DIERENKRONIEK II door Jonah Falke

Dieren hebben de gave om niet te oordelen en zijn onbezonnen en eerlijk.

Een verademing, vindt schrijver en columnist Jonah Falke, die daarom in deze zomerserie ruim baan geeft aan de dieren. En soms een beetje aan hun baasjes.


In Heelweg worden elke week tachtig dieren waardig gecremeerd: ‘Elk dier is een maatje dat deel uitmaakt van het gezin’

Kleurrijke plastic bloemen ‘Im stillen gedenken’ | © Peter van Tuijl

Op het eerste gezicht doet het niet onder voor een reguliere uitvaartonderneming: een afgelegen plek met veel groen en twee schoorstenen die naar de hemel wijzen. Binnen, in de verduisterde ontvangstruimte, staat een doos tissues op tafel en is er de mogelijkheid uit een ruime collectie urnen te kiezen. Hier tref je de dood in het klein: van de ovens en de graven tot de urnen, is alles is wat bescheidener. Maar of het verdriet ook kleiner is, valt te bezien. Er zijn mensen die meer van hun dier houden dan van hun partner. Zegt dat iets over de mens? Over het dier? Of beginnen ze op elkaar te lijken?

Directeur Gwendolin de Jong (48) gaat in het zwart gekleed. Ze is zo kordaat als haar onderneming: schoon, zakelijk en betrokken. Ze zegt: ‘Het verschil tussen mens en dier wordt inderdaad steeds kleiner. Vroeger was het cremeren en uitstrooien. Tegenwoordig wordt er echt afscheid genomen.’ Gwendolin vindt het belangrijk dat “de dood” geen taboe is. ‘Dieren zijn een gezinslid, een vriend, een maatje die onderdeel uitmaken van het gezin.’  Elke zondag is het hier druk op het kerkhof, en bij de uitstrooiweide. Met kerst staan er kerststukjes bij de graven. Er zijn mensen die het met minder attentie moeten doen. | Tekst © Jonah Falke | foto © Peter van Tuijl

Haar familie begon met dit werk toen hun pony overleed. Ze wilden hem laten cremeren op een persoonlijkere manier, niet als vee. Dat was destijds nog niet mogelijk. Enige tijd daarna kregen ze de mogelijkheid om het crematorium over te nemen. Al cremeren ze hier geen paarden, ze zegt: ‘Ik ben me er erg van bewust dat je een uitvaart maar een keer kunt doen. Ik heb de meeste dieren die hier komen niet levend gekend. Het zijn de verhalen van de baasjes die het doen, die me raken.’

Dan laat ze de achterkant van het crematorium zien. We passeren een kantine en een kantoortje vol vrolijke mensen. Aan waardigheid geen gebrek, maar waar de dood absoluut centraal staat, wordt ook gelachen. Geen lach zonder tragiek, en andersom.

Een medewerker bij de kleine oven tijdens een crematiesessie. | ©Peter van Tuijl

Tussen de ovens staat een radio. Een mengeling van schoonmaakmiddel en andere geuren komt me tegemoet. Er worden hier zo’n tachtig dieren per week gecremeerd. De ovenisten werken in het hart van het crematorium, bij de oven. Zij dragen er zorg voor dat de dieren waardig gecremeerd worden. Een dood teckeltje in een jasje staart me aan. Ik werp een blik in de oven en zie een glimp van een groepscrematie. ‘Sommige mensen vinden dat prima, een collectieve crematie. Het is ook goedkoper,’ zegt Gwendolin. ‘Ik kan er nog wel drie ovens bijzetten, maar ik vind een persoonlijke benadering belangrijker.. Als mensen verhuizen, willen ze hun dieren soms alsnog laten cremeren en meenemen. De dierlijke resten die opgegraven zijn worden nu alsnog gecremeerd en kunnen dan met de eigenaar mee naar hun nieuwe woonplaats.

Soms worden dieren weer opgegraven om alsnog gecremeerd te worden. | ©Peter van Tuijl

Zolang er mensen zijn leek me het een vorm van waanzin om veel van dieren te houden. Maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat het zien van de kleine dood me meer doet me dan ik had verwacht. Dat zit hem misschien vooral in de geur.

columnist/schrijver Jonah en eigenaar Gwendolin | © Peter van Tuijl

We lopen naar het kerkhof en ik ben blij weer buiten te zijn. ‘Dat is een typisch Duits graf,’ zegt Gwendolin. Er staan kleurrijke plastic bloemen op en ‘Im stillen gedenken’. Verderop een standbeeld van een herder, aangetast door het weer, de tijd. ‘Onze eeuwige vriend’, staat er toepasselijk.  

‘Het zien van de kleine dood doet me meer dan gedacht.’

de strooiweide | © Peter van Tuijl

Als we bij de strooiweide staan, zegt Gwendolin dat haar man zeven jaar geleden overleed. Als de overeenkomsten tussen mens en dier écht dichtbij komen, voel ik toch enige aarzeling. Was er een verschil tussen het overlijden van haar man en haar paard? Ze denkt even na en zegt dan: ‘Eigenlijk niet, nee. De urn van hem en die van mijn paarden staan samen in de woonkamer.’

Het grafveld met uitzicht op de schoorstenen van het crematorium. | ©Peter van Tuijl

De tijd mag hier dan stollen, het leven gaat door: Gwendolin kijkt op haar horloge, ze heeft een volle agenda. Maar zoals het leven doorgaat, zo doet de dood dat ook. Bij de ingang stopt een Duitse auto. De bestuurder ziet wat bleek. Uit de achterbak komt een doos. Gwendolin begroet de bezoekers met een vriendelijke glimlach.

Deze kroniek verscheen 5 augustus 2022 in de Gelderlander. Het is de tweede van vijf kronieken die allemaal met dieren te maken hebben. In het kader van het jaar van het dier!

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.