De mens is een veel gevaarlijker dier
Een groot deel van zijn leven bracht Joep (74), als vertegenwoordiger van de farmaceutische industrie, in wachtkamers door. Tijdens het wachten nam hij de tijd om de mens en zijn lichaamstaal te bestuderen. Na zijn pensioen is hij hier niet mee opgehouden. Zijn hond Naud (9) is een New Foundlander en zo groot als een kleine beer. Dagelijks roept Naud geschrokken reacties bij mensen op. Joep springt op uit zijn lerenstoel en doet angstige mensen na. Er is een vermakelijke toneelspeler aan hem verloren gegaan. ‘Uw hond moet aan de lijn,’ zeggen de mensen. Ik zeg: ‘U zit toch ook niet aan een lijn? En bent een stuk gevaarlijker dier: een mens.’
Wie zich in de interactie tussen mens en dier verdiept, stuit al gauw op de misplaatste superioriteitsgedachte van mensen, aldus Joep. Hij is niet te beroerd om zijn medemens een beetje op te voeden, of de dieren van vreemden op hun gemak te stellen. Als kind wilde hij namelijk al psycholoog worden. Hij werd geboren om de hoek van een veemarkt, en voor hij naar school ging praatte hij als jongen al met dieren. Tegenwoordig brengt hij die twee kwaliteiten samen. ‘Gister kwam ik nog twee meisjes te paard tegen. Ze vroegen of ik weg wilde gaan met Naud. Maar Naud is een eigenwijze jongen, net als ik. We zijn aanhangers van het stoïcisme. Ik zei tegen die meisjes: “Ik praat wel even met jullie paarden”. En ja, dat werkte hoor, niks aan de hand.’
Al klinkt Joep als een begenadigd therapeut, het is hem niet gelukt om zijn vrouw meer liefde voor dieren bij te brengen. Ze heeft de hond één keer uitgelaten, maar toen sleurde hij haar de bosjes in. Naud woont in de berging maar is wel tot in de woonkamer te ruiken. Het huwelijk is een compromis.
We lopen het bos in en Naud gaat ons voor: als een gids. Soms kijkt hij even achterom of we wel bij blijven. Ik vraag of Joep vroeger vaak scheve blikken trof als hij vertelde dat hij voor farmaceuten werkte. ‘Ja, en deels terecht. Maar de middeleeuwen zijn altijd dichtbij. Neem die groeiende weerzin tegen vaccineren of het afkeuren van abortus… Doe jezelf een lol, zeg. In wachtkamers heb ik mensen met de meest verschrikkelijke aandoeningen gezien, die ze gewoon hadden kunnen voorkomen.’
Middenin het bos zitten een man en vrouw op een bankje. Als ze Naud zien, staat de man op: hij kijkt ons met grote ogen en een rood aangelopen hoofd aan. Panisch roept hij: ‘Kunt u uw hond aanlijnen? Onze hond is vals en bijt uit angst.’ Even nieuwsgierig als Naud loopt Joep op de man af. De vrouw trekt de valse hond weg en het beest begint te jodelen alsof zijn leven er vanaf hangt. Joep zegt: ‘Ik heb medelijden met uw hond.’
‘Ik heb medelijden met u!’ proest de man.
We lopen verder en kijken toe hoe Naud een bad neemt in een meertje. Het beest staat tot aan zijn middel in het water, terwijl hij ons aanstaart als een ware stoïcijn. Ik zeg: ‘Misschien had je beter even met die hond kunnen praten…’ Joep zwijgt. Misschien heeft de dierenfluisteraar een slechte dag.
Het zit Joep niet lekker. Op de terugweg loopt Joep weer op de man en vrouw af. De man zegt: ‘Lijn uw hond toch even aan, alstublieft.’
‘Waarom laten we de dieren niet even socialiseren?’ vraagt Joep. ‘Geef ze toch de kans. Weet u wel wat dat is, socialiseren?’
De man zucht getergd, kijkt kort en hopeloos naar de hemel en zegt dan: ‘Ik denk dat wij nu doorlopen, aangezien u toch niet wilt luisteren.’ De man staat op en de vrouw en valse hond volgen gedwee. De dieren luisterden niet vandaag, de mensen misschien nog minder. We kijken het stel na en Joep zegt met iets van verrukking in zijn stem: ‘Nu zie jij het ook eens, Jonah, hoe bang mensen voor dieren zijn.’
Deze kroniek verscheen 29 juli 2022 in de Gelderlander. Het is de eerste van vijf kronieken die allemaal met het dier of de dieren te maken hebben. In het kader van het jaar van het dier!
Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl
Jonah je hebt prachtig beschreven hoe het Joep en Naud vergaat tijdens het uitlaten.
‘We zijn aanhangers van het stoïcisme.’ is echt toepasselijk bij hun.
Peter jammer dat er geen sfeerfoto bij zit van de man en de vrouw op het bankje in het bos.
Bij voorbeeld ’n foto van Naud die de man en vrouw aankijkt en denkt ‘bunt gullie bang veur mien’.