin speelde het contact een cruciale rol.
Naar zijn idee wordt en werd in de reguliere media een beeld geschetst dat geen recht doet aan de (mede)menselijkheid van de migranten. Hij wil de jonge mannen laten zien hoe zij zelf graag gezien willen worden.
“Dialect” is niet het eerste langdurige project van Felipe. Hij werkte aan een serie over migranten in het gebied rond de Rio Bravo in Noord-Mexico en bracht twee jaar door in Jeruzalem om de grenslijnen tussen Israël en Palestina te bekijken en vast te leggen. In 2020 bracht hij een fotoboek uit over de Magdalena-rivier in Colombia. De rivier was het symbool van de gewapende strijd in het land tussen de maffia, paramilitaire groeperingen en de FARC. Lijken werden in de rivier gedumpt en officieel zijn er meer dan 80.000 lijken door vissers uit de rivier gehaald.
Praten, schrijven en publiceren (met foto’s) over dergelijke kwesties is in Colombia niet zonder gevaar. Zijn verhuizing eerst naar Argentinië en later naar Spanje kan in dat licht een verstandige stap genoemd worden. Hij kan nu zijn onderwerpen vrijelijk publiceren. Anvankelijk studeerde hij politieke wetenschappen maar als snel bleek het beeld voor hem persoonlijk een krachtig middel om zaken aan de kaak te stellen.
Toen ik zijn werk op de website bekeek, werd ik verrast door het eigenzinnige waarmee hij zijn documentaire onderwerpen in beeld zet. Wanhoop van mensen worden afgewisseld met mooie romantische momenten en sferen. Daardoor wordt hetgeen hij wil laten zien – de omstandigheden waarin mensen verkeren – wellicht nog krachtiger aan de orde gesteld. Daardoor wordt het werk ook meer beschouwend van aard, je kunt er over nadenken of ‘meevoelend’ kijken. In 2020 was hij één van de fotografen die deelnam aan de Joop Swart Masterclass.
Ik ben geabonneerd op het gratis magazine GALLERY VIEWER [Contemporary Art Magazine] en las daar het interview met de bijzondere kunstenaar Fred Bervoets. Zijn leven en kunstenaarschap zijn helemaal in elkaar vervlochten, vergelijkbaar bijvoorbeeld met een kunstenaar als Salvador Dali of Pablo Picasso. Met een abonnement op Gallery Viewer in de bus, treft u regelmatig in je e-mailbox het magazine met daarin allerlei exposities in Nederland en België. Lees in dit geval eerst het boeiende interview met Bervoets en ‘registreer je desgewenst rechtsboven op je beeldscherm’. Kijk in de ateliers van beeldende kunstenaars waaronder natuurlijk ook fotografen. Veel plezier ermee!
De Rencontres d’Arles is een jaarlijks internationaal zomerfotografiefestival dat in 1970 werd opgericht door de Arles-fotograaf Lucien Clergue, de schrijver Michel Tournier en de historicus Jean-Maurice Rouquette.
De Rencontres d’Arles heeft een internationale impact door het grote aantal fotografen met een worldwide bekendheid en vaak werk tonen dat nog niet eerder op exposities is vertoont. Het festival trekt jaarlijks ruim 100.000 bezoekers. De openingsweek begint in 2022 op maandag 4 juli. Tijdens de eerste week van het festival zijn er heel wat wrokshops, exposities, arenapresentatie en het grote off-festival maakt dat er in totaal wel 150 exposities zijn te bezoeken. De stad in de Provence is die eerste week ‘vergeven’ van fotografen en ademt in alle opzichten fotografie. Het is om verschillende redenen prettig toeven in deze mooie stad met prachtig licht dat ook voor Vincent van Gogh van grote betekenis is geweest.
Na de openingsweek zijn alle officiële exposities, vaak op prachtige locaties, nog tot 25 september te bekijken. In Arles en directe omgeving zijn twee aardige campings zodat je makkelijk te voet naar de exposities kunt, een fiets is overigens helemaal prettig. Een wat luxere camping ligt wat noordelijker, ongeveer 15 km van Arles centrum af.
