Als ik fotografen tegenkom -in levende lijve of op internet- waar ik nog eens verder naar wil kijken of ze wil volgen in de loop van de tijd, dan maak ik een simpele dagboeknotitie en stop ze in een mapje met de verzamelnaam ‘nog eens naar kijken’.
Waarom ik haar in mijn mapje heb opgenomen …? Ze maakt onder andere foto’s van haarzelf in relatie tot objecten in haar directe omgeving. En ik vraag me af hoe dat werkt als betekenisgevende beelden. Als je ergens bij iemand komt en je maakt wat foto’s ga je er gemakshalve vanuit dat iemands omgeving bewust gecreëerd is. Maar is dat wel zo. De vraag raakt aan persoonlijke omstandigheden, financiële mogelijkheden, gevoeligheid voor reclame, etc.
Ik ga ervan uit dat Elise Rochard zichzelf goed kent en vindt dat ze in haar triptieken ons leidt naar de ‘onthulling’ van haar wereld. Er is op haar website een fotoserie die de titel identiteit draagt. Ga zelf maar eens op zoek naar haar identiteit en kijk ook meten verder op haar website.
Zelf zegt ze: “Ik ben geïnteresseerd in het vertellen van fotografische verhalen. Ik creëer symbolische en poëtische beelden om ze impliciet, dubbelzinnig, open en interpretatievrij te maken. Het gaat vooral om foto’s objecten (of van landschappen en territoria die we ons kunnen toe-eigenen),waarmee we ons kunnen identificeren.”
Een andere fotograaf die ook in mijn mapje zit
Isabelle Lemordan
Fotografie heeft bij haar te maken met het onbewuste en ze haalt inspiratie uit haar eigen leven. Haar persoonlijke herinneringen, maar ook haar fantasieën vormen het uitgangspunt van haar experimentele fotografie. Met haar omgeving van mensen, objecten, herinneringen, fantasierijke denkbeelden of waarheidsgetrouwe momenten schept ze een nieuwe werkelijkheid. Kijk zegt ze ‘dit ben ik’. Het experimentele kun je terugzien in haar beeldtaal.
Zelf zegt ze: “Mijn fotografisch werk is gebaseerd op de verbeelding en is in wezen verhalend. Mijn afbeeldingen worden in verschillende fasen geproduceerd. Net als Rorschach-taken wordt wat ik zie vervolgens opgemaakt en toegevoegd met bijschriften, tekst of gedicht. Welke foto’s ik ook maak, ik neem ze altijd mee naar de andere kant van de spiegel, de kant waarin het onbewuste bijna alleen aan boord is. Het was mijn vader die me als kind kennis liet maken met fotografie, maar ik kwam er pas echt bij na zijn dood. Voor mij is fotografie vooral een werk van het opnieuw toe-eigenen en herschrijven van het verleden en mijn leven, maar soms ook een werk van rouw.”
Kijk in ieder geval naar de serie In de betoverde familie vraag ik … Volgens mij stel je, net als ik, vragen zoals ‘wat is identiteit en welke mogelijkheid kiest Isabelle Lemordan om dat kenbaar te maken.’
Vorig jaar hebben we -een kleine 100 bloggers- deze dag ‘gevierd’ met het maken van een fotoboek. Als je nog eens in dit boek van 2023 wilt kijken, klik dan op het afbeelding hieronder.
Het is toen een prachtig boek geworden door de diversiteit aan fotografie en zeker ook door de hoge kwaliteit en de originaliteit van de foto’s.
In het boek staan foto’s die verrassen, ontroeren, je in een bepaalde stemming brengen, verhalen vertellen of ons iets laten zien waarvan we blij worden.
Ik heb me afgevraagd of je zo’n boek nu wel zou moeten herhalen. De reacties destijds op het boek waren heel plezierig en ook later toen het boek in nog wat bredere kring is verspreid. Veel bijval en complimenten voor de fotografie, bovendien het is een gratis boek!
Nou ja je moet er wel wat moeite voor doen: een voor jou betekenisvolle foto uit je recente archief opduiken, misschien nog wat oppoetsen en opsturen. Bovendien nog een titel toevoegen als je wilt, je website of e-mail adres en wellicht nog een klein achtergrondverhaalteje. Allemaal optioneel, in ieder geval plaats ik de foto en de naam van de maker. In beginsel 1 pagina per fotograaf, maar als dat in de vormgeving mooier overkomt kan het ook zomaar over een spread geplaatst worden.
en als we dan …
‘ik ga op reis en neem mee’ … amsterdam | foto Peter van Tuijl
allemaal (wie wil natuurlijk) een foto uiterlijk maandag 5 augustus aanstaande opsturen, maak ik in de daaropvolgende week een fraai digiboek met als titel WERELD FOTOGRAFIE 2024 en zorg dat je de link op 13 augustus in je mailbox krijgt.
