Schaapherder in Warnsveld
Schrijver Jonah Falke op stage en ik fotografeer daarbij.
“Pelle weet het nog niet maar in de kielzog van zijn vader wordt hij geschoold tot herder!”
Een schaapherder lijkt me iemand die teleurgesteld is door mensen en troost vindt bij dieren. Maar Bram is een lange vriendelijke man met een grote glimlach. Hij is parttime herder en werkt daarnaast in de zorg.
Op het erf van de houten stal in Warnsveld liggen her en der vlokken wol, maar veel schapen zijn er niet.
‘Zijn dit alle dieren?’
‘Nee, dit zijn de zieke of te jonge. De kudde is aan het werk.’
Schapen zoeken hun leven lang enkel gras, het doel van de mens is minder helder. Een paar jaar terug kreeg Bram last van existentiële vragen op vakantie: ‘Ik schreef in een groen schriftje: waar word je gelukkig van? Wat wil je? Blijf je je leven dromen of leef je je dromen?’
Het is aandoenlijk om te horen van een grote man.
Ik vraag wat zijn droom is.
‘Mijn ouders verzorgden gehandicapten, ik groeide tussen ze op. Als kind vond ik dat niks. Ik ben een gezelschapsmens en zij poepten in hun broek en kotsten aan tafel. Dat was niet mijn idee van gezelligheid.’ De afkeer werd liefde en hij belandde in de zorg. Zijn droom is nu een eigen zorgboerderij. Van dieren heeft hij altijd al gehouden. Bevlogen vertelt hij dat er volgend jaar een hoeve gebouwd wordt waar acht christelijke gehandicapten komen wonen, die tevens zullen helpen bij het schapen hoeden. ‘Openheid en gelijkwaardigheid zijn mijn idealen.’
Ik knik en vraag of ik de andere dieren mag zien.
Op de weg en in de berm langs het Twentekanaal lopen ruim 300 schapen. We ontmoeten Brams collega, fulltime herder Maarten. Deze man voldoet meer aan het romantische beeld: hij heeft een stok, een vilten hoedje en een afhoudende lichaamstaal. Naast hem staat zijn zoontje. Het jongetje weet het nog niet maar in de kielzog van zijn vader wordt hij geschoold tot herder, hoewel hij zelf zegt dat hij later politieagent wil worden.
Maartens terughoudendheid verdwijnt snel als hij vertelt over het vak van een traditionele herder. Terwijl hij kalm spreekt verliest hij de kudde geen moment uit het oog. Soms schreeuwt hij naar de honden en laat ze voor zich drijven. De gehoorzaamheid van de honden en de schapen is fascinerend. De scheidslijn tussen Maartens liefde voor en autoritaire houding jegens de dieren is dun.
Ik meen de teleurstelling in de mens van deze herder te zien als er auto’s over de weg, door de kudde heen willen. Zonder haast zegt Maarten dat ze om kunnen keren of heel langzaam door mogen rijden. Hier gelden andere regels: de mens moet zich aanpassen aan het dier, en niet andersom.
Of het dier troost brengt betwijfel ik. Kijkend naar de kudde zegt Maarten: ‘Schapen zijn niet aanhankelijk, je kunt ze niet aaien en ze lopen van je weg. Alleen bij elkaar vinden ze rust.’
Dit artikel verscheen in de Gelderlander op zaterdag 3 augustus 2019