Hugo Brandt Corstius schreef onder een van zijn schuilnamen, Battus, palindromische zinnen. Hij is bekend als schrijver maar oorspronkelijk studeerde hij wiskunde hetgeen zijn voorliefde voor het palindroom kan verklaren. Het palindroom is in de ‘rekenleer’ het getal dat je kunt omkeren, zonder dat de waarde verandert. Het kleinste palindroom is 11 en ook 77 is zo’n getal. Mijn vriend Gijs werd 77 toen ik 66 werd en ook 11 jaar daarvoor was het palindroom de grote winnaar 55 en 66. Mijn leven lang ben ik eveneens besmet met het palindroomvirus. In 2002 was zowel het jaartal als mijn leeftijd palindromisch. Als je niet zo van getallen houdt is ook de de taal veel te beleven. Pap, pop, lol, kok of lepel zij gemakkelijke voorbeelden. Meetsysteem is dan al wat ingewikkelder, Parterretrap weer grappiger vanwege de alliteratie, laat staan het woord edelstaalplaatslede. Als je nog even verder kijkt kom je al snel bij palindromische zinnen. Zinnen waar Battus dus om bekend stond, bijvoorbeeld Baas, neem een racecar, neem een Saab.
Vandaag is de datum 221122, althans volgens de notatie jjmmdd. Een reden om op zoek te gaan naar de palindroom in de fotografie. Een puur symmetrisch beeld is ongetwijfeld snel gevonden. Juist de fotograaf die mij het idee van een palindromisch beeld geeft wijkt hier van af. Het is veel meer de palindromische beeldstijl die ik bij deze fotograaf bewonder. Geen palindromie an sich maar dromerige beelden die enigszins verwijzend zijn. Absolutisme is niet voor fotografen.
Vind je het verhaal over palindromen zo maar raar, wellicht biedt dan deze fotograaf nog wat inspiratie. En bedenk dat het eerstvolgende palidromische jaar nog een tijdje op zich laat wachten namelijk pas in 2112 is het zover.
Gisteren 4 november was de opening. Een feestelijke boel met heel veel vrienden, kijkers en fotografen. Ik schat wel een kleine driehonderd. Het is een expositie die verschillende soorten portretten toont die Frans de afgelopen vijftien jaar heeft gemaakt. Van naakte mannen tot vaste klanten van een obscure huiskamerkroeg in Antwerpen, van orthodoxe christelijken tot straatportretten van Chinezen. Contrasten tussen oude, veelal arme Chinezen en de jonge mensen in de moderne steden als Shanghai. Ook persoonlijke portretten van dierbare vrienden.
De grote Bergkerk vraagt om veel én grote foto’s. Die heeft Frans dan ook opgehangen. Bovendien is er een magazine/catalogus verkrijgbaar met daarin alle getoonde foto’s. Curator van de tentoonstelling is kunstcriticus en tentoonstellingsmaker Rob Smolders.
Misschien denk je bij het zien van deze blogtitel meteen aan een TV die nauwelijks in je kamer past. Deze breedbeeld echter kun je zelfs op je mobiele telefoon bekijken. De ‘Belgische Fotobond’ voor het Vlaamstalige gebied moest pakweg een jaar of vijf geleden van de minister van cultuur stevig veranderen. Niet alleen de fotoclubs mochten lid worden maar in feite alle Belgen gratis lid, tenminste als ze voor de komende jaren weer de forse subsidie wilde verkrijgen. De Belgische fotobond veranderde derhalve van karakter en vormde zich om voor één grote fotoclub (enigszins gechargeerd gezegd) voor alle Belgen!
Aanvankelijk gaven ze een paar maanden een tijdschrift uit, duur glossy magazine met heel veel pagina’s die meestal gingen over professionele fotografen die reeds in andere fotobladen te bewonderen waren. Dat heeft zoals gezegd een paar maanden stand gehouden. Nadat het een poosje stil was gebleven verscheen het digitale tijdschrift BREEDBEELD voor fotografen en filmers. Het wordt sympathiek aangekondigd in een ‘klikbare’ mail. De moeite waard om er eens rond te neuzen. Wellicht neem je er een gratis abonnement op. Ga naar de website van BREEDBEELD.
Hieronder het begin van een interessant artikel voor fotografen die graag tot prijswinnaars van wedstrijden willen behoren.
