Verhalen uit Debbeshoek

Vanochtend werd het magazine ‘VERHALEN UIT DEBBESHOEK’ gepresenteerd. De eerste die een exemplaar kregen waren natuurlijk de 10 bewoners die met hun verhaal in het magazine kwamen. Ad Bouw interviewde de mensen en dat leverde fraaie open verhalen van de mensen op. Ik vond het fijn om hier de portretten bij te kunnen maken en de vormgeving van het magazine voor mijn rekening te kunnen nemen. Een plezierige samenwerking ook met de medewerkers die aan het project mee vorm gaven.

Lies en Lubbe hebben voor het eerst het magazine in hun handen. Benieuwd, snel kijken dus!

De directeur overhandigt Bertus een exemplaar. Bertus heeft een mooi verhaal verteld.

Het magazine ‘VERHALEN UIT DEBBESHOEK’ is verkrijgbaar in het verzorgingshuis Debebshoek te Ulft.

Fotografische Installatie

Als jurylid van de Bondsfotowedstrijd ben ik in de afgelopen weken enkele afdelingen ‘in geweest’ om de foto’s toe te lichten. Niet alleen de prijswinnende, -de zogenaamde bronzen, zilveren en gouden stickers-, maar ook de inzendingen van de clubs uit de desbetreffende afdelingen. Dat laatste vind ik het meest plezierig omdat je het dan hebt over de foto’s van de fotografen die doorgaans allemaal in de zaal zitten. Bij de stickerfoto’s is dat slechts in een enkele geval aan de orde. Bij de bespreking van het ‘eigen werk’ van de aanwezige fotografen ervaar ik vaker een grotere betrokkenheid vanuit de zaal. Afgelopen week echter alleen de prijswinnende foto’s in het Brabantse Wagenberg besproken. Het was een beamerpresentatie, en dat vind ik altijd wat minder dan “het echte werk”, de prints of afdrukken dus. Bij het bespreken van de stickerfoto’s is het doorgaans niet zo lastig om iets over techniek, vorm, inhoud en originaliteit te kunnen zeggen. Nagenoeg alle foto’s zijn door de drie juryleden (Mariska Lansbergen en Frank Boots waren de andere juryleden) zodanig hoog gescoord dat ze de prijs met overtuiging verdienen. Natuurlijk komt het voor dat een enkel beeld naar mijn idee of naar het idee van de andere juryleden te hoog beloond is. Het jureren van een bondsfotowedstrijd, überhaupt het jureren van foto’s is geen jurysport. Bij voetbal of hockey win je omdat je meer gescoord hebt, bij zwemmen of atletiek omdat je sneller was of hoger kon springen. Bij het jureren krijgt een foto van de drie juryleden samen bijvoorbeeld 22 punten en verdient daarmee brons. Een andere foto scoort een punten minder en valt buiten de prijzen. Kun je zeggen dat die foto minder is? Nee natuurlijk niet, als het zo eenvoudig zou zijn. Als jury let je op een aantal aspecten. Ik zei al, de techniek en de vorm vind ik belangrijk maar nog meer van belang is de inhoud. Wat wil de fotograaf met zijn/haar foto laten zien, welk verhaal wordt er verteld, roept de foto een emotie of gevoel op. Ook belangrijk vind ik een zekere nieuwwaarde van de foto. Natuurlijk alles is al wel eens gefotografeerd en op meer dan een manier. Kun je dan nog wel origineel zijn? Harry Callahans (1912-1999) lijfspreuk, enigszins vrij vertaald, was: “‘Foto’s die me prikkelen zijn foto’s die iets zeggen op een andere manier. Niet om het anders willen zijn maar omdat het individu, de fotograaf, het is die iets vertelt op zijn manier.”‘ Met andere woorden laat zien wat je beweegt in je fotografie, wat vind je belangrijk of spannend en blijf daarbij dicht bij je ‘eigen ik’, je emotie of je verhalen. De foto van Ariejan van Twisk die brons behaalde, vind ik een goed voorbeeld. Het is een foto waarmee Ariejan flink aan de slag geweest is. Standpunt gewikt en gewogen, het kader onderzocht, de kleurbalans preciseren. O ja, stoeltje erbij, wankel evenwicht. Labiel en stabiel tegelijkertijd of toch meer stabiel. Harmonieus en rust maar tegelijkertijd ook veel spanning. Komt dat alleen door het stoeltje of ook door de paar natte plekken en de blaadjes (whatever it is). Een foto die je in eerste instantie om zijn vorm, compositie, kleur zou kunnen beoordelen en die bij een wat diepere beschouwing (de tweede laag) iets prijs geeft van stabiliteit of labiliteit, van fotobeeld verwordt tot een visualisatie van een zelf bedachte installatie, een wankel evenwicht. Daarnaast vertelt de foto nog iets over de context van wonen. Dergelijke strakke verbanden zijn te vinden in de Westerse woonomgeving anno nu. En tenslotte doet het te kleine stoeltje bijna surrealistisch aan. Van wie is het, de kleuter van om de hoek of is het een verzinsel van de fotograaf. Een foto die zich niet beperkt tot de vorm of de schoonheid op zich maar uitnodigt tot een beschouwing van verschillende aard en daarbij zelfs vragen oproept die alleen door de fotograaf te beantwoorden zijn. Volgens mij heb je dan terecht een bronzen plak.

