Bericht uit de samenleving #4

Schaapherder in Warnsveld

Maarten houdt de omgeving nauwlettend in het oog

Schrijver Jonah Falke op stage en ik fotografeer daarbij.

“Pelle weet het nog niet maar in de kielzog van zijn vader wordt hij geschoold tot herder!”

Een schaapherder lijkt me iemand die teleurgesteld is door mensen en troost vindt bij dieren. Maar Bram is een lange vriendelijke man met een grote glimlach. Hij is parttime herder en werkt daarnaast in de zorg.

Op het erf van de houten stal in Warnsveld liggen her en der vlokken wol, maar veel schapen zijn er niet.  

‘Zijn dit alle dieren?’

‘Nee, dit zijn de zieke of te jonge. De kudde is aan het werk.’ 

Schapen zoeken hun leven lang enkel gras, het doel van de mens is minder helder. Een paar jaar terug kreeg Bram last van existentiële vragen op vakantie: ‘Ik schreef in een groen schriftje: waar word je gelukkig van? Wat wil je? Blijf je je leven dromen of leef je je dromen?’ 

Het is aandoenlijk om te horen van een grote man.

Ik vraag wat zijn droom is.  

‘Mijn ouders verzorgden gehandicapten, ik groeide tussen ze op. Als kind vond ik dat niks. Ik ben een gezelschapsmens en zij poepten in hun broek en kotsten aan tafel. Dat was niet mijn idee van gezelligheid.’ De afkeer werd liefde en hij belandde in de zorg. Zijn droom is nu een eigen zorgboerderij. Van dieren heeft hij altijd al gehouden. Bevlogen vertelt hij dat er volgend jaar een hoeve gebouwd wordt waar acht christelijke gehandicapten komen wonen, die tevens zullen helpen bij het schapen hoeden. ‘Openheid en gelijkwaardigheid zijn mijn idealen.’

Ik knik en vraag of ik de andere dieren mag zien.

Op de weg en in de berm langs het Twentekanaal lopen ruim 300 schapen. We ontmoeten Brams collega, fulltime herder Maarten. Deze man voldoet meer aan het romantische beeld: hij heeft een stok, een vilten hoedje en een afhoudende lichaamstaal. Naast hem staat zijn zoontje. Het jongetje weet het nog niet maar in de kielzog van zijn vader wordt hij geschoold tot herder, hoewel hij zelf zegt dat hij later politieagent wil worden.

Maartens terughoudendheid verdwijnt snel als hij vertelt over het vak van een traditionele herder. Terwijl hij kalm spreekt verliest hij de kudde geen moment uit het oog. Soms schreeuwt hij naar de honden en laat ze voor zich drijven. De gehoorzaamheid van de honden en de schapen is fascinerend. De scheidslijn tussen Maartens liefde voor en autoritaire houding jegens de dieren is dun.

Ik meen de teleurstelling in de mens van deze herder te zien als er auto’s over de weg, door de kudde heen willen. Zonder haast zegt Maarten dat ze om kunnen keren of heel langzaam door mogen rijden. Hier gelden andere regels: de mens moet zich aanpassen aan het dier, en niet andersom.

Of het dier troost brengt betwijfel ik. Kijkend naar de kudde zegt Maarten: ‘Schapen zijn niet aanhankelijk, je kunt ze niet aaien en ze lopen van je weg. Alleen bij elkaar vinden ze rust.’

Dit artikel verscheen in de Gelderlander op zaterdag 3 augustus 2019

BERICHT UIT DE SAMENLEVING #3

‘Het zweet breekt me uit’, zegt ze. Wim: ‘Ik ruik het’.

Autorijleraar Wim Steintjes vroeg om mee te kijken bij een praktijkles. Uit angst om mensen aan te rijden heb ik nooit rijles genomen. Wat autorijden betreft vertrouw ik anderen meer dan mezelf. De zelfrijdende auto zal deze angst wegvagen. Maar vooralsnog zijn mensen als Wim nog niet overbodig.