Open calls zijn voor veel fotografen een interessante en laagdrempelige kans om met hun werk naar buiten te komen. Maar in elke open call wordt er ook geselecteerd natuurlijk en vaak kom je als deelnemer van een kale reis thuis. Hoe gaan open calls nu precies in hun werk? Hoe ziet zo’n jureringsproces eruit en waar let een jury op? We vroegen Mirelva Berghout (Foam Talent), Jan Loos (Lowland Photo Contest) en Tessa Van Thielen (BREEDBEELD) om een tipje van de sluier op te lichten en een aantal tips te geven voor een volgende deelname.
zegt Beatrijs (92) als ik haar ontmoet in een verzorgingshuis in Eindhoven. “Elke dag, ik sla er geen enkele over, ben ik van tien tot vijf in touw. Ik maak puzzels van 1000 stukjes en doe daar soms een paar dagen over, maar ook wel langer. Ik begin altijd met de buitenranden, dat is voor mij het fundament of de grote lijn. Daarbinnen moet ik me bewegen om de puzzel goed te kunnen uitvoeren. Dat fundament is soms heel lastig omdat alles wel op elkaar lijkt en ik dus de goede keuzes moet maken. Soms zeggen andere bewoners dat je toch iets van een puzzelstukje af kunt halen of gewoon net zo lang kunt doorduwen dat het er in zit. Ik doe dat niet, dan bedonder je de zaak én vooral ook jezelf. Ik heb ook wel grote puzzels gedaan van 5000 stukje. Samen met anderen aan één karwei werken. Dat vind ik ook heerlijk. Samen zie je vaak meer dan alleen. Nou ik wens je nog een fijne zondag. Natuurlijk mag je van mij een foto maken. Word ik toch nog beroemd op mijn oude dag. Houdoe!”
Afgelopen dagen mijmerde ik nog wat na over mijn ontmoeting met Beatrijs. Ondanks dat haar woorden hierboven niet letterlijk door haar zijn uitgesproken, zijn ze wel waar. Wat ze zegt is zo waar dat er een levensles voor ons allemaal uit te destilleren is. Voer voor gewone mensen én voor kopstukken. Ook Ceo’s of politieke leiders en wat mij betreft zou je Beatrijs haar naam kunnen vervangen door de naam van onze prime minister. Je mag wensen dat er veel mensen zijn zoals Beatrijs.
Laat ik er geen misverstand over bestaan. Het is niet de vrouw die hierboven is afgebeeld, alhoewel zij waarschijnlijk in haar kringen zeker ook als een topper gezien zal worden. De fotograaf die de foto maakte behoort in mijn ogen tot de top van de Nederlandse fotografen.
# 24 Colette Lukassen
Vorige week was de opening van de expositie Mens op zee, Portretten van Marva’s (Marinevrouwen) . Colette vertelt me dat daarbij meer dan 700 bezoekers aanwezig waren. Foto’s van Colette tussen gerenommeerde fotografen die de mens en de zee in het heden en verleden vastlegden.
De expositie is te ziien van 7 oktober 2022 t/m 28 Mei 2023. Scheepvaartmuseum Amsterdam. Voor verdere informatie kijk op de website van het museum.
Colette is autodidact en fotografeert haar documentaires en portretten vanaf 2012.
Haar eerste expositie was in 2016 in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis onder de titel “Vertel nog eens over de oorlog’ met portretten van oorlogsgetuigen.
Haar huidige expositie ‘Mens op Zee’ met portretten van Marva’s (Marinevrouwen) is van 7 oktober 2022 tot 29 mei 2023 te bewonderen in het Scheepvaartmuseum te Amsterdam.
Tussen de eerste en nu de huidige tentoonstelling exposeerde Colette nog op zo’n twintig andere locaties, zowel in binnen- als buitenland.
Daarnaast vielen een groot aantal belangrijke onderscheidingen haar ten deel, zoals de
overall winnaar National Geographic met ‘Emma’ (2019), vakjuryprijs van de NRC (2017 en 2019), winnaar Rabobank Dtch Photography Portrait Talent Prize (2020). Werk van haar werd aangekocht o.a. door het Ministerie van Cultuur, Rabobank Kunstcollectie en gepubliceerd in het internationale GUP magazine.
Grote bekendheid verwierf ze vanwege het project Emma en nog steeds volgt ze haar. Het nieuwe project in wording is IKKEN. Kijk op haar website voor meer informatie en nog meer beelden.