Volgende week nog naar Limburg om daar de foto’s uit de afdeling te bespreken en daarna nog Rotterdam. Dan is de Bondsfotowedstrijd wat mij betreft even passé.

Meester in de fotografie

De Nederlandse Fotobond voor vrijetijdsfotografen stelt jaarlijks de toppers onder haar ruim 8000 leden in de gelegenheid werk in te zenden om het predicaat BMK te verwerven. De Bonds Meester Klasse is een kwalitatieve hoge onderscheiding op het gebied van de (vrijetijds)fotografie. De inzending bestaat uit minimaal 12 foto’s, of een vergelijkbaar werkstuk waarbij hoge eisen worden gesteld aan de inhoud van de serie. Door een jury, bestaande uit professionals, wordt gekeken of iemand in staat is om op een consistente wijze een verhaal te verbeelden, een idee uit te werken in een serie foto’s in een herkenbare stijl of beeldtaal. De fotograaf moet iets te vertellen hebben met zijn/haar foto’s. In de vrijetijdsfotografie zien we nogal eens dat fotografen de schoonheid tot uitgangspunt van hun fotografie nemen. Als het ‘verhaal’ blijft steken in de esthetica, zonder verdere inhoudelijke boodschap, dat valt zo’n serie te licht voor het predicaat BMK, zo is ook afgelopen zaterdag gebleken bij de finale jurering. In de afgelopen jaren hoorde je afgewezen fotografen dan ook weleens brommen dat alleen inzendingen in de categorie sociale fotografie maar kans hadden om BMK te worden. Niets is minder waar, zo is afgelopen zaterdag gebleken. Juist de series met een eigen autonoom verhaal worden hoog gekwalificeerd.

Voor de titel BMK werden 63 series ingezonden. In de preselectie werden door de jury 20 series afgewezen. De 43 overgebleven inzenders hebben afgelopen zaterdag hun serie in een persoonlijk gesprek toegelicht aan één van de juryleden. Daarna ging de gehele jury in conclaaf, bekeek elke serie nogmaals om gezamenlijk tot een oordeel te komen. Ik was erbij en mijn conclusie is dat dit heel zorgvuldig gebeurde met volop argumenten over en weer daar waar dat nodig was. Streng en eerlijk, zo oordeelde de jury naar mijn overtuiging. Eerlijk omdat op argumenten en deskundigheid werd beoordeeld. Streng omdat uiteindelijk aan slechts drie inzenders het predicaat werd toegekend. Dat was in andere jaren wel eens anders, alhoewel ik me ook herinner dat er zelfs een jaar is geweest dat niemand de titel kreeg.