Als meent dat je foto niet goed geplaatst is of een tekst anders moet of …, dan kun je me tot uiterlijk 18 augustus een mail sturen zodat ik e.e.a. kan veranderen of verwijderen. Het is ons boek, maar jij bent de baas over je eigen bladzijde(n). Het boek wordt dan op 19 augustus openbaar gemaakt en mag dan door iedereen die er een foto in heeft staan vrijelijk gepubliceerd worden.
Het materiaal …een foto (twee mag ook) wordt in ieder geval met je naam gepubliceerd. Verder mag (maar hoeft niet): een titel, waar de foto gemaakt is, een verhaaltje (story telling), je website, je mail-adres, …
De foto in jpg (of tiff of psd) 72 dpi met als kortste zijde 40 cm en in een hoge kwaliteit qua compressie (bijvoorbeeld bij jpg 10 of hoger in Photoshop). Geef het bestand de volgende omschrijving titelenofomschrijving_jenaam_en als je dat wilt_je websiteenofemail. Als je er een klein verhaaltje (maximaal 250 woorden) bijschrijft, stuur dit dat als een tekstbestand in Word (geen pages of pdf) of schrijf de tekst gewoon in je mail.
Deze blog heeft inmiddels 800 belangstellende lezers/abonnees en het kan dus een behoorlijk boek worden waarin de stand van de (vrijetijds)fotografie tot uitdrukking wordt gebracht.
Deze blog schrijf ik naar aanleiding van een interview -een paar weken geleden- met fotograaf Nico Beckers voor het komende nummer van het magazine IN BEELD. Zijn woorden en foto’s zijn zeer de moeite waard vanwege de fotografische benadering van zaken die hem raken. Humor die fris en fruitig is, soms een tikkeltje gewaagd maar ook met een dubbele bodem waardoor je er bijna niet aan ontkomt om er verder over na te denken. Het magzine wordt 4 x per jaar aan de leden van de Koninklijke Fotobond toegestuurd en is verder niet verkrijgbaar. Ik heb Nico gevraagd of hij mettertijd een blog wil schrijven, uiteraard met foto’s, Wordt hier dus wellicht vervolgd!
Wellicht komt het wel door dit interview dat ik steeds meer foto’s zie waar de dubbele bodem niet ver weg is. Sian Bonnell is zo’n fotograaf. Ze is in staat om in verschillende fotografische uitwerkingen -vooral met sequenties en zelfgemaakte constructies- verhalen te vertellen die grappig zijn (althans voor mij) en tegelijkertijd een tweede verhaal (laag) hebben. Je moet maar eens rondkijken op haar website, misschien word je dan ook fan van haar aanpak en fotografie. Wellicht leidt het ook nog eens tot verdere inspiratie voor je eigen werk.
In tegenstelling tot, wat ik gemakshalve maar noem, de verhalende fotografie van Nico Beckers en Sian Bonnell keek ik naar foto’s van Maria Tudela. Daar stokt het verhaal en krijgt het gevoel de overhand. Volgens mij belicht dit een andere kant in de fotografie. De emotie, wat de foto met je doet, welke gevoelsmatige waarde die je hecht aan een beeld, krijgt de overhand. Het is de fotografie die we anders beleven, minder rationeel. In het werk van Maria Tudela beleef ik de stilte van het moment, het poétische van de natuur, de aandacht voor het minimale en het creëert een meditatief moment. Zelf zegt ze daarover in ‘ALL ABOUT PHOTO’: “Ik heb geen idee waarom ik de beelden maak die ik maak, ik denk dat we met een camera kijken zoals we zijn, of ooit waren. Mijn foto’s zijn gewoon een visueel dagboek, ze laten zien wat ik zie en hoe ik me voelde. Fotografie stelt me in staat om terug te keren naar die kinderlijke nieuwsgierigheid, waardoor ik niet alleen de wereld wil verkennen, maar ook mezelf.” Bezoek zeker de wereld van deze autodidactische fotograaf!