Dat overkwam Ton van Vliet uit het Achterhoekse Terborg. Ton is fotograaf en docent fotografie en reisde ruim 40 jaar geleden naar Galicië, een ruige streek in het noorden van Spanje. Om het landschap en de mensen vast te leggen zoals hij zegt. Ik spreek hem bij toeval op een kunstexpositie in Bredevoort als hij me vertelt dat de fotoreportage van destijds nu na zoveel jaren uitmondt in een grote manifestatie met diverse fotografen waaronder genomineerde Magnum fotograaf Lua Ribeira
“Ja, hoe zeg ik dat. Als fotograaf werk je met licht. In Galicië werd ik destijds -en nog steeds- direct gevangen door de werking van licht en schaduw in dat ruige landschap. Veertig jaar geleden was dit nog geen trekpleister voor toeristen. In het dorpje waar we terecht kwamen waren we echt de eersten en we werden eigenlijk gewoon in de gemeenschap opgenomen.”
“De banden met Agolada zijn nog steeds warm te noemen. We hebben regelmatig contact. Voor het laatst ben ik daar voor de corona geweest, in 2018.”
TON VAN VLIET fotograaf
En inmiddels worden ook zijn foto’s herkend en erkend. Door de jaren heen heeft Van Vliet een soort historisch beeldarchief voor het dorp vastgelegd en dat krijgt steeds meer waardering. “Dat zie je vaker”, meent Van Vliet. “Na verloop van jaren is men nieuwsgierig naar de beelden van vroeger. De geschiedenis van zo’n dorp komt met beeld nog beter tot leven. In 2007 heb ik in Agolada een lezing over het tijdsbeeld gegeven, de dorpsgeschiedkundige heeft mijn beelden toen een historische achtergrond gegeven. Zo zijn mijn foto’s in de openbaarheid gekomen en dat heeft uiteindelijk geleid tot een heus fotoboek.”
Tot zijn stomme verbazing kreeg Van Vliet vorig jaar een mailtje. Of hij interesse had in een boek met zijn foto’s van en rond Agolada. “Het mailtje was afkomstig van Eutropio Rodriguez. Die naam heb ik eerst maar eens gegoogeld. Het blijkt een bekende fotoredacteur te zijn. Gestudeerd in New York en met wortels in Galicië. Ik was vereerd en heb contact met hem opgenomen. Het is een man aan wie ik mijn foto’s graag toevertrouwde. Dat bleek ook nodig, want hij had zo zijn wensen.”
“Dankzij de gastvrijheid van al die dorpsbewoners gaat mijn werk nu definitief deel uitmaken van de geschiedenis van Galicië”, besluit Van Vliet. “Ik was er jarenlang een ‘vlieg op de muur’ en kon er ongestoord fotograferen. 7, 8 en 9 oktober ga ik er weer naar terug om er mijn boek ‘O Pálpito Interior’ te presenteren.”
WALKER EVANS REVISITED 11 OKTOBER 2022 – 5 MAART 2023
In Walker Evans Revisited zien we werk van hedendaagse fotografen die werken in de geest van Walker Evans. Ze zijn geïnspireerd door zijn fotografie van het dagelijkse leven van weleer. Ik schreef eerder een blog vanwege toonaangevende fotoexposities in het museum gehouden in de afgelopen jaren. De nieuwe directeur, Esther Hartzema, van het museum zet met deze expo de lijn van topfotografie volledig door. Grote namen die op de erfenis van Walker Evans een nieuw licht laten schijnen. Dus in de komende maanden een plekje in mijn (en wellicht jouw) agenda!
WALKER EVANS REVISITED BEVAT WERK VAN Sherrie Levine, Michael Mandiberg, Camille Fallet, Julia Curtin, Darren Harvey-Regan, Jessica Potter, James Nares, Anastasia Samoylova, Bryan Schutmaat, Patrick Pound, Ute Mahler & Werner Mahler, Stephen Shore, Mark Ruwedel, RaMell Ross, George Georgiou, Lisa Kereszi, Vanessa Winship, Cortis&Sonderegger en Walker Evans
In mijn lezingen over documentaire fotografie gebruik ik de omschrijving die Ton Hendriks (auteur van het boek beeldspraak) hanteert. ‘Het documentair portret is verwijzend naar omstandigheden of situaties’. Een beroemd voorbeeld is de foto die Mary Ellen Mark van ’the damm family’ maakte.