Groot applaus dus ’s middags bij de openbare bespreking voor de nieuwe BMK-ers, Femke de Wit, Arold van der Aa en Willem Melching.

foto FEMKE DE WIT uit de serie ‘depression and agony’

Femke de Wit heeft met haar serie ‘Depression and agony’ een persoonlijk document gemaakt. De serie doet een beroep op het invoelend vermogen en zal bij de aandachtige beschouwer zeker de nodige emotie oproepen, los nog van de vraag of een letterlijk verhaal zich aandient. Dat hoeft ook niet, foto’s die alle antwoorden geven, zijn mijn inziens weinig interessant. De gekozen beeldtaal is krachtig en mysterieus tegelijk en voedt het zoekend karakter van de serie.

foto AROLD VAN DER AA met Jan uit de serie portretten

Arolds portretten hebben een rauwheid en een fijnheid tegelijkertijd. De fijnheid wordt verkregen door het gebruik van de technische camera en de techniek van natte collodium plaat. Het rauwe door de wijze waarop de personen in beeld zijn gebracht, zonder franje, eerlijk, puur zonder opsmuk of tierelantijnen, verwijzend naar karakter of persoonskenmerken. Een eigen beeldtaal met een tikje Stephan Vanfleteren, zo wist de jury te vermelden.

foto WILLEM MELCHING uit de serie ‘de helaasheid der dingen’

Er is een boek en film met de titel ‘de helaasheid der dingen’ van Dimitri Verhulst. Ik ben het boek nu aan het lezen. Dimitri Verhulst keert in zijn boek terug naar zijn geboortegrond. Je maakt kennis met zijn vader en zijn nonkels [ooms] die het zuipen tot het hoogst haalbare in het aardse bestaan hebben verheven met alle gevolgen vandien. Willem heeft het boek niet gelezen noch de film gezien maar vond het gewoon een leuke titel. Ondanks dat de foto’s geenszins de wereld van Dimnitri Verhulst laten zien is er een overeenkomst. De gelijkenis heet absurditeit. Willem toont ons op een bijna objectieve manier de banaliteit van de dingen die we doen, de dingen die we mooi vinden, de dingen die we belangrijk achten. Door zijn beelden te bekijken ontstaat er een ontspannen glimlach op het gezicht van de beschouwer. Maar je moet niet vreemd opkijken als even later er een frons boven de ogen verschijnt.

De jury dit jaar, allemaal bovenste beste professionals, waren: Corinne Noordenbos (fotograaf en hoofddocent KABK Den Haag), Claudia Küssel (curator FOAM), Reinout van den Bergh (fotograaf en curator foto en film Bredaphoto) en Hans Rooseboom (curator Rijksmuseum).

Ook van harte proficiat aan de kandidaat BMK-ers. Naast de drie hoogste laureaten werd nog aan 11 personen het kandidaat-BMK predicaat toegekend. Het is eigenlijk een tijdelijk BMK-schap. Deze kandidaat-BMKers zijn gedurende twee jaar volwaardig lid van de BMK en kunnen in die periode verder werken om het predicaat BMK te behalen. Het zijn Bas Berkhout, Diana Bokje, Yolanda Geldof, Janet de Graaf
(is reeds BMK 2012), Marcel Hoogendijk, Remco Molkenboer, Norman Post, Petra
van der Punt, Wouter Scheen, Albert Smit en Annelies van der Vliet.

13×13 BERLIN

Vanaf vandaag staat het boek 13×13 BERLIN op BLURB.COM

Het boek geeft een impressie van dertien fotografen die in oktober 2012 Berlijn gedurende vijf dagen ‘onveilig’ maakten. De 13 fotografen zijn lid van de landelijke gespreksgroep journalistiek van de Fotobond. Het zijn: Ton Mijs/Cobi Neeft/Anneth Bons/Carol Olerud/Wil
Vrancken/Frans Rentink/Peter van Tuijl/Harry Sikkenk/Frank Detrixhe/Janny
Wierenga/Wim Groeneveld/Willem Melching/Jan Hendrik van der Veen. De landelijke gespreksgroep telt op dit moment ruim dertig leden en komt jaarlijks vier keer bij elkaar om werk te bespreken. Daarnaast maakt een wisselende groep van ongeveer 15 fotografen een vijfdaagse reis naar een stad of gebied omdat fotografisch in beeld te brengen, ieder vanuit een eigen invalshoek.