Bovendien is er dit jaar een extra educatief programma ontwikkeld waarmee je digitaal vanuit de ‘luie stoel’ kennis kunt maken met een groot aantal fotografen, hun werkwijze, strevingen en foto’s. Het educatief platform opent u hier (of klik op de afbeelding hieronder). Het zal u snel duidelijk zijn dat er op fotografen of op onderwerp/thema gekeken kan worden. Bovendien is bij het opennen van bijvoorbeeld een fotograaf ook de mogelijkheid nog een niveau ‘dieper’ te gaan en nog veel meer foto’s van de desbetreffende fotograaf te zien en nog veel meer. Deze site is een aanrader voor iedereen die van fotografie houdt en die zich enigszins (of juist heel diepgaand) wil verdiepen in de hedendaagse fotografie. En misschien zien we elkaar in Arles…
Piet Post (1948), dichter, schrijver, beeldhouwer schrijft op de achterflap van één van zijn dichtbundels “Sorry dat ik zo optimistisch klink, zo ben ik niet altijd”.
Dit jaar (2022) schreef hij het boek HET BIJZONDERE VAN HET GEWONE met daarin 23 essays. Over Marcel Duchamp, het hyperrealisme en over het feit dat humor je leven kan redden. ‘Over de dingen die voorbijgaan, de betrekkelijkheid van het leven en hoe weinig we ons ervan aantrekken.’ Het boek is filosofisch van aard, berust op waarneming van de ‘Groten der Aarde’ en van ‘Piet himself’.
Piet beschrijft in een van de essays ‘de kunst van het alledaagse’ en heeft daarvoor een aantal van mijn foto’s als illustratie gebruikt. Hieronder het relaas met enkele beelden.
De kunst van het alledaagse I
Sinds de jaren ’80 wordt de Canadese fotograaf Jeff Wall (1946) geprezen om zijn werk in de vorm van monumentale lichtbakken: ingelijste kleurendia’s die van achteren worden aangelicht door tl-buizen. Vanaf de jaren ’90 maakt hij ook zwart-witfoto’s. Zijn thema’s zijn schijnbaar alledaags maar tegelijkertijd ongelooflijk spannend. Wat op het eerste gezicht helder en begrijpelijk lijkt, is ook complex en raadselachtig. Mysterieuze alledaagsheid zou je het kunnen noemen, het mysterie dat zich juist manifesteert als er zogenaamd niets gebeurt of niets te zien is.
Jeff Wall zou je een meester van het non-event kunnen noemen, van een gebeurtenis die als belangrijk wordt voorgesteld maar dat helemaal niet is. Daarmee wil hij doordringen in het mysterie van de alledaagsheid. Je zit in een auto, je rijdt door een donkere straat en een ogenblik zie je in het licht van de koplampen een man die omkijkt naar een gebogen voortrennende voorbijganger. Er is een vage suspense. Wat gebeurt daar? Je zult het nooit weten. Bij het zien van Walls foto besef je plotseling hoe zelden je in staat bent om het mysterie van het alledaagse te doorgronden en hoe vaak je het ondergaat zonder erbij stil te staan.
Iemand die ook een bijzondere fascinatie heeft voor de werkelijkheid van alledag is de door mij bewonderde fotograaf Peter van Tuijl. Peter van Tuijl beschouwt zichzelf als een getuige van de dagelijkse werkelijkheid waarin gewone mensen figureren. Zijn straatfotografie ontstaat al wandelend, wachtend, pratend en kijkend terwijl zijn documentaire werk een meer conceptuele en onderzoekende benadering kent. In zijn straatfoto’s is vaak een verhalend element aanwezig. Hij noemt dat de dubbelheid van de werkelijkheid. Moment, kader en invalshoek van de fotograaf bepalen een ‘andere’ waarheid. Een foto kan niet gezien worden als een afbeelding van de werkelijkheid; het is de interpretatie die eraan gegeven wordt. Soms op een ernstige manier, een enkele keer op het kwetsbare af. Maar soms ook met humor of met een vleugje ironie. De bedoeling is dat we aandachtiger gaan kijken, zoals bijvoorbeeld bij de eerste foto Their own pool cocktail. Wat gebeurt daar? Heeft iemand een paar stenen in het water gegooid? Of zijn er twee mensen in het water gesprongen? Er loopt een nat spoor naar het trapje maar ook rechts zie ik natte voetafdrukken op de kademuur. Wie sprong het eerst? Bij de rechter plons spat het water hoog op, bij de linker niet meer. Ook is de linker plons groter dan de rechter …
Wat er buiten beeld gebeurt op de foto met als titel Itchy buttocks at night in Sevilla weet je niet. De dame heeft ‘Itchy buttocks’, dat zijn jeukende billen. Of houdt ze haar rokje omlaag? Waarop reageert de jongen? Is er iemand gevallen op straat? Wil hij iemand tegenhouden?