Overigens, als je ALL ABOUT PHOTO nog niet kent is het volop de moeite waard hun site te bezoeken. Boordevool fotografie en je kunt je eenvoudig abonneren op hun nieuwsbrief.
geen verhaal zonder foto, NYC young love | Peter van Tuijl
In veel fotoclubs is het een (goed) gebruik om bijvoorbeeld elke maand de beste foto te kiezen. Iedereen mag een stem uitbrengen en de winnaar krijgt als prijs de ‘eer van de eeuwige roem. Niets op tegen. Toch is er veel te zeggen voor het bespreken van de foto vooraf. Eric Veth, secretaris van fotoclub Twente, stuurde me de daarover een interessante brief.
Misschien een idee ook voor jullie fotoclub
We houden wedstrijden omdat wij mensen, naast het bezit van vele andere eigenschappen, in meer of mindere mate ook graag wedijveren met onze medemens en omdat we in het algemeen leergierig zijn. We willen weten waar we staan in de commune en we willen ons verbeteren.
Wedstrijden trekken wereldwijd een groot publiek, of het nu om sport gaat of om het Perfecte Plaatje, we willen meedoen of ernaar kijken en als mogelijk er ook wat van opsteken.
Sommige “wedstrijden” worden vooral gehouden of gespeeld om er beter van te worden (financieel), je beter te voelen (conditie/kunde) en om er wat van te leren. En vaak ook voor de gezelligheid. Bijna alle amateurwedstrijden, op welk gebied dan ook, bieden de deelnemer een gevoel van “erbij horen” en dat zorgt er weer voor dat je ook beter in je vel zit.
In de fotografie zijn de “wedstrijden” eerder “opdrachten”. Je krijgt een thema en daar moet je wat van maken. Soms is er helemaal geen jury maar wordt er alleen een bespreking gehouden van de ingezonden foto’s. Die bespreking kan je echter ook opvatten als een jurering. Je foto wordt beoordeeld op inhoud, compositie, techniek, originaliteit en verder is de persoonlijk smaak/voorkeur van de bespreker/jury niet onbelangrijk. Als de bespreker het goed doet en de fotograaf open staat voor tips en raadgevingen dan zijn dit soort besprekingen of jureringen de beste momenten om wat te leren.
Toch geldt voor mij dat jureringen zonder bespreking maar met punten ook belangrijk zijn. Je kan in het algemeen de “winnende” foto’s bekijken en vergelijken met je eigen geknutsel. Dat zijn leerzame momenten. Je doet inspiratie op, ziet andere technieken en spannende composities.
Binnen onze Fotoclub Twente krijgen we iedere maand een opdracht, die op 3e zaterdag van de maand besproken wordt. Gemiddeld krijgen we daarvoor 20 tot 30 foto’s binnen en zijn bij de bespreking ook 20 tot 30 leden aanwezig. Door de bespreking ontstaan er ook positieve discussies en komen leden met tips en ideeën. Er worden geen punten gegeven. Maar…, 3 weken later krijgen alle leden de foto’s van de vorige maand in een Power Point gemaild en kunnen ze aan die foto’s punten toekennen. 3, 2 of 1 punt voor de naar hun smaak beste foto’s.
Bijna altijd komen de beste foto’s op deze manier boven drijven en krijgen 10 tot 15 anderen ook punten waardoor ze weten waar ze staan. Dit werkt binnen onze club uitstekend en zorgt voor een gezonde competitie waarin de leden zich proberen te verbeteren. Nu bestaat onze club uit zowel gevorderde fotografen als ook uit mensen die net een camera hebben gekocht en nog veel moeten/willen leren. Door deze manier van “jureren” zien we vaak al op korte termijn verbeteringen bij de nieuwkomers.
Ja, voor mij is een (vorm van) wedstrijd wel degelijk zinvol.
Een expositie van Judith Spook bij Oerkroeg Schiller in Aalten 14 juni – 15 aug 2024
Wat de kunstenaar er over zegt:
“Vanuit mijn ooghoeken zag ik een automaat waar je lucht kunt kopen. En voordat het tot me doordrong dat dat natuurlijk geperste lucht voor autobanden was, had ik er al een heel ander beeld bij: luchtverontreiniging die in de toekomst zo erg wordt, dat je schone lucht zult moeten kopen.
Met dat idee heb ik de eerste foto’s gemaakt over het thema lucht.
En daarmee werd het me ook duidelijk dat lucht niet niks is, maar een onuitputtelijk thema.
Bijvoorbeeld: aan een muur van het fotokabinet hangen door mij opgeblazen ballonnen. Die lopen, natuurlijk, heel langzaam leeg. Zo ontsnapt er elke dag een beetje lucht en blijft mijn adem aanwezig in het fotokabinet, terwijl ik zelf al lang naar huis ben.