Voor wie in het boek wil kijken: http://nl.blurb.com/books/4107403-13-x-13-berlin

honden op de richel

Wat beweegt deze honden om op de smalle richel te gaan lopen? Waar zijn hun bazen die hen voor een val behoeden? Volgt die tweede slaafs zijn voorganger? Met moeite vond ik in de oude doos (nou ja een foto uit 2010) dit beeld waar ik mijn verhaal aan kan ophangen. Jammer dat ik deze mooie labradors gebruik voor de vreselijke boosheid die ik in me voel. Ik ben namelijk een hondenliefhebber en onze laatste hond was Thomas, een pracht labrador. Eigenlijk had deze blog ’tuig van de richel’ moeten heten. Want daar gaat het me om. Met plaatsvervangende schaamte heb ik gisteren het verhaal van Femke Halsema aangehoord inzake de verrijking bij de voormalige grote scholenkoepel Amarantis. Vervolgens lees ik vanochtend, tot afschuw, het commentaar van de mooie meneren die naar eigen zeggen toch netjes binnen de normen van de wet zijn gebleven. Kennelijk is de wettelijke norm de enige norm voor deze mannen. Er is toch ook nog zoiets als een moreel normbesef. Bovendien zeker als je ‘de zaak onderwijs’ dient, mag je verwachten dat er iets van wat je vroeger als voorbeeldgedrag beschouwde, niet alleen bij docenten en directies aanwezig is maar ook bij de bestuurders. Bestuurders die in mijn ogen destijds niet meer wisten, zich niet meer beseften, welke zaak ze dienden. Dát ze een zaak dienden, namelijk de randvoorwaarden scheppen voor goed onderwijs. Op plekken waar grootheidswaanzin zichtbaar wordt is de ‘betrokkenheid bij de zaak’ niet meer aan de orde. In die gevallen dat zelfverheerlijking of zelfverrijking aan de orde zijn, is het zicht op de werkelijkheid totaal verloren gegaan. Fotografen zijn doorgaans mensen die ook een eigen werkelijkheid scheppen maar nagenoeg in alle gevallen ongevaarlijk voor de omgeving. Egotrippers met twee leasewagens, een OV-jaarkaart (1e klas daar ben ik van overtuigd) en zes jaar een adviseurschap met behoud van alle revenuen én salaris, zijn het slechtste voorbeeld dat jonge (en oude) mensen zich kunnen wensen. Met plaatsvervangende schaamte zo schreef ik hiervoor. Ik ben ruim 28 jaar eindverantwoordelijk schoolleider geweest, met veel plezier. Ik zou het zo weer doen. Het enige voordeeltje waarvan anderen en ook ik binnen de school van mochten profiteren was het zogenaamde fietsenplan. Met een belastingvoordeel een fiets kopen en dan heilig, d.w.z. schriftelijk verklaren, dat je minimaal 3 keer per week met de fiets naar school zou komen. O, ja de minimale afstand tussen woonplek en school moest dan wel 4 km zijn, anders moest je ‘om fietsen’. Als schoolleider werd ik geacht daarop toe te zien. Ik heb nooit bij de poort gestaan om te turfen of Piet of Mariet voor de tweede of derde keer die week met de fiets was. En misschien ben ik ook weleens in gebreke gebleven en met slecht weer of geen zin de auto gepakt, mijn eigen auto wel te verstaan. Van het budget van het ministerie werd jaarlijks een klein bedrag gedoteerd aan het personeelsfonds voor een extra borrel of als bijdrage aan het Kerstpakket à 7 euro vijftig. Ik wil me zelf en vele anderen niet op de borst kloppen. Hier en ook op heel veel andere plaatsen, op nagenoeg alle plaatsen in het Nederlandse onderwijs, is zelfverrijking niet aan de orde of aan de orde geweest en zijn en worden geen guldens of euro’s over de balk gesmeten maar netjes gebruikt. Des te belangrijker is het dat deze mooie meneren hun straf niet ontlopen. Als de wettelijke norm niet toereikend is, zouden ze zich in ‘shame’ als verstotenen moeten gedragen in plaats van te kakelen dat ze niets te verwijten valt en netjes binnen de normen zijn gebleven. Ik realiseer me dat ik de foto van de labradors misschien niet had moeten gebruiken. Dat ik geen ander bijpasend beeld had is feitelijk ook al geen argument. Misschien kan ik mezelf overtuigen door het feit dat ik de indruk heb dat de tweede hond de eerste hond slaafs volgt. Dat is kennelijk ook het geval geweest bij Amarantis. Je hoopt dat ergens in een organisatie er een laag is waar het besef is dat iets echt niet kan en dat het kritisch vermogen en het lef dan dusdanig zijn dat dergelijke misstanden aan de kaak worden gesteld. Maar ja, wellicht was dat kritische vermogen er wel maar reikte de macht van de bestuurders zover, waren de democratische mogelijkheden zo beperkt en was de werksfeer zo verziekt dat weldenkende mensen geen poot aan de grond kregen. Misschien had de scholengroep beter gedijt onder de naam Amarilis. De Amaryllis is namelijk een bescheiden potplant die als ze goed verzorgd wordt jarenlang steeds opnieuw bloeit. Want dat is wat je het onderwijs gunt!