Met de foto clothing repair ’the golden scissors’ maakt de fotograaf de toeschouwer tot voyeur. Of zoals wijlen Simon Carmiggelt zou hebben opgemerkt bij het zien van deze aantrekkelijke jonge vrouw: ‘Ook haar achterzijde was zeer bevallig.’
Met dank aan de auteur Piet Post voor het mogen plaatsen van deze blog.
In 2008 zag ik haar werk voor het eerst op het prestigieuze fotofestival in Arles. Ze exposeerde haar serie SWEET NOTHINGS waarmee ze internationaal doorbrak. Vanessa groeide op in Londen en studeerde daar film en fotografie aan de Polytechnische Academie.
Al ruim tien jaar woont en werkt de Britse Vanessa Winship -samen met haar man en fotograaf George Georgiou- in verschillende landen in Oost-Europa en de Balkan. Tussen 2003 en 2007 woonde zij in Turkije waar ze werkte aan verschillende fotoseries over het leven van mensen in de grensgebieden langs de Zwarte Zee. De publicatie ‘BLACK SEA’ die daar uit voortkwam won diverse prijzen. In 2008 won Winship de eerste prijs van World Press Photo voor haar ‘Sweet Nothings’ serie. Vanessa Winship was de eerste vrouwelijke fotograaf die in 2013 de Henri Cartier-Bresson onderscheiding ontving voor haar toen nog niet afgeronde documentaire ‘She Dances on Jackson’ over grenzen, territoria en geschiedenis van Amerika.
De serie Sweet Nothings, vrij vertaald ‘zoete niets’, kenmerkte zich door het ingetogene van het portret. In haar latere werk, dat verder gaat dan enkel het portret, heeft ze dat weten te behouden en zelfs versterkt naar mijn mening. Haar documentaires tonen een geweldig poëtische gevoeligheid. Stil, beschouwend en melancholisch zijn woorden die de beeldstijl van haar werk typeren.
Ik zou zeker ook naar de website van haar echtgenoot George Georgiou gaan, die veelal in kleur werk en een veel directere beeldtaal hanteert in zijn fotografie.
Gert Wielink zwaaide na 37 jaar af als dorpsdokter in het Achterhoekse Aalten. Een honderdtal patiënten die hij in zijn praktijk zag verschijnen met allerhande klachten, vereeuwigde hij in 100 fotoportretten. 100 mannen van 50-plus, gekiekt vlak voor het bevrijdende “U mag zich weer aankleden’.
Mijn bemoeienis met dit prachtige project is beperkt. In december 2020 benaderde uitgever Fagus me of ik eens wilde kijken naar de portretten die de dorpsdokter uit Aalten maakte. Op ee grote tafel in zijn huiskamer spreidde de voor mij onbekende dokter/fotograaf zijn werk uit. Grijs, kleur, sepia in alle maten en soorten. Ondanks dat, was ik bij de eerste aanblik enthousiast. De foto’s getuigden van grote betrokkenheid, puur en eerlijk waren de woorden die ik er meteen opplakten. Dit kan alleen gemaakt worden als er respect is voor de ander, respect en een groot wederzijds vertrouwen. Ik werd nog een paar keer door Gert Wielink uitgenodigd om naar zijn werk te kijken. Hij wilde er een boek van maken en dat bij zijn afscheid aan zijn patiënten geven. Vorige week vrijdag was het zover en omdat ik de proloog in het boek schreef, kreeg ik op zijn receptie het ‘eerste boek’ uitgereikt. Als je het proloog wilt lezen klik dan hier.