Gisteren kwam ik op instagram per toeval een hedendaagse vrijetijdsfotograaf tegen die nagenoeg dagelijks documentaire portretten maakt, Chris Maliwat.
Een reeks portretten, afgewisseld met een enkele situaties, dat is het boek Metrogram van amateurfotograaf Chris Maliwat. Hij is geïnspireerd door fotografen die al eerder de subway van New York documenteerden. Walker Evans maakte rond de jaren 1936 zijn serie subway. Anoniem, zonder contact te maken om op die manier een tijdsbeeld te maken van ‘de gemiddelde werkende Newyorker’. Zo die bestond dan heeft Evans daar een beeld aangegeven.
Bruce Davidson maakte eind jaren zeventig van de vorige eeuw baanbrekende kleurenfoto’s over de Subway.
Niet geënsceneerde portretten
Chris Maliwat maakte de -niet geënsceneerde- portretten van gewone mensen met zijn mobiele telefoon. De metro in New York is de grootste in de wereld, groot qua lengte en het aantal stations. Ik weet niet of Chris alle haltes heeft aangedaan, maar het is een lijvige serie geworden waarbij de mensen niet gehinderd worden door de blik van de fotograaf met camera. Je maakt met hen de subwaytrip, als forens, als bezoeker of passant. Gewoon iets van alledag. De foto’s zijn meer dan dat. Het alledaagse wordt verdiept door het moment en kader van de fotograaf en doordat hij een grote reeks beelden toont. Het lijkt bijna het bewijs van ‘KIJK ZO IS DE METRO’. Via de tumbrl site kun je METROGRAM volgen. Ook op het instagram account vind je zijn foto’s.
In de Magnum FIELD NOTES van september 2022 lees ik het interview van Schuman met Alec Soth. Troostrijk om te ontdekken dat deze beroemde Magnum fotograaf nog steeds fouten maakt, onzeker is en ‘dagelijks’ leert van het maken van foto’s. Troostrijk maar in het interview komen ook verscheidende uitspraken voor waarvan ik kan leren. Misschien geldt dat ook wel voor jou.
In een interview met Aaron Schuman voor de release van zijn online cursus Photographic Storytelling , vertelt Alec Soth over het belang van leren door ervaring en in het bijzonder over het erkennen en overwinnen van de fouten, fouten, frustraties en “mislukkingen” die onvermijdelijk optreden bij het pad van elke fotografische carrière. Soth deelt specifieke voorbeelden van technische fouten met Schuman, en reflecteert op de moeilijkheden om projecten los te laten, het belang om jezelf te verzoenen met de onvermijdelijkheid van het maken van fouten.
‘Die heks uit Halle’ is een engel voor wilde dieren, met een hert en struisvogel als huisdieren.
Wie door dit land rijdt, krijgt soms de indruk dat het uit niets anders dan fantasieloze industrieterreinen bestaat. Er is geen mens te zien, laat staan dieren. Platteland wil stad worden. Het is de tol van de vooruitgang, volgens sommigen. Petra (55) en Toon Lesterade (58) kijken fronsend naar die ontwikkeling. Ze zien namelijk dagelijks de bijwerkingen.
Verscholen in de bosjes van Halle runnen ze vrijwillig een opvang voor wilde, ontheemde en verweesde dieren: de ark van Noach. Ze zijn 24/7 bereikbaar. Ongeveer 95% van de dieren die worden binnengebracht zijn gevolg van menselijk handelen. Een omgekapte boom, de aanleg van een weg, zwerfafval, een scooter die een vogel raakt, enzovoorts. Het gaat om vierduizend dieren per jaar. Het zijn dieren zonder eigenaar: vogels, eekhoorns, wilde zwijnen, ganzen, eenden, marters. ‘Inheemse dier noem je ze: dat betekent dat we er als mensen verantwoordelijk voor zijn,’ zegt Toon. Maar als iedereen aansprakelijk is, voelt bijna niemand zich geroepen.
Ze vertellen terwijl ik gebiologeerd kijk naar de twee vlechten die over Petra’s schouders hangen, net als countryzanger Willie Nelson. Ook Toon heeft ook een vlecht, maar die zit verborgen onder zijn blouse. De wrok tegen de maatschappij en haar expansiedrift is snel de gesprekken ingeslopen. De mens lijkt in hun ogen vaak schaapachtig, een kuddedier. De vlechten beginnen te dansen als Petra’s opgewonden spreekt.