ANDY: LASTIGE FIGUUR

ANDY is weer eens lastig en nauwelijks in toom te houden ………..

Andy is wat je zou kunnen noemen een lastige klant. Iemand die in de contramine is. Niks is goed, alles verkeerd. Elke poging om het ook voor Andy prettig te maken mislukt. Wat een eikel. Dat wordt op een gegeven moment ook de anderen teveel. Er is altijd wel iemand die te hulp schiet en probeert de ‘leider’ te helpen. Ja, het is de vraag of dat goed is. Wordt daarmee misschien dat laatste restje gezag van de leider ook nog onderuit gehaald. Andy maar negeren of zelfs de gang op sturen. Het argument dat de sociale dienst ook voor hem voor het volgen van de cursus betaald heeft, vrijwaart hem een gang naar buiten. Kortom niks mee te beginnen.

De toon was gezet. De ongeveer 30 bondsmentoren van de Fotobond waren gisteren bijeen voor een studiedag. Ervaren mentoren en zij die afgelopen jaar waren afgestudeerd voor de leergang Fotoreflectie wisselden ervaringen uit en probeerden samen een lijn te ontwikkelen voor de gewenste aanpak van Andy. Andy was Ab Peij, een professionele trainer/adviseur die, weliswaar sterk uitvergroot, een figuur neerzette die je bij tijd en wijle in de fotoclubs tegenkomt. Dus ‘les in groepsdynamica’ en ondanks dat je in pakweg anderhalf uur natuurlijk niet een geleerde bent in processen die zich af spelen én kunnen spelen in groepen met mensen, toch een betekenisvolle start van deze studiedag. Bondsmentor Jan Ros ging daarna in op de profilering van de mentor en wat er idealiter in de gereedschapskist van elke mentor zou moeten zitten. Zoals het hoort, hij stelde de vragen en in de groepen werd stevig van gedachten gewisseld. Gedachten die wij meenemen naar de taakgroep Opleidingen en Sprekers van de Fotobond om de educatie binnen de fotobond nog verder te ontwikkelen. Want daar is het tenslotte allemaal om begonnen. De vrijetijdsfotografie op een hoger plan brengen.