Afgelopen zaterdag was de dorpsdokter, die tevens wielerdokter is bij Jumbo-Visma, te gast bij Nieuwsweekend van Mieke van der Weij en Peter de Bie. Voor wie het interview wil horen en zien, bekijk de video.
In het kader van mij ‘roadtrip’ project van A(alten) naar W(intersijk) kiekte ik Gert Wielink zoals hij zijn patiënten portretteerde.
Fotograaf Mark Neville (Londen 1966) deed zijn oproep met het recent uitgegeven boek ‘STOP TANKS WITH BOOKS’. Enkele maanden geleden publiceerde hij dit nieuwe boek waarin hij een oproep doet om de voortdurende strijd voor Oekraïnes onafhankelijkheid te ondersteunen. Na slechts luttele weken bleek de oproep werkelijkheid te zijn geworden en schreeuwt de wereld om giften, geld en goederen voor het land dat wreed is aangevallen. De macht van de documentaire fotografie ten spijt zullen zijn boeken geen halt toeroepen aan de vreselijke oorlog die door Poe-Tin is ontketend. Waarom is de terechte vraag.
De voortreffelijke fotograaf Mark Neville (o.a. postdoctorale studie aan de Rijksacademie, Amsterdam) beweegt zich in de fotografie op het snijvlak van kunst en documentaire fotografie. Maak kennis met zijn uitgebreide oeuvre op zijn website!
Op dit moment begeleid ik twee groepen fotografen die in Eerde -nabij Veghel- periodiek bij elkaar komen. Fotografen die zich met de nodige ambities en op een heel persoonlijke manier uitdrukken. Door hen kwam ik op het spoor van fotograaf Jasmine de Vries die in het cultuurcafé De Afzakkerij in Veghel nog exposeert tot en met zondag 20 maart 2022.
De foto’s van De Vries zijn geïnspireerd op uitspraken over haar en gebeurtenissen uit haar leven. Ze ensceneert en ‘speelt’ deze in haar beelden na tot uitgesproken confrontaties en meningen. Haar beeldstijl is uitdagend en ’to the point’ en ondanks dat het over op het oog gewone dagelijkse zaken gaat, proef je meteen de lading in de foto’s. Wie goed kijkt ziet wel een ‘zekere parallel’ met o.a. Erwin Olaf als het gaat om zijn geënsceneerde foto’s zoals in de series Hoop en Hotel.
In de fotoserie Rebel ’n Saint speelt fotografe De Vries zelf een hoofdrol in haar eigen foto’s. Op de ene foto als dominante vrouw en op een andere is ze te zien in een futuristische kamer in een glazen koker. De koker is een douche en ze staat erin op een manier die duidelijk maakt dat ze er uit wil!. De persoonlijke foto’s op haar site vertellen veel over haar bijzondere leven. Ook het commerciële werk is de moeite van het bekijken waard!
Bij Conceptuele Fotografie gaat het om het verhaal achter de foto’s.
Henk vertelt me dat hij uit een familie komt waar veel gefotografeerd werd. Opa was fotograaf en ook zijn kinderen, waaronder de moeder van Henk, beoefende het edele procédé der fotografie. Edel omdat het ‘magische geknoei met zilverzouten’ leidt tot beelden. Het opkomende beeld in de ontwikkelaar was steeds weer vol verrassing en de geur van de fixeer nam men toen maar op de koop toe.
De oom van Henk had de doka en op 12 jarige leeftijd sloeg Henk met zijn eerste Kodak-Click aan het experimenteren. Later volgde de kunstzinnige ontwikkeling aan de kunstacademie. Henk studeerde af op grafische technieken (etsen en zeefdrukken) en fotografie. Tot eind jaren tachtig maakte Henk zeefdrukken en daarna raakte hij volledig ‘verslingerd’ aan de fotografie. Een fotofascinatie die nooit meer weg geweest is!