Wim draagt een bloemenblouse en een zonnebril. Hij doet me denken aan een uitbater van een strandtent, maar hij is al veertig jaar rijleraar. Ik vraag wat er is veranderd in die tijd. ‘Ze kunnen hun theorie halen en een week later zijn ze het weer vergeten. Je kunt alles opzoeken tegenwoordig, je hoeft niks te onthouden. Ik noem het kunstmatige intelligentie.’

We nemen plaats in de lesauto. Hij rijdt en ik zit op de bijrijderstoel. Voor me hangen vele spiegels. Een noemt hij ‘het spionnetje’ om het gezicht van de leerling te zien. Op de grond zitten twee pedalen. Het is best aantrekkelijk om op de rem te trappen. Een menselijke behoefte, lijkt me.

Ik vraag wat zijn leerlingen het engst vinden.

‘Inschatten van het verkeer, maar daar kun je niet op oefenen. Je blijft afhankelijk van andere weggebruikers.’

We halen een meisje op voor haar dertiende les. Door Wims opmerkingen wordt duidelijk waar haar verbeteringspunten liggen: het insteken, keren op de weg, en ook het inschatten van het verkeer. Meermaals zegt hij: ‘Veiligheid is belangrijker dan mooi rijden.’

Op het industrieterrein laat hij haar insteken. De leerling zegt: ‘Het zweet breekt me uit.’

‘Ik ruik het,’ zegt Wim.

Ze lachen.

Onderweg probeer ik Wim te verleiden tot uitspraken over ongelukken tijdens zijn rijlessen. Dat blijkt ingewikkeld. Hij runt een bedrijf en wil het meisje misschien niet onnodig bang maken. ‘Narigheid vergeet ik zo weer, anders word je helemaal gek.’

Dan komt het ongeluk toch nog even dichtbij. Op een kruispunt fietst er een stel in windjacks op ons af. De vrouw laat haar man voorgaan maar de lesauto kan nog net op tijd stoppen voor hem. Wim zegt lachend: ‘Misschien wilde die vrouw wel van haar man af, en liet ze hem daarom voorgaan.’

Ik knik instemmend want kijkend naar de verbitterde hoofden van het echtpaar vind ik het voorstelbaar. De man tuurt tegen de zon in naar de lesauto. Zijn hoofd lijkt op een uitgeknepen citroen.

Hoe kalm we ook verder rijden, dit voorval bevestigt mijn angst in het verkeer. Het ongeluk is altijd dichtbij. Wim leert zijn leerlingen om zelf zo min mogelijk een gevaar op de weg te zijn en dat je waakzaam moet zijn voor het ongeluk dat in de ander zit. Zoals Sartre zei: de hel, dat zijn de anderen.

Het ongeluk van de toekomst mag de zelfrijdende auto heten, maar de vrees voor ‘de ander’ zal blijven bestaan.


Jonah Falke / publicatie in de Gelderlander 27 juli 2019

Foto’s Peter van Tuijl

BERICHT UIT DE SAMENLEVING

STAGE 2 VAN JONAH FALKE

WAARTOE EEN BIDPRENTJE VAN OMA AL NIET TOE KAN LEIDEN

door Jonah Falke

[Marijke: ‘al die kaartjes zijn een herinnering voor mij aan hen’ | alle foto’s Peter van Tuijl]