Na Andy en Jan kwam Rik Suermondt. Rik Suermondt studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1987 is hij actief als freelance fotohistoricus. Hij doceert fototheorie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en AKV/Academie St. Joost in Breda. Hij schreef vele boeken en recent Het Nederlandse Fotoboek (Rotterdam 2012). Hij houdt lezingen en cursussen over geschiedenis van de fotografie, met raakvlakken naar de beeldende kunst. Het Nederlandse fotoboek heeft al sinds midden jaren tachtig zijn grote interesse. [www.riksuermondt.nl].

Het mag duidelijk zijn dat Rik een uitstekende afsluiting was voor een leerzame dag. Bovendien de contacten tussen de mentoren is ook heel belangrijk als het gaat om uitwisseling en delen van elkaars ervaringen.

Rik Suermondt tijdens de lezing …. HET NEDERLANDSE FOTOBOEK

2012 achter ons, een nieuw jaar in het verschiet

Iedereen die mijn blog bezoekt (en ook iedereen die dat niet doet), wens ik toe dat 2013 een prachtig jaar wordt gevuld met gezondheid, geluk, vriendschap, liefde. En dan maakt het niet uit of je gisteren wel of niet vuurwerk de lucht hebt ‘ingeknald’ als je ze nog maar allemaal op een rijtje hebt. En ook niet of je je staatslot met die 30 miljoen nog voordat de eerste champagnefles knalde alweer in de prullenbak hebt gekeild. Maar die kus van je geliefde die blijft van waarde, net als de mooie gemeende wensen. Op het scheiden van het oude jaar, mijn fotografische waarnemingen, aan het papier toevertrouwd. Twee blurbboeken. Voor wie wil kijken:

http://nl.blurb.com/books/3948206 en http://nl.blurb.com/books/3953872

de waarheid en niets dan de waarheid

De andere waarheid

Ik prijs me gelukkig dat ik fotograaf ben. Kan ik tenminste met recht de werkelijkheid anders voordoen zonder deze geweld aan te doen. Fotografie is het medium dat niet liegt maar ook geenszins de waarheid ontvouwt. Die tweeslachtigheid, dat dubbele is het dat me in de fotografie juist aanspreekt. Anders wordt het als de geloofwaardigheid in het spel is als er gedraaid en gekonkelfoesd wordt zoals in de uitleg van de heren Lubbers en Verhagen. Nu bij zijn afscheid vindt Verhagen het de moeite waard om nog eens te benadrukken dat de gedoogconstructie van Rutte-I niet zijn idee was. Na de ‘val van het CDA’ en hij opstapt wast mijnheer Verhagen zijn handen in onschuld. Althans dat wil hij doen geloven. Ik herinner me nog de krokodillentranen op het CDA congres destijds. Hoe moet ik die nu plaatsen. Nee het was de grote leider Lubbers die het allemaal veroorzaakt had, het CDA op het verkeerde been had gezet. Nou ben ik de laatste die wil beweren dat Lubbers niet af en toe het verkeerde been vooruit heeft gezet maar een historicus als Verhagen zou de volgtijdelijkheid der gebeurtenissen wat beter in de hand moeten houden. Enfin, ik heb Verhagen altijd uit verschillende monden horen spreken, dus het verrast me nauwelijks. De geloofwaardigheid van de politiek is allang niet meer aan de orde wat mij betreft. Behalve Emiel, onze Emiel, daar heb ik een zwak voor. Als de prijs voor beste politicus van het jaar een prijs was voor eerlijkheid en betrouwbaarheid dan had Emiel met glans gewonnen. Gisteravond een indrukwekkende documentaire waarin onhandigheid en eerlijkheid samenging met het gepiepeld worden door gewiekste maar allesbehalve eerlijke ‘vrinden’. Emiel doe niet mee aan het gevecht in de slangenkuil en eens zal je beloond worden. Is het niet hier dan wel in de hemel. Alhoewel na de hernieuwde uitspraken van de Paus wil je daar misschien ook liever niet zijn. Je treft er alleen maar hetero’s en dan misschien nog niet eens die van het beste soort. Hij verleent gratie aan zijn butler, die steelt, en verwerpt de liefde die streelt. De mensen van dezelfde kunne wel te verstaan. Het is een soort van ontkenning van de werkelijkheid, een je boven de schepping plaatsen die volgens de geloofsleer toch van God is. Ben je nog wel betrouwbaar als je zulke uitspraken doet, vraag ik me af. De geloofwaardigheid van een Paus zou wat mij betreft veel groter mogen zijn, net als die van een aantal politici. Verhagen en Rutte zouden beiden, als historici, moeten weten dat ‘als is een leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’. Een mooie kerstgedachte lijkt me. ‘Liegen mag alleen als je zeker weet dat het waar is’.

NYC residents and strangers

Zo, dat karwei zit er op. In workshops en mentoraten geef ik regelmatig adviezen over het selecteren van foto’s. Voor veel fotografen een probleem. Welke is het beste, deze of toch deze. En waarom dan. Wat voegt deze foto toe aan mijn verhaal. Ja maar, … dit vind ik zo’n fijne plaat en moet je weten hoeveel moeite ik daar niet voor heb moeten doen. Als begeleider weet ik handig vragen te stellen en zo de fotograaf te bewegen eigen keuzes te maken. Makkelijk zat …. totdat je weer geconfronteerd wordt met je eigen selecties. In ruim een week NEW YORK maakte ik zo’n 8000 foto’s. Een maand nadien maakte ik twee Blurbboeken op het tradeformaat met in totaal ongeveer 1600 foto’s. Zo rijp en groen het kaf van het koren, alles onbewerkt en in het kleinere jpg-formaat. De maanden daarna regelmatig v-tjes bij de kleine fotootjes geplaatst. Dat bracht de selectie al terug op pakweg 900 beelden. In november begonnen met deze RAW bestanden te bewerken. Soms viel er alsnog een door de mand, vanwege de techniek maar ook wel vanwege de inhoud. Toen kwam de selectie voor het boek. Ik had me voorgenomen een boek te maken op het mooie Pro Uncoated papier van Blurb. Dat betekent een maximum van 240 pagina’s. Toen ik mijn eerste boekselectie klaar had, was een boek van 440 pagina’s het resultaat. En wat je dan allemaal voor strapatsen moet uithalen om uiteindelijk op de voorgenomen 240 pagina’s uit te komen. Als ik iets weg moet gooien zit ik soms ook te dubben of ik het wel moet doen. Heb ik het afgelopen jaar nodig gehad, gebruikt, gemist misschien. Maar ja, dat is een ding. Een foto is geen ding, een foto is iets dat je gemaakt hebt en een verhaaltje vertelt. Weggooien is dus onbegonnen werk, niet selecteren lastig. Gelukkig hoef je de foto niet weg te gooien, maar ja niet opnemen voelt ook een beetje als weggooien. Het is goed om zo’n proces ook maar weer eens door te maken, niet als begeleider of ‘meester’ maar gewoon als degene die het direct raakt. ‘Kill your darlings’, uiteindelijk gelukt. Het boek is 240 pagina’s dik. Als ik volgende week het opnieuw zou maken, zouden er ongetwijfeld enkele foto’s niet in komen en andere, nu niet geplaatste, wel. Keuzes maken, de wereld staat er bol van. Sommige mensen hebben niets te kiezen, zijn geboren op plekken waar niets is om te kiezen. Ongetwijfeld hangt gelukkig zijn en welvaart wel enigszins samen met de mate waarin mensen kunnen kiezen. Maar niet elke keuze maakt gelukkig of is gelukkig. Kijk maar naar de politieke keuzes. Ik ben blij dat ik zo af en toe mag kiezen en soms gaat dat over, in essentie, onbenullige dingen zoals het selecteren van foto’s. Vooruit ook een foto die ik niet in het boek heb gezet. Voor hem!

