Jonah Falke is een schrijver (van 4 boeken en het vijfde verschijnt in oktober) en columnist en houdt ervan over de grens te gaan. In deze vijf zomerreportages letterlijk. De goede lezer zal ook de grensgevallen in figuurlijke betekenis wel herkennen. Ik was dit jaar weer zijn fotograaf. De vijf zomerreportages worden vanaf vandaag elke vrijdag in de Gelderlander (regio Achterhoek en Liemers) gepubliceerd. Vandaag de eerste!
Hoe deze Europeaan in een flat in Emmerik gewoon te verstaan is in het Achterhoeks
Je vergeet wel eens dat de bomen ook groen worden in Duitsland. Rondom een flat in Emmerik ligt asfalt en rijden vele vrachtwagens naar de industrie, maar voor de flat van Maarten en Mirjam staat een gigantische groene boom die tot de zesde etage reikt.
De voordeur zwaait open. ‘Welkom! Ik ben Maarten. Ik ben een bèta. Dat is interessant voor onze discussie.’ Achter hem zit Mirjam, in een rolstoel, ze glimlacht naar Maarten. Een discussie komt er niet, wel vertelt Maarten gretig over hun leven, terwijl Mirjam toekijkt.
Ze werden allebei geboren in Winterswijk, vertrokken op hun achttiende naar een dorpje bij Schiphol om te werken voor de petrochemische industrie, kregen geen kinderen, maar reizen in alle luxe een nomadisch bestaan over de hele wereld. Want tijdens de eeuwwisseling werd er bij Mirjam MS geconstateerd. Maarten zegt: ‘De twintigste eeuw heb ik gewerkt, de eenentwintigste eeuw zouden we samen gaan leven.’ Er kwam een huis in Zwitserland om te skiën en toen viel hun oog op Emmerich, omdat ze dicht bij hun familie in Winterwijk wilde zijn en de natuur misten. ‘Vergeleken met de randstad betaal je hier statiegeld voor een woning.’
In de flat wonen vandaag de dag ook veel Slowaken en Roemenen, het zijn slagers, aannemers, werklui. Net als Maarten en Mirjam vroeger werken ze in de randstad en wonen ze hier, net over de grens, om hun kapitaal niet te snel te zien slinken. ‘Als je uit de Achterhoek komt, heb je hier ook geen probleem, de mentaliteit is hetzelfde,’ zegt Maarten en Mirjam knikt. ‘Wat we het meest missen van de Randstad is dat er in het Oosten geen donder gebeurt aan concerten of theater. Je kunt hier wel naar de Kino, maar dan zie je een nagesynchroniseerde film, en cabaret?Ze zeggen weleens dat Duisters geen humor hebben, toch?’ lacht Maarten.
Het huis hangt vol met spullen die ze overal ter wereld kochten. Ik moet niet vragen waar ze allemaal wel zijn geweest, maar waar nog niet. Alleen Australië en Nieuw-Zeeland wachten nog. Mirjam zou dit najaar graag op een cruise naar Sidney gaan, ter ere van hun vijftigjarige huwelijk. ‘Ik wil liever naar Zuid-Amerika,’ zegt Maarten. ‘Kan ook beiden,’ glimlacht Mirjam.
Maar eerst gaan ze morgen weer naar het Duitse Eemsland. ‘Daar zijn we tachtig procent van de tijd. Mirjam houdt erg van de natuur. Daar hebben we een grote tuin van zo’n duizend vierkante meter én een Nederlandse tuinman. Dit is eigenlijk een soort vakantiehuis. In het Eemsland ben je trouwens gewoon te verstaan in het Achterhoeks.’
Maarten springt op en zegt: ‘Kom, ik ga je laten zien dat ik niet alleen maar een bèta ben.’ Hij duwt Mirjam naar zijn werkkamer en trekt een rol posters tevoorschijn. ‘Ken je deze nog?’ vraagt hij en laat de beroemde verkiezingsposter van de PSP uit 1971 zien: de naakte vrouw met gespreide armen in het weiland. ‘Ik was vroeger een echte pacifist.’ Ook komen er tekeningen voorbij. ‘Vroeger tekende ik veel. Maar door mijn werk ben ik wat rechtlijnig geworden.’
‘Ben je nog steeds pacifist?’ vraag ik.
‘Ik ben een bèta, maar niet rechts. Al zei een filosoof ooit dat wie een dictator wil verslaan geweld moet gebruiken. Ben ik het mee eens. Alle mensen die te lang aan de macht zijn – dat werkt niet. Amerika heeft de enige echte democratie: na acht jaar is het klaar. Zo’n Rutte zit er al veel te lang.’
Mirjam wil nog graag even het uitzicht op de vijftiende verdieping laten zien. We nemen de lift. Ze kan net niet over de balustrade kijken. Maarten tilt haar op. Als je op de grond staat, zie je vooral asfalt en industrie, maar vanboven niets dan geëxplodeerd groen. Maarten wijst op een voormalige legerbasis. ‘Toen we hier twintig jaar geleden kwamen wonen waren de Canadese soldaten er nog. Destijds was deze flat ook populair onder prostituees, alle mannen gingen erheen.’ Het is verleden tijd. Net als de soldaten zijn de prostituees geschiedenis geworden. Mirjam glimlacht en Maarten laat haar weer zitten.
‘Jonah, je hebt me nog niet dé vraag gesteld: of ik me een Nederland of een Duitser voel.’ Hij geeft het antwoord al: ‘Ik ben een Europeaan. Dat hebben niet alle Achterhoekers, sommige worden al trillerig als ze de IJssel oversteken.’
“Je kunt de wereld nog zo in cijfers onderverdelen als betá, de wereld als je broekzak kennen en je een Europeaan voelen, maar over het noodlot van ziekte en verval valt niets zinnigs te zeggen – de natuur trekt uiteindelijk altijd haar eigen plan. Mirjam lijkt op het eerste gezicht afhankelijk van de levendige, praatgrage Maarten, maar ik vraag me af hoe hij zonder haar verder zou kunnen leven.”
Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl | publicatie in de Gelderlander van 21 juli 2023