En zo zijn er nog veel meer luchten: van parfumlucht tot spruitjeslucht en van valse lucht tot gebakken lucht.
Veel te veel voor het fotokabinet, maar een aantal is verbeeld in tekeningen of foto’s.”
Ik schrijf met deze inspiratieblog naar aanleiding van de bespreking van de Bondsfotowedstrijd afgelopen zondag. Fotoclubs kunnen aan deze wedstrijd deelnemen met 10 foto’s van verschillende fotografen. Elke foto wordt individueel beoordeeld en de inzendingen zijn analoog. Dat laaste is een verademing wat mij betreft, beelden op papier. In de ochtend kwamen een tiental groepen aan bod waarvan er een aantal een hoge ranking hadden behaald (o.a. de top-drie) en in de middag besprak ik nog het werk van 12 clubs. Mijn twee compagnons in de jurering, Herman Schartman en Rob Agterdenbos, bespraken elk ook nog 12 andere clubs. In totaal zonder 134 clubs voor de Bondsfotowedstrijd in. Winnaar w haddenerd Fotokring Polderlicht.
Tijdens één van de middagsessies ging ik nader in op het portret, ook bij deze inzending een geliefd genre. Ik onderscheid drie soorten portretten en als je daar meer over wilt weten, moet je even rondneuzen in de blogs. Tik het woord portret in de zoekbalk rechts en je wordt op je wenken bediend. I hope so…
het sociaal documtair portret of het omgevingsportret | foto Peter van Tuijl
# 33 Trish Morrissey
Het selfie is een buitenbeentje als het gaat om de reden van het maken van een portret. Waarom een selfie maken? Iedereen heeft een eigen gezicht en dankzij de kenmerken daarvan weten we wie Pietje, Jantje, Marietje of Iris is. Over jezelf hoef je helemaal niet te twijfelen. Bij het tandenpoetsen, scheren of lippenstiften zie je je evenbeeld meerdere malen op een dag. En als je niet lijdt aan de ziekte prosopagnosie is er geen moment, dat je je voor de spiegel afvraagt ‘wie is die figuur’.
kijk eens hier ben ik | foto Peter van Tuijl
Waarom maken mensen selfies? Professor Johan Swinnen, fotograaf en schrijver van het boek ‘de paradox van de fotografie’ en voor mij jarenlang een soort van fotobijbel, hoorde ik in een podcast vertellen over het selfie. Kort door de bocht en gesimplificeerd, komt het er op neer dat het ons een onmiddellijke bevrediging geeft om aandacht en macht te krijgen. De theorie van Descartes, wiskundige en filosoof, beschouwt het lichaam als een mechanisch systeem en apart gezien moet worden van ons denken. Het lichaam is als een machine met enkele voorgeprogrammeerde (autonome) functies en het denken als bewust fenomeen en gebaseerd op de vrije wil. Zijn uitspraak ‘ik denk dus ik ben’, zou je nu kunnen vertalen ‘ik fotografeer (mijzelf), dus ik ben’, aldus Swinnen. Verder ziet Swinnen in het maken van de selfie iets wat op een contradictie lijkt, een uiting die enerzijds te maken heeft met het individualisme in de wereld en anderszijds met de globalisering daarvan. De eenzaamheid van het individu tegen de ‘geborgenheid’ en verbinding met de gehele wereld. Misschien is dat wel de reden van de betekenis en reikwijdte die influencers vandaag de dag hebben en hun ‘succes’ verklaart.
Fotograaf Walker Evans dichtte de fotografie een belangrijke rol toe als het gaat om het vasthouden van de herkenning en de herinnering en waarschuwde tegelijkertijd voor de poeha die dat teweeg zou kunnen brengen. Overigens als je naar het interview met Johan Swinnen wilt luisteren, klik dan hier.
Goed, het hoofdonderwerp van deze blog. De ‘selfies’ van Trish Morrissey. Zijn het selfies? Niet voor niets tussen quotes naar mijn idee. Kijk, lees en oordeel zelf.
Morrissey [1967] is een van oorsprong Ierse Fotografe die nu leeft en werkt in Londen. Haar werk is ‘vergeven’ van zelfportretten en als zodanig sluit het aan bij de hedendaagse selfiecultuur. Tegelijkertijd blijft het daar ver weg van, vanwege het doel dat ze met haar foto’s heeft. Er zit vrijwel altijd een sociaal documentaire kant aan haar foto’s, meestal is er ook wel een historisch aspect te onderkennen. Daarmee stelt ze vragen over de rollen die we in onze (kleine en grotere) samenleving spelen. Wat als ze -als vrouw- de rol van de moeder in een familie overneemt. Wat gebeurt er met de ‘geloofwaardigheid’ van de moeder. Is die rol aan iedereen toe te vertrouwen of is het een unieke rol die geen plaatsvervanging duldt?