En voor wie het boek wil bekijken op blurb: http://nl.blurb.com/books/3897343

BMK-DAG 2012 SUCCES

Tenminste, dat denk ik. Afgelopen zaterdag verzamelden 250 vrijetijdsfotografen, aangesloten bij de Fotobond, zich in de Apeldoornse scholengemeenschap om bij verschillende BMK-ers lezingen en workshops te volgen en bovendien boden een kleine dertig hun portfolio aan om te laten bespreken. Lezingen over fotografie van o.a. begraafplaatsen, verlaten radio-actieve besmette plaatsen, natuurfotografie, sociaal documentair en reisfotografie. Workshops o.a. werken met series, natuurfotografie, stromingen, hedendaagse Nederlandse (professionele) fotografie en straatfotografie. Die laatse gaf ik zelf en op mijn website kunnen deelnemers de powerpoint (als PDF) downloaden. Ook heb ik nog beloofd om enkele verwijzingen naar leerzame en aardige filmpjes te vermelden over straatfotografie. Bij deze:

Interview met Joel Meyerowitz en zijn werkwijze op de straat

De indringende werkwijze van Bruce Gilden op de straat. Een impressie van Titarenko en van Ed(mund) Leveckis. Er passeerden nog meer klassieke fotografen als Gary Winogrand maar ook jongere zoals Felix Lupa en Trent Park.

Een succes, zo begon ik. Ja, waaruit leid je dat af. In ieder geval uit de vele positieve reacties op de dag zelf. Ook nadien mocht ik en de mede-organisatoren verschillende mailtjes ontvangen met plezierige teksten. Een enkeling sprak zelfs van jaarlijks zo’n BMKdag. Dat lijkt me net iets te veel van het goede; elke twee jaar is uitstekend wat mij betreft, ook om voldoende nieuwe stof en nieuwe lezingen/workshops te kunnen aanbieden.

Plezierig om ook Willem Wernsen weer te treffen. Willem is sinds 1991 BMK-er en is volgens mij een van de beste vrijetijdsfotografen als het gaat om sociaal documentaire fotografie. Sinds een jaar is Willem overigens ingelijfd bij de professionele GKF groep en eigenlijk de status van vrijetijdsfotograaf dus ontstegen. Maar wie Willem kent weet dat hij niet pocht en een liefhebber is in hart en nieren!

Willem gaf twee lezingen over zijn werk en had, begrijpelijk, veel belangstelling. Voor degenen die niet aanwezig waren op de BMK-dag en zijn lezing niet heeft bij kunnen wonen is er de kans om kennis te nemen van zijn liefde voor de mens en zijn passie voor de fotografie. Willem maakte tot nu toe twee lijvige fotoboeken. Het eerste boek is volledig uitverkocht, het tweede TIMELESS is nog te koop. Vaak heeft hij nog een extra aanbieding erbij en krijg je bijvoorbeeld zomaar een gesigneerde foto (baryt) bij aanschaf van het boek. Warm aanbevolen TIMELESS, voordat u te laat bent!!

VREEMD, IK KOM ZE TEGEN

Je komt ze tegen, zittend op een muurtje of in een hal of gewoon op straat. Wat ze doen is niet duidelijk. Wachten misschien of gewoon maar even hangen, niks doen zelfs, in gedachten verzonken. Soms is het net of er iets gebeurd is, iets wat vreemd is, iets dat misschien het daglicht niet verdragen kan. Een andere keer is het niet zozeer het moment dat je ze ontmoet maar juist veel later bij het bekijken van de foto dat je je afvraagt waaraan de foto doet denken. Het gekke is dat ze eigenlijk niet bestaan, niet echt tenminste. Het is meer dat ik ze bedenk. Ik wil ze onduidelijk maken, vreemd misschien. Ja hoe langer ik er over nadenk, hoe vreemder ik me vind.

Vandaag ge-uoload boek ‘ONDUIDELIJKE MANNEN EN VROUWEN’ bij blurb. Voor wie kijken wil kan hier klikken.