Al sinds een flink aantal jaren is Henk een conceptuele fotograaf met een hang naar het surrealisme. Hij fotografeert op de meest bijzondere locaties. “Een bijzondere plek geeft mij inspiratie” zo vertelt Henk. “Hier ontwikkelt zich een idee voor een bepaalde scene en dan werk ik het idee verder uit. Dat is mijn ontwikkelstadium voor de foto. Ik heb aantekeningen gemaakt, misschien een proeffoto op de locatie maar het uiteindelijke werkelijke werk kan pas beginnen als ik de juiste persoon -het model- heb gevonden dat past in mijn idee. Daarnaast zoek ik attributen die het verhaal compleet maken. Het fotograferen op zich is -net als de voorbereiding- ook een waar feest. De samenwerking met het model, vaak meerdere, met de eventuele assistenten vind ik heerlijk. Ik voel me dan de regisseur van mijn eigen te scheppen werkelijkheid. Misschien dat mensen die mijn foto later zien daaraan wel een andere betekenis geven dan mijn aanvankelijke bedoeling. Maar dat is alleen maar leuk. Een uitleg waar ik niet aan gedacht heb, stimuleert me ook weer om door te gaan.”
Ik heb Henk de afgelopen paar jaar leren kennen in een mentoraat en heb zijn gedrevenheid én zijn vakmanschap bewonderd en zeer gewaardeerd. Hij maakt echt spannende en interessante foto’s. Foto’s waarvan hij geniet maar ook voor andere een bron van inspiratie kunnen zijn. Of het nu is als fotograaf of gewoon als kijker. Henk levert een continue stroom van gedachten en ideeën uitmondend in reeksen van foto’s. Ik durf wel te zeggen dat hij een fotograaf is die één is met het medium fotografie. Henk denkt in foto’s!
Tot medio mei 2022 zijn ruim twintig fotowerken te bewonderen in een solo-expositie in het Kulturhus in Borne (Marktstraat 23, 7622 CP Borne, openingstijden ma t/m vrij van 09:00-17.00 uur en za van 10.00-12.30 uur) en op woensdag 2 maart 2022 geeft hij, o.a. voor de Fotobond afdeling Twente, om 19.30 een interactieve lezing over zijn conceptuele fotografie in het Parochiehuis in Delden (Langestraat 79, Delden). Het is verstandig om je aan te melden via h.f.berends@kpnmail.nl want vol is vol!
Voor als je verder wilt kijken op zijn website …..
Afgelopen zondagmiddag 16 januari is Simon Ophof in het bijzijn van zijn familie rustig ingeslapen. Hij is 74 jaar geworden en was al enige tijd ernstig ziek. Simon was fotograaf en fotocollectioneur en in zijn arbeidzaam leven jarenlang rector van een grote scholengemeenschap. Zijn fotografische en bestuurlijke kennis en kunde heeft hij veelvuldig ingezet voor de Fotobond. Ik ken Simon sinds 2005 vanuit de fotografiewereld.
Op 21 december bezocht ik samen met John Lommen Simon voor het laatst. We hebben samen naar foto’s uit zijn fotoverzameling gekeken. Vanaf de midden jaren kocht Simon foto’s van beroemde fotografen onder andere Gerard Fieret, Sanne Sannes, Roger Ballen en Stephan Vanfleteren. Ook foto’s van vrijetijdsfotografen nam hij op in zijn collectie. Hij kocht op gevoel, foto’s moesten hem beroeren. De afgelopen maanden heeft Simon in overleg met de curator van het Haags Fotomuseum de collectie van ongeveer 1000 teruggebracht tot 800 foto’s. Die vormen samen de COLLECTIE OPHOF die door het Fotomuseum in Den Haag verworven is.
Simon Ophof was een zeer wijs man, breed georiënteerd, een kunstkenner, een zeer verdienstelijk fotograaf, iemand die foto’s zowel analytisch als in historisch perspectief op een hele fijne positieve wijze wist te benoemen. Simon, een oprechte eerlijke man, puur, integer en een kwaliteitsdenker en fijn om met hem in gesprek te zijn. Zo wil ik hem, met dank, graag herinneren en herdenken.