In het project ‘Tien mensen in een koffer’ koos ze uit 30.000 foto’s uit het gedateerde archief in het Finse plaatsje Mänttä tien alledaagse activiteiten. Hiermee ging ze aan de slag en creëerde met haarzelf in de hoofdrol en als verteller nieuwe scenes. Zelf zegt ze daarover: ‘Elk personage had iets dat ik herkende. Om deze nieuwe foto’s te maken. Moest ik me de gebeurtenissen voorstellen die tot dit moment, het hedendaagse, leidden. De foto’s worden daarmee meer dan heropvoeringen, het worden echte individuen van nu die meer zijn dan de momentopnamen van toen.’ Volgens mij wordt hier het spel gespeeld van historische context en het verleden geplaatst in een beeldvorming passend bij de wereld van vandaag. Dat doet ons denken over de betekenis van samenlevingen in relatie tot de tijd waarin je die plaatst.
Een heel ander project dat ik heel bijzonder vind, is de ‘mislukte realist’. Haar dochter van 5 mocht tekeningen maken, versierselen op haar gezicht en daar woorden aan geven.
‘Schminken is een activiteit op een regenachtige dag waar we allebei van genieten. Toen haar motorische vaardigheden eenmaal voldoende ontwikkeld waren om een penseel onder controle te krijgen, wilde ze mij schilderen in plaats van geschilderd te worden.’ Morrissey vertelt verder dat mede daardoor haar creatieve brein anders gericht werd toen ze wat ouder was. Ze schilderde niet meer de gebruikelijk bloemmotieven of vlinders aan een tak, maar tekeningen of schilderijen naar aanleiding van bijvoorbeekd een film die ze gezien had. Het alledaagse kreeg op die manier een plek in het werk van een kind, een kunstenaar in spe. Daarmee lijkt de maskerade van de mislukte realist van opvoedkundige waarde. Een fotoproject dat meer om het proces bij een ander gaat, in dit geval haar dochtertje, dan om het resultaat. Dat geeft een heel andere betekenis aan het fotograferen en stelt vragen bij de doelstelling van de fotografie.
Genoeg over de projecten… omdat het er nog veel meer zijn. Ik vond het zeker de moeite waard om in haar wereld te duiken. Om zelf (ook) aan de slag te gaan met de vragen over het doel van de fotografie, de betekenis die je aan een foto kunt geven en in nog algemenere zin over de waarde die fotografie voor verschillende mensen kan hebben.
Dat laatste is ook wel weer verwijzend naar het begin van deze blog… fotografie in wedstrijdverband. Dient dat wel een doel? Moeten we dat wel willen? Waaraan moet een wedstijd in de fotografie dan voldoen?
Mogelijk dat jij er ook iets van vindt, maak een blog en laat mij en de rest, de bloglezers van Nederland (en België), dat weten.
Het begrip de boer op gaan heeft 2 verschillende betekenissen: 1) naar buiten treden om ideeën, standpunten of producten aan de man te brengen. 2) eropuit trekken.
In deze blog, die Ria Westerhuis mij toestuurde, is van beide sprake. Ria trok de stoute schoenen aan, ging eropuit en volgde een jaar lang een boerenfamilie en maakte ze onder andere deze serie ‘de keizersnee’.
Blogs maak je om iets aan de man (of vrouw) te brengen, een idee of iets dat belangrijk is om te melden. Ik vind het fijn als ik van iemand een blog aangereikt krijg en plaats die graag als een externe blog.
DE KEIZERSNEE
de operatietafel | tekst en alle foto’s door Ria Westerhuis
Een jaar bij Bio Boer Gerrit van Beek in de Fraterwaard in Doesburg
de keizersnee
In 2009 was het jaarthema van mijn fotoclub FODO in Doesburg: “Zoek een bedrijf, waarvan je een uitgebreid fotoverslag maakt van de werkzaamheden en de personen, die het bedrijf runnen.
de verlossing
Omdat ik geregeld in het gebied wandel en de boerderij opvalt door zijn mooie gevel heb ik aangebeld en gevraagd of ik deze opdracht bij hun gezin en -bedