het Lourdes van nu ?

IC verpleegkundige Paulien op haar eerste vrije dag na twee weken | © Peter van Tuijl

door Jonah Falke

Zoals de gelovige naar Lourdes gaat en hoopt op wonderen, zo kijkt de hele wereld nu naar de intensive care. In een vrijstaand huis langs een landweggetje in Dinxperlo woont zo’n nieuwe heilige. Paulien is IC-medewerker van het Slingeland ziekenhuis in Doetinchem. Ze heeft een schaarse vrije dag in deze twee weken. Voor het eerst sinds de halve wereld in lockdown verkeert, regent het in Nederland.

Een onbevreesde vrouw met kort haar en een opgewonden hond wachten me op. Ik had verwacht dat ze striemen van een beveiligingsbril en mondkapje in haar gezicht zou hebben, maar ze zegt: ‘Die verdwijnen binnen een paar uur.’ Wanneer Paulien thuiskomt en de tv aanzet wordt er over haar werk gepraat. Ze ziet zichzelf niet als een wonder of heilige en dat siert haar. ‘Ik weet al heel lang dat ik belangrijk en heel verantwoordelijk werk doe. Nu ziet de hele wereld dat. Als ik een fout maak, kan dat zo cruciaal zijn, dat een patiënt overlijdt.’

Zuchtend slaat ze haar ene been over het andere en zegt dat de corona IC tien keer zwaarder is dan de normale. ‘Je bent soms met weinig IC-verpleegkundigen die de eindverantwoordelijkheid hebben en je laat je collega’s ook niet in de steek. En die buddy’s (assistenten die van andere afdelingen komen om te helpen) zijn geweldig maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid niet bij hen. Als ik er aan het werk bent sta ik altijd ‘aan’.’ Het is niet zo dat mensen rustig aan de beademing liggen. Constant kijk je of ze geen extra medicatie of andere zorg nodig hebben. Als je met een iemand bezig bent piepen er ondertussen ook apparaten bij de anderen en hoop je maar dat het goed gaat.’

Paulien Brethouwer | © Peter van Tuijl

Zonder genoeg IC-medewerkers gaat verder opschalen van bedden niet. ‘Collega’s zijn soms gewoon opgelucht dat aan het eind van een dienst alles goed is gegaan, want het gevoel de controle kwijt te raken is erg naar. IC-medewerkers zijn controlefreaks. Heel gestructureerd werken we lijstjes af. Ik moet er niet aan denken dat ik nog meer mensen tegelijk moet verzorgen. Je kunt momenteel niet terugvallen op je routine.’ Paulien vindt het van groot belang dat er, los van deze crisis, gesprekken gevoerd worden met familie, onder welke omstandigheden iemand nog behandeld wil worden op een IC.

Ik kijk goed naar haar ogen. Vanwege alle beschermde kleding is dat het enige wat coronapatiënten van haar zien op de IC. ‘Een patiënte keek me met doodangst aan voor we haar inslaap brachten, ik kon niet garanderen dat we haar zouden redden, slechts dat we ons best zouden doen. Normaal laten we er familie bij om afscheid te nemen voor het geval dat, maar dat mag nu niet.’ Ze klinkt machteloos. Dat de ogen de weg naar de ziel zijn, lijkt een leugen: ook met ogen is het behelpen. Haar collega’s en ‘buddy’s’ herkent zij niet aan hun ogen. ‘Daarom schrijven we onze naam op onze muts.’

Ik vraag of ze zich goed houdt. ‘Nog wel, maar toen ik laatst op de normale IC werkte, was dat gewoon een opluchting, en voor het eerst droom ik over mijn werk. Ook log ik thuis in om te kijken hoe het met mijn patiënten gaat. Moet ik eigenlijk niet doen. Er word wel psychologische hulp geboden door het ziekenhuis, maar gelukkig heb ik een man en kinderen, maar als je alleenstaand bent is dat misschien anders.’

Toch doet het Santiz (SKB en het Slingeland) het erg goed. ‘De eerste patiënt van Nederland is bij ons van de beademing gekomen en daarna zijn er nog enkelen gevolgd, sommigen zijn zelfs alweer thuis.’ En met die woorden breekt ook letterlijk de zon door buiten. Misschien is Paulien toch écht een heilige.

We gaan de tuin in en ze speelt met haar hond. Pauliens achtertuin grenst aan het hoofdveld van voetbalclub SV Dinxperlo. Vroeger landde er vaak ballen op haar terras en keek haar man soms door de heg naar het amateurvoetbal, vertelt ze lachend.

Voetbalgod Johan Cruijff zei eens: “Als je sneller wilt spelen kun je wel harder lopen maar in wezen bepaalt de bal de snelheid van het spel.” Het mensenleven lijkt de bal en Pauliens werk het spel. Momenteel wordt er niet gevoetbald in Dinxperlo, maar morgen staat Paulien wel weer op de IC. 