Op de uitvaart van mijn oma, in oktober 2018, beloofde iemand het bidprentje aan een mevrouw te sturen. Dit gebeurde niet. Ze heet Marijke en bestookte mij met berichten voor een kaartje. Ik vergat het steeds.
Toen de oproep verscheen, of mensen mij wilden uitnodigen om bij hen stage te lopen, meldde ook zij zich. ‘Ik ondersteun al vijftig jaar uitvaarten als organist, en jij hebt veel over je oma geschreven, dus je kunt wel even je best doen en dat kaartje sturen.’ Haar toon beviel me niet. Maar in plaats van haar te negeren stuurde ik een bidprentje en wilde ik stagelopen bij deze kuitenbijter. In de confrontatie toont zich soms de nuance.
Marijke, net zeventig, opent lachend de voordeur en zegt: ‘Ik weet niet wat je wilt met dit verhaal.’ We gaan de woonkamer in en ik vraag naar de verzamelwoede. ‘Ik heb duizenden bidprentjes maar ik ben geen verzamelaar. Ik had zo’n mooie band met je oma, ze mocht niet ontbreken. Al die kaartjes zijn een herinnering aan de relatie die ik met de mensen had. Soms pak ik er eentje uit de la en dan denk ik aan diegene.
Er is een gebrek aan organisten en daarom word ik vaak gevraagd. “In het
land van de blinden is eenoog koning.” Mijn werk verschaft zingeving, als ik
geen muziek maak kom ik amper in de kerk. Het is altijd bijzonder omdat een uitvaart eenmalig is. Je doet mensen een groot plezier met een mooie dienst. Ik mis zelden een uitvaart. Daarom gaan we ook bijna niet op vakantie, ik kan die nabestaanden toch niet in de steek laten?’


De dienstbare mens helpt met zijn daden ook zichzelf. Het lijkt me een logisch bijeffect. Dienstbaarheid klinkt wat weeïg maar je zou het als pre kunnen zien in dit geseculariseerde, individualistische tijdperk.
We gaan het souterrain in. Er hangt was, er staan dozen en twee reiskoffers. De bidprentjes puilen uit lades. ‘Als je wilt mag je wel een la op de kop zetten hoor.’ Ik onderdruk de behoefte om tussen de doden te graaien, alsof het een potje kwartetten is.

Marijke pakt één van de duizenden kaartjes en vertelt liefdevol over de dode die we zien en zijn zoon. ‘Sommige bidprentjes vatten iemands leven niet samen, maar deze wel.’


Een paar dagen eerder ging er in Rome een man tegenover me zitten tijdens een diner. Hij groeide op in Nieuw-Zeeland maar hij verhuisde naar Gendringen, tweehonderd meter van waar ik opgroeide, om zijn ouders te verzorgen. Die ontmoeting vond ik al wonderlijk maar dit kaartje blijkt van zijn overleden vader. Vol ongeloof staar ik Marijke aan in het souterrain vol wasgoed.

Ik werp een blik op de koffers in de hoek en dan weer op Marijke. Ze zal wachten tot er geen dode meer te bezingen is, pas dan kan ze gerust op reis.


Door Jonah Falke [publicatie Gelderlander 20 juli 2019]


berichten uit de samenleving

BERICHTEN UIT DE SAMENLEVING
[Joyce zeilt in een aangepaste zeilboot. Ze bestuurt de boot door middel van een joystick | alle foto’s Peter van Tuijl]

Vandaag, 13 juli, verschijnt het eerste deel van BERICHTEN UIT DE SAMENLEVING van schrijver, kunstenaar, columnist Jonah Falke. De artikelreeks (8 in totaal) wordt wekelijks op zaterdag gepubliceerd. De eerste (vandaag) gaat over ‘zeilen met een handicap’. Net zoals vorig jaar met de ‘ziekenhuisserie van geboorte tot sterven’ trek ik met Jonah op en maak daarbij foto’s waarvan ik er enkele selecteer voor in de krant bij de column. Ontzettend leuk om te doen.
Hieronder het verhaal van Jonah met enkele van de foto’s.

Week 1: Giesbeek door Jonah Falke
‘Laat je handicap achter op de steiger,’ is de
slogan van de stichting Sailability in Giesbeek. Op de poster staat een lege
rolstoel op de kade en in de verte een zeilbootje. Het doet vermoeden dat er
een wonder is geschied. In zekere zin is dat zo, al is het wonder tijdelijk van
aard in Giesbeek.