Toch is die veranderende wereld ver weg van hier. We lopen stapvoets langs de hokken. Petra vraagt of ik zacht wil praten. Ze draagt kunststof klompen – omdat die geen geluid maken. We stoppen en Petra fluistert: ‘De dieren moeten schuw blijven. We verzorgen ze en dan gaan ze zo snel mogelijk weer terug de natuur in.’
‘Ze zijn niet aaibaar of zielig,’ zegt Toon.
Boven een afdakje staat: Wie niet als vriend binnen huppelt, wordt eruit geknuppeld. ‘Laat mij maar die heks uit Halle zijn,’ voegt Petra toe. ‘Vroeger wilde ik nog aardig gevonden worden, maar dat is het voordeel van ouder worden, dat speelt dan niet meer zo.’ Ze wonen tussen de hokken, in een voormalige kippenschuur. Er is een verdieping bovenop gezet, op palen. ‘Laat het water maar komen, zoals bij de ark van Noach,’ zegt Toon lachend. We lopen verder en komen ook de – slechts zeventien jaar oudere – moeder van Petra tegen, die in de tuin rondwaart. Ze zal niet spreken, slechts wijs naar me glimlachen. Praten is ook ondergeschikt bij dieren. Het gaat om kijken en zwijgen. Door een beroerte raakte Toon zijn spraak even kwijt. ‘Eerder vroeg ik Toon weleens of hij zijn kop kon houden, maar dat doe ik nu echt niet meer,’ lacht Petra.
Zoals je kunt verwachten op de ark van Noach, zijn Petra en Toon’s huisdieren een hert en een struisvogel. Ze kwamen op hetzelfde moment binnen – en bleven. De beesten vormen sindsdien een koppel, dat elkaar beschermt. Ook het verbond tussen Toon en Petra was snel beklonken, ze vormen in eerste situatie ook een wat merkwaardig koppel. Petra leefde altijd al met de dieren. In een vorig leven werkte Toon op een kantoor. ‘Als ik er niet was geweest, lag je misschien nog in de goot,’ zegt Toon met veel gevoel voor ironie.
‘Andere mannen vertrokken snel,’ lacht Petra, ‘die wilden graag samen avonds op de bank zitten met een hand op de knie.’
Tot slot laat Toon me samen met zijn zoon Shakib een stuk land tegenover de opvang zien. ‘We kregen een legaat om iets voor de dieren te doen,’ zegt hij. Ik zie het niet met het blote oog. Deze grond mag echt natuur zijn, er mag geen mens komen. Dit is de toekomst zoals zij die het liefste zien. Of de mogelijke opvolger van de ark van Noach de toekomst hetzelfde als zijn vader ziet, valt te betwijfelen. Shakib draagt een trui van Max Verstappen. Er staan wedstrijddata op, waaronder: september 2021. Voor het Formule 1-circuit in Zandvoort moest de natuur wijken en sloegen er dieren op de vlucht.
Deze vijfde dierenkroniek verscheen vrijdag 26 augustus in de Gelderlander. Tekst Jonah Falke en fotografie Peter van Tuijl.
De titel van deze blog zal zeer waarschijnlijk niet bij Jean-Luc Coudun zijn opgekomen. Het is mijn bloggersvrijheid die me daartoe heeft besluiten. Het is niet helemaal nieuw wat deze Fransman doet, verschillende beelden samenvoegen. Op een dusdanige manier dat het twee afzonderlijke beelden blijven. Je ziet ook foto’s waarbij het ene beeld als het ware overgaat in het andere maar bij Coudun niet. Zelf zegt hij dat hij met zijn collages het verdriet en zorgen van personages wil oproepen. Op deze manier is hij in staat om emoties op te roepen of soms juist wat te temperen.
Als je op zijn website kijkt zie je verschillende series waarbij hij beelden combineert. Überhaupt heeft zijn werk een poëtische inslag. Emoties die verwijzen naar mijmering, iets van droomachtigheid of wat van droefenis zijn veelvuldig in zijn werk te ervaren. Misschien komt het door zijn achtergrond. “Ik kom uit een kunstenaarsgezin maar heb ruim dertig jaar gewerkt in de zakelijke industriewereld. Ik kon daardoor weinig tijd en energie besteden aan kunst en fotografie. Dat is pas ontstaan na een relatief korte fotografieopleiding, nu zo’n 12 jaar geleden.
In de serie PAUZE zijn naar mijn idee de foto’s heel intuïtief bij elkaar gebracht. Daarmee zijn het ook heel persoonlijke invoelende totaalbeelden geworden. Je moet er als beschouwer dan ook niet al te veel rationele verklaringen voor proberen te vinden. De verbinding zit meer in de ervaren emotie. Mooi werk voor de meer ‘zachtere’ fotografen onder ons. Of zijn we allemaal fotografen met een zachte (emotionele) kant naast het meer zakelijke en rationele in ons. Nou laten we het hopen, denk ik.
Overigens is de serie Jean Claud een mooi voorbeeld hoe je deze poëtische stijl in een documentair project kunt toepassen.
Uit zijn biografie: Ik ben een auteur fotograaf. Mijn werk als auteur richt zich op persoonlijke series rond mijn dierbaren, het dagelijks leven, het verstrijken van de tijd of zelfs de zin van het leven. Het is vaak een introspectief werk.
Omdat het in dit asiel verouderd is, valt de liefde nog meer op
Op het industrieterrein, tussen een benzinestation en een sportschool, bevindt zich in de bosjes het asiel. Alles gaat op afspraak, om de boel zo rustig als mogelijk te houden voor de dieren. Vrijwilligster Carmen Mecking (61) komt me tegemoet. Ze draagt een pet en heeft haar nagels mooi groen gelakt. Ze vertelt over de “buiten” katten die we in een buitenverblijf zien zitten, maar zegt dan snel: ‘Zelf ben ik ben helemaal verhondst.’
De hokken en het gebouw zijn verouderd. Er is meer geld van sponsoren nodig om de boel op te knappen. Uiteraard weegt het lot en het welzijn van de dieren het zwaarst. Geldgebrek maakt creatief. Alles wordt benut. Daarnaast zijn dieren – en misschien deze medewerkers ook wel – niet in de eerste plaats bezig met esthetiek. Het primaire belang van de dieren is onderdak en voedsel. Voor de medewerkers draait het om dierenliefde.
Carmen volgde de opleiding “Hersenwerk voor honden”. Ze heeft bij een hondenschool les gegeven maar is na verloop van tijd tot de conclusie gekomen dat ze liever één op één met honden werkt.
De liefde voor het dier heeft ook treurigs. Ik kan me namelijk nooit aan de indruk onttrekken dat de dierenvriend – op wat voor manier dan ook – een beetje teleurgesteld is geraakt in de mens. Hoewel het vormgeven aan deze teleurstelling me erg bevalt. Geen liefde zonder melancholie. En omdat het in dit asiel verouderd is, valt de liefde nog meer op.
We lopen langs de hokken van honden die wachten op een ander leven. ‘Mensen zeggen vaak dat ze een dier redden uit het asiel, dat is natuurlijk niet zo,’ benadrukt Carmen. ‘Hier wordt er ook goed voor hen gezorgd.’ Alle honden blaffen verwachtingsvol naar ons. Dat niet alle honden gelijke kansen krijgen is net als in de mensenmaatschappij, de mooie, slimste, snelste hebben een streepje voor. Maar voor Carmen, zijn álle dieren gelijk, en ze richt zich het liefst op de wat moeilijkere dieren.
Ze masseert ze, doet ‘hersenwerk” knuffelt en speelt met ze. Waaronder Lizzy, de hond die al het langst in dit asiel woont. Ze praat over Lizzy alsof het een boezemvriendin is. Om Lizzy niet te overprikkelen laat ze me haar niet zien. Maar bij het minste geluid slaat ze al aan. In de ren waar ze samen is met Lizzy, is het gras verlopen en liggen tientallen verscheurde knuffels. De restanten van een slagveld. ‘Maar,’ zegt Carmen, ‘ik wordt altijd blij als ik Lizzy helemaal rustig maak.’
Een andere hond waarmee ze werkt is Jody. Op een veldje aan de achterkant van het dierencentrum komt ze met haar aanlopen. Jody is opgewonden omdat er vreemden aanwezig zijn, dat ervaart ze als onprettig, volgens Carmen. Dat laat ze merken door aan de lijn te trekken. Als je niet beter weet zou je denken “wie laat wie uit”.
Het hersenwerken begint; snoepjes worden verstopt tussen keukenrollen, ballen in een bak of in een soort dweil zonder steel. De hond zoekt en wordt steeds rustiger. Carmen zegt: ‘Dit spel kun je ook met konijnen en kippen doen. ‘Van deze oefeningen worden ze mentaal heel erg moe .