Dit artikel verscheen maandag 6 april in de Gelderlander

De oude Solex-jas

Hij is er kapot van en dat is ook niet zo gek. Een week geleden was z’n broer plotseling overleden. ‘Het was een verkeersongeval’, zegt hij. ’s Ochtends op weg naar z’n werk verloor hij de macht over het stuur. Hij reed rechtdoor over de rotonde, dwars door kademuur, zo de haven in’. De stilte aan het einde van zijn verhaal hangt pijnlijk tussen ons in. Ik weet even niet wat ik zeggen moet.

Voor me op de salontafel ligt een oude bruine leren motorjas met een bijpassende cap. Ik zag ze liggen toen ik binnenkwam. Als een relikwie uit lang verloren tijden liggen ze daar te liggen.

Als hij ademhaalt en zijn verhaal vervolgt knikt hij naar de jas. ‘Die was van m’n vader’, zegt hij en slikt een traan weg. ‘Hij werkte bij de spoorwegen en controleerde elke dag het baanvak op z’n Solex, rijdend langs het spoor. M’n broer woonde nog in het ouderlijk huis’, vervolgt hij. ‘Toen ik bij het opruimen een kast in de slaapkamer opende, hing hij daar, zo goed als nieuw’. Weer valt er een stilte.

Dan kijkt hij me aan. Hij trekt z’n wenkbrauwen op en vraagt: ‘Kan jij er iets mee? Dat ding is veel te groot om te bewaren, maar ik kan er zo moeilijk afstand van doen’.

Dan stel ik voor om het stilleven dat op tafel ligt een plekje aan de muur te geven. In de studio zoeken we het juiste licht en een bijpassende compositie. 

Twee weken later heb ik een cadeautje voor hem. De foto van de jas van zijn vader is meer dan een stilleven. Voor hem is het de verbinding met z’n pa en een herinnering aan zijn broer. 

Tekst en foto: Ton Constandse

Een nieuwe BLOGGER

Ton Constandse [trainer / coach / organisatieadviseur én fotograaf] is een nieuwe medeblogger. Welkom en ongetwijfeld kunnen we in de toekomst gaan genieten van zijn fotografie en verhalen. Wat dat kan hij, verhalen vertellen. In zijn eerste blog is hij wat lang van stof. Dat gaat de volgende keer korter heeft hij mij verzekerd.

everyone lives with data [foto peter van tuijl]

Wil jij ook mede blogger worden en zelf data toevoegen aan deze blog meld je dan. Dan neem ik daarna een via de mail contact met je op.

Ik ga dit soort blogs plaatsen onder het kopje EXTERN NIEUWS

Wales, land van fairytales en lange sluitertijden

Wales is het land van fairytales. De beken fluisteren er Keltische hymnes en op Mount Snowdon woont een tovenaar. Als je het niet gelooft, ga dan maar kijken en neem je camera mee. Want voor fotografen is vooral het bergachtige Noord Wales een paradijs. Oude vuurtorens, vergeten kloosters, kastelen en sprookjesbossen wisselen elkaar af.

Op 30 oktober vertrekken we met zes fotografen van FG Schelfhorst vanuit Rotterdam naar Hull in het VK. In de weken die eraan voorafgaan is het nog een beetje spannend. Want zal de Brexit op het laatste moment roet in het eten gooien? Het blijkt allemaal erg mee te vallen. 

De overtocht met P&O Ferries verloopt soepel en onze 9 persoons huur-bus blijkt in het VK ook prima aan de linkerkant van de weg te kunnen rijden. Hoewel de regen en mist bij vlagen voor gefronste voorhoofden zorgt, klaart het zicht op als we de Westkust bereiken. We zoeken en vinden het Talacre Lighthouse, de oudste vuurtoren van Wales, die in het opkomend tij bij lange sluitertijden haar schoonheid aan ons toont. Ook Llundudno Pier, dat net iets zuidelijker ligt, mag er zijn. De grand old lady blijkt aantrekkelijk voor dagjesmensen en voor ons fotografen, wanneer de zon langzaam maar zeker naar de einder zakt.

Na nog een flink uur rijden passeren we Menai Bridge en komen we aan op het schiereiland Angelsey, de parel van Wales. We verblijven er vijf dagen in een prachtige kleine cottage met uitzicht op zee. Als we het haardvuur aansteken en de pastasaus op het vuur staat de pruttelen maken we plannen voor de komende dagen. De weersverwachtingen blijven slecht en we besluiten het geplande bezoek aan Snowdonia met landschapsfotograaf Phil Norton naar de zondag te verplaatsen. 

Zaterdagmorgen vroeg rijden we na het ontbijt naar Llanddwyn Island. Het miezert een beetje maar aan de kustlijn klaart het op en zien we dat het blauw wint van de grijze wolken. LLanddwyn Island is een landtong die de ruïne van een oud klooster, twee prachtige monumentale kruizen en een paar vuurtorens herbergt. De wandeling langs de kustlijn en door de heuvels brengt me in gedachten naar het land van Hobbit Bilbo Balings in de fictieve wereld van ‘Midden-Aarde’. Het zijn de bewerkte houtgesneden hekjes en de Keltische tekens die me fascineren. Terwijl ik m’n plaatjes schiet mijmer ik een beetje voor me uit tot ik in de verte m’n groepsgenoten door het wassende water zie waden. De terugweg naar het vaste land is door de snel opkomende vloed afgesneden. De keuze is simpel: óf een nat pak, óf zes uur wachten. Ik kies voor her eerste en sta even later m’n sokken en m’n broek uit te wringen. Ergens heeft zo’n wandeling ook wel iets avontuurlijks. Het werkt op de lachspieren en we zullen het niet gauw vergeten. Na een bezoek aan een moeilijk te vinden scheepswrak keren we huiswaarts en stippelen de route uit naar Snowdonia Nationalpark. 

Op zondagmorgen om 06:30u ontmoeten we Phil en zijn collega Raymond McBride. Ze nemen ons mee naar The Lone Tree, een bijna iconisch boompje dat in de rand van het meer van Llyn Padarn staat. Als we in de vochtige duisternis naar onze fotolocatie wandelen merken we dat een groepje van 5 à 6 fotografen ons al voor is. De foto-spot is klein en er is eigenlijk geen ruimte voor ons. Dan gebeurt er iets bijzonders: de locals maken uit zichzelf plaats voor de guests from Holland. ‘We wonen in de buurt’, zeggen ze en geven aan op een later moment wel terug te komen. Ik merk hoe bijzonder gastvrij zo’n gebaar is en vraag me in stilte af of dat in Nederland ook gebeurd zou zijn.

De duisternis wordt schemer en na het blauwe ochtendlicht ontwaakt de zon die de bergen in een warme gouden gloed zet. Met Phil en Ray trekken we die dag het park in. 

Phil werkt o.m. als agent voor NISI-filters en geeft ons de kans om met zijn materiaal te oefenen. Verschillende ND- en polaroidfilters worden onder wisselende omstandigheden getest. We fotograferen watervallen met lange sluitertijden en bezoeken de Fairy-glen, een snelstromende beek die zich met veel geweld door een nauwe doorgang wringt. ’s Avonds bij een gezamenlijke maaltijd presenteert Ray een deel van zijn werk. Zijn landschapsfotografie heeft een eigen specifieke stijl. De kleuren zijn vol en warm, meestal geschoten in avondlicht.

Op maandag bezoeken we Penmon Point met z’n karakteristieke vuurtoren en mist-bel die elke 30 seconden en sinister geluid afgeeft. De rotsen aan de kust zijn spekglad en soms vlijmscherp. Het is oppassen geblazen en je moet ervoor zorgen dat je statief stevig staat voor je aan het werk gaat. Vlak in de buurt ligt een dodenakker die het al jaren zonder onderhoud moet stellen. Een bord waarschuwt voor verzakte grafzerken en ingevallen graven. Voorzichtig zoeken we naar interessante beelden. De teksten op de graven verhalen van oorlogen, verdrinkingen en scheepsrampen. Soms voel ik me als fotograaf een voyeur. Dit is zo’n moment. Ik ben onder de indruk van wat ik zie en lees.

De reis brengt ons vervolgens naar Red Wharf Bay, dat bij laag water een prachtig verstild beeld oplevert. Alleen de wolken en de zon zorgen voor een wisselende sfeer, waar je als fotograaf door gegrepen kan worden. Het geluid van de golven en de meeuwen verdwijnen naar de achtergrond als ik m’n plaatjes schiet. 

Als laatste rijden we naar Porth Cwyfan een oude abdij waarvan alleen het kerkje gerestaureerd en wel, nog overeind staat. Omgeven door een hoge kademuur, weerkaatsen de witgekalkte wanden het avondlicht. Deze ‘church at the sea’ is een landmark van formaat en wordt door surfers gebruikt als richtpunt. De rotsen aan de voet van het kerkje zijn verraderlijk en scherp. Te lang over de golven scheren kan desastreuse gevolgen hebben. De ervaren brandingsurfers weten dat.

Dinsdag is de dag waarop we onze terugreis beginnen. Nog één keer maken we foto’s van een drooggevallen baai, waarop oude scheepjes in allerlei vormen van ontreddering zijn achtergelaten. Wales leeft met de getijden van de zee. Elk uur is anders en geeft een andere weerspiegeling van het licht. Als we door Snowdonia Nationalpark naar het Noordoosten rijden is het een beetje stil in onze bus. We zijn onder de indruk van de herfstkleuren en nemen maar moeilijk afscheid van dit prachtige land.

Phil Norton: https://www.philnortonphotography.co.uk

Raymond McBride: https://www.flickr.com/photos/raymac10/

Tekst: Ton Constandse

Fotografie: Marja Slooten, Clemens Nijenkamp, Kees van Vooren, Hans Bouma, Thijs Evers en Ton Constandse.