Uitbundige doch serieuze vrijwilligers zorgen
dat invaliden, met wat voor beperking dan ook, kunnen zeilen. Met enige trots vertelt
een vrijwilliger: ‘Er is zelfs iemand die alleen met zijn kin een boot bestuurt.’
Hoe zwaarder de handicap, hoe groter de uitdaging is voor vrijwilligers om
iemand te laten varen. Voor iedere handicap wordt er met zorg uitgedokterd hoe
hij of zij te water kan.

Ik krijg een zwemvest en samen met Chris, een
man met een grote witte hangsnor, varen we achter Joyce aan. De wolken zijn
donker, de golven hoog. Joyce dobbert alleen in de verte. Het vormt een
desolaat beeld. Ik moet kort aan kunstenaar Bas Jan Ader denken, die alleen in
een zeilbootje stapte en nooit meer terugkeerde van de Atlantische Oceaan.

Maar een zelfmoordpoging is dit allerminst. Met
een kleine joystick bestuurt Joyce glimlachend een zeilboot. Voor de veiligheid
varen we met haar mee. Joyce zegt: ‘Ik ben een beetje gedesoriënteerd.’ Chris roept
stuurtips over het water terwijl de wind met zijn snor speelt. Door haar
aandoening kan Joyce haar nek niet bewegen maar toch zegt ze zonder twijfel: ‘Dit
doet me mijn handicap vergeten en vrijheid ervaren. Volgend jaar wil ik naar
Amerika.’ ‘Met de boot?’ vraag ik ongelovig. Lachend zegt ze: ‘Nee, om daar wedstrijden te
varen.’ Later wordt ze aan de kade uit het bootje, en
in haar elektrische rolstoel gehesen. Het contrast met daarnet is groot.

[Joyce navigeert en zeilt met behulp van een joystick]

De wolken waaien over. We gaan op zoek naar een
blinde zeilster. Het klinkt poëtisch: Chris vertelt dat ze op de wind koerst. Hij
steekt zijn wijsvinger in zijn mond, sluit zijn ogen, houdt de vinger in de
lucht en zegt: ‘Zo voel je waar de wind vandaan komt. Andere zintuigen worden
sterker als een uitvalt.’
Joke draagt een zonnebril en bestuurt een groot
zeilschip, samen met twee begeleiders. Stralend zegt ze me: ‘Ik voel de wind en
luister naar de zeilen, zo weet ik hoe ik moet sturen. Op het water ben ik één
met de natuur.’

[Joke zeilt zelfstandig. De instructeurs waarschuwen haar eventueel]

Ze is zielsgelukkig. Bij alle mensen lijkt hier
hetzelfde te gebeuren: ze vergeten hun beperkingen en ervaren vrijheid. Misschien
is dat uiteindelijk wel het doel van veel mensen: tijdelijke verlossing van het
alledaagse vinden.
[Joke wordt vanwege het ontbreken van haar gezichtsveld aan wal geholpen]

Als ik later in de kantine van de zeilclub zit
komt er een man op me af die zegt: ‘Er zijn mensen die nauwelijks beperkingen
hebben en zich toch veel beperkter lijken te voelen dan deze mensen hier.’ Ik
knik. En dan kijkt hij me indringend aan en zegt: ‘Wij weten amper wat vrijheid
is, toch?’

FOTOGRAFEN CAFÉ AMERSFOORT


[foto Robert Jan Stokman]
Afgelopen donderdag 16 mei was de presentatie van Willem Wernsen’s nieuwe boek. Vol met plaatjes en praatjes. Willem en Piet van de Eynde, de Belg waarmee Willem de laatste jaren samenwerkt, hebben een educatief boek gemaakt voor de beginnende én gevorderde straatfotograaf. Zelfs voor degenen die overwegen om met straatfotografie aan de slag te gaan zijn er volop tips die vanaf de eerste minuten al een prima hulpje zijn! Het boek bevat 101 tips met vele foto’s van Willem en Piet. Kijk maar eens in de shop van Willem, ter overweging.

Ik mocht deze bijzondere avond presenteren. Niet alleen in gesprek met Willem Wernsen over zijn boek maar voor de pauze besprak ik een kleine vijftig straatfoto’s van fotografen uit de regio. Fotografie die zeer de moeite waard was, bovendien veel foto’s die een mooi breed beeld gaven van straatfotografie. Immers dé straatfotografie bestaat niet; het is een heel breed genre.
Een geweldige avond niet in het minst dus door deze foto’s en fotografen.

Het Fotografen Café Amersfoort organiseert nogal wat lezingen en avonden die zeer de moeite waard zijn. Een aanrader om daar eens (of vaker) aan te schuiven. Kijk op hun site voor het programma.

Lezing fotocafé Drechtsteden

Aankondiging
30e editie dinsdagavond 5 maart 2019.Thema “ Straatfotografie”door Peter
van Tuijl. Entreeprijs : € 7– p/p, donateurs € 5,– (zaal open 19:30 uur).
Tickets zijn te bestellen via de webshop van het fotocafé:https://fotografencafedrechtsteden.nl/webshop/

20.00 uur:
opening door de voorzitter, gevolgd door 1 lezing van ca 2 uur, met de gelegenheid
vragen te stellen over Straatfotografie.

VRIJETIJDSFOTOGRAFEN op BEELDEXPOSURE

Op de site BEELDEXPOSURE.NL weer een aantal nieuwe series van een aantal vrijetijdsfotografen. Zeer de moeite waard om een kijkje te gaan nemen. En als je jouw fotowerk wilt aanbieden; van harte welkom! Voorwaarde voor plaatsing is a) seriematig werk en b) van een goede kwaliteit.

Foto John Moest uit de serie gipsy festival in Sainte Marie sur Mer.

Film PHOTOGRAPHER HARRY GRUYAERT

Er is in december 2018 een film over het werk en leven van de Belgische fotograaf Harry Gruyaert verschenen. Gruyaert is bekend vanwege zijn bijzonder kleurgebruik en de alledaagse taferelen, aanvankelijk uitsluitend in België en later over de hele wereld. De film is een hommage en draait nu nog uitsluitend in de Belgische bioscopen. Wanneer de film in Nederland komt, op TV of Netflix wellicht is niet bekend. Misschien dat hij straks op DVD beschikbaar is. Als fan van Gruyaert hou ik het in ieder geval in de gaten.
De trailer is via YOUTUBE te bekijken.

foto @Peter van Tuijl, ‘in de voetsporen van Harry Gruyaert Antwerpen 2018’

gast in het hospitaal

Deze week ben ik vijf dagen te gast in twee ziekenhuizen van de stichting Santiz. Daaronder vallen het Slingeland ziekenhuis in Doetinchem en het Beatrix ziekenhuis in Winterswijk.
Ik maak foto’s die gebruikt worden bij de (uitgebreide) dagelijkse columns van schilder/schrijver/columnist Jonah Falke. Gisteren, maandag was ik bij de afdeling opname van het Slingeland. Vandaag op de longafdeling (de column verschijnt morgen in de Gelderlander) van het Beatrix, woensdag is gynaecologie aan de beurt, donderdag de keuken en de wasstraat. Vrijdag wordt de serie afgesloten met de afdeling palliatieve zorg.

Een spannend project om te doen. Zorgen dat er elke dag een aantal sprekende foto’s bij het artikel van Jonah komen die breed uitgemeten in de krant komen. Vandaag was de foto 5-koloms breed! Daar was ik blij mee.


Selina verpleegkundige in gesprek met Johanna.

Voor als je het artikel van vandaag wilt bekijken/lezen klik dan hier of op de foto.