Vijf tot tien minuten hersenwerken staat gelijk aan ongeveer een half uur lichamelijke inspanning’.
‘Zou het ook iets voor mensen zijn, mentaal moe gemaakt worden?’ vraag ik.
‘Ik denk het wel. Probeer het eens.’
Volgens de regels staan we buiten de weide en kijken door de afrastering heen naar Carmen en Jody. Alles zit achter slot en grendel, overal slaat een hek achter je dicht. Ik vraag me af wie er opgesloten zit. De dieren, de mensen of de wereld?
Bij de uitgang staan aan de andere kant van het hek twee opgewonden mensen te wachten. Ze zeggen: ‘We komen een hond halen!’ Gehaast schieten ze door het hek. Als ze konden kwispelen, zouden ze het doen.
Deze vierde dierenkroniek verscheen 19 augustus 2022 in de Gelderlander. Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl
Misschien vraag je je wel af bij het zien van dit beeld of Rebecca Horne een fotograaf is. In ieder geval maakt ze kunst en op haar website spreekt ze nadrukkelijk over fotografie en noemt ze zich fotograaf. Ze maakt niet zo voor de hand liggend werk. Het lijkt of je kijkt naar een niet bestaande werkelijkheid. Een geconstrueerde wereld.
Ik herinner me het werk van Peter Ruting (1938-2015) die rond de tachtiger jaren in de vorige eeuw stillevens componeerde met flessen, balletjes, kersen en ander gerei waarbij je in verwarring raakte over wat voor of achter was. Iets soortgelijks is met het werk van Horn, maar dan toch weer anders. Frappant is wat mij betreft de keuze van de materialen en de voorwerpen. Ze speelt met ogenschijnlijke diepten in het beeld en maakt vloeiingen waardoor er ook een soort van tijdselement wordt toegevoegd. Het werk krijgt een filmisch karakter, alsof je getuige bent van haar handelingen om de nieuwe situatie te creëren.
Zelf zegt ze: ‘Mijn onderzoek gaat over tegenstellingen zoals het contrast van de vlakheid met het volumineuze. Het vloeibare en het vaste, de stilte en het geluid, de wetenschap met het metafysische.”
Zo stelt ze zich vragen over de symboliek van bepaalde dingen. Zo kun je een schip benaderen als een plaats, een potentieel, een ruimte die wordt ingenomen. Maar een schip is ook een bewegend geheel, dat gaat van A naar B. Ze lijkt daarmee materie te bestuderen als een metafysische grootheid. Niet als bovennatuurlijk maar als boven tijd-en-ruimte.
Haar artist statement ligt verder tipjes van de sluier op. “Als kind ging ik met mijn vader op archeologische opgravingen. Kleine scherven en pijlpunten onthulden verhalen die het land om ons heen verrijkten. Veel van mijn kunstwerken verbeelden zowel zichtbare als onzichtbare fenomenen. Mijn foto’s zijn cycli. Mijn foto’s zijn performances. Mijn foto’s zijn experimenten. Ze beginnen als tekeningen, worden dan tijdelijke constructies waarmee interactie wordt aangegaan, gefotografeerd en dan weer plat worden. In een alchemistisch proces van spelen en plannen kan materie koolstofmoleculen zijn of planeten in eclips, portalen of oplossen in geluidsgolven.
Maak nader kennis met het bijzondere werk van deze fotograaf en bezoek haar website.
De afdelingen Limburg, Brabant-Oost en Brabant-West organiseren samen een dag vol met fotografie.
Een greep uit het programma …
SPORTFOTOGRAFIE
PROJECTMATIG WERKEN
GEËNSCENEERDE FOTOGRAFIE
DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE
JAPANSE FOTOGRAFIE
STORYTELLING
AUTOSPORT
PORTFOLIO VOORLEGGEN
NATUURFOTOGRAFIE
Voor vijf euro ben je al onder de pannen in de Schalm in Veldhoven. Aan het einde van de dag een lezing van Erik Kessels over het verhalen vertellen in de fotografie. Klik op de afbeelding hieronder om naar het programma te gaan en de verdere gegevens zoals het aanmelden voor de dag! Ik geef een lezing over documentaire fotografie en een workshop met als titel ‘werk aan de winkel’.
In de ochtend wordt er geopereerd. Vandaag liggen er in de uitslaaphokken een konijn en een hond die beiden gecastreerd zijn, en een kat die last had van een verstopte urinebuis. Het konijn begint nog in zijn roes van een wortel te eten. De hond is ver weg, onder narcose. De kat tilt verveeld een ooglid op en draait zich dan op zijn rug.
Als je door de lamellen van deze dierenartspraktijk in Winterswijk kijkt, zie je een ziekenhuis voor mensen. Slechts een straat scheidt de twee. Deze morgen heeft een baasje zijn hond hier achtergelaten, en is zelf naar het ziekenhuis gegaan. Zullen het dier en het baasje aan elkaar gedacht hebben toen ze behandeld werden? Henrieke Bleumink (30) zegt lachend dat ze geen idee heeft, maar ze weet wel veel andere dingen. Ze werkt al twaalf jaar als dierenartsassistente en in die jaren is er veel veranderd. ‘Ik denk dat mensen tegenwoordig meer met dieren begaan zijn. Misschien is het in de stad anders, maar de hond van een boer was gewoon een hond op het erf, geen huisdier.’
We lopen door de praktijk en haar collega’s zien er allemaal wat pips uit, vergeleken met Henrieke. Ze zitten waarschijnlijk meer binnen en turen door microscopen of naar beeldschermen. Henrieke’s blos verraadt dat ze veel buiten is. Naast haar werk heeft ze namelijk drie paarden, een eigen hondenschool én ze is gedragstherapeute.
‘Therapie voor mensen of dieren?’ vraag ik.
‘Mensen met honden met probleemgedrag, maar het zijn de mensen die je vaak ander gedrag aanleert. Natuurlijk doen mens en dier het samen.’ De mensen die bij haar komen denken misschien dat het de dieren zijn die iets leren: als dieren konden lachen om mensen, zouden ze het doen.
Naast gezelschapsdierenarts is de kliniek ook een landbouwpraktijk. Ze hebben een speciale behandelruimte voor paarden. Op de deur staat: ‘Storm niet naar binnen, maar waarschuw het paard.’ Deze edele dieren verliezen hun waardigheid niet snel. Zelfs als ze verdoofd worden blijven paarden staan, alleen hun hoofd wordt ondersteund.
De deur aan de achterkant van de praktijk gaat open; er komt een paard aan voor een echo. ‘Vanochtend zijn de staart en manen ingevlochten,’ zegt eigenaar Maaike trots. Het paard – Hinte genaamd – wil niet naar binnen, ze ruikt vermoedelijk al wat er op til is. Dierenarts Luc Boogert geeft het dier een klein tikje op haar kont. Dan trekt hij een handschoen tot aan zijn oksel, smeert zijn hand in met gel, de gevlochten staart gaat omhoog: tot aan zijn ellenboog gaat hij bij het paard naar binnen. Eerst haalt hij er twee handen poep uit, dan gaat hij met een scanner naar binnen en wordt er naar de eierstokken gekeken via een monitor. De merrie is nog niet drachtig, en kan nog niet gedekt worden. Het nieuwe leven laat deze morgen nog even op zich wachten.
Als de paardentrailer wegrijdt aan de achterkant van de praktijk, komt er aan de voorkant een aangeslagen vrouw binnen. Ze loopt regelrecht naar een spreekkamer met een grote tas. Op haar T-shirt staat ‘Je moeder’, met daaronder een afbeelding van een wereldbol, als herinnering hoe het ook alweer ontstond op deze planeet. De balie assistente springt op en zegt: ‘Och meisje, ging het niet meer?’ Ze haalt een glas water en troost de dame.
De aarde op het T-shirt is betraand als ze weer naar buiten komt. Henrieke zegt bedeesd: ‘Ze was er deze morgen ook al met haar konijn, maar het konijn heeft het niet gehaald…’ Dan komt er gelukkig een vrouw met een klein vrolijk hondje de wachtkamer binnen, en Henrieke klaart zichtbaar op. Het hondje wordt onderzocht en heeft alleen wat tandsteen, maar is verder kerngezond. Henrieke lacht breeduit als ze aan de heupen van de hond voelt en zegt: ‘Wat is dit een gespierd beestje zeg!’
Deze kroniek verscheen 12 augustus 2022 in de Gelderlander. Het is de derde van vijf kronieken die allemaal met dieren te maken hebben. In het kader van het jaar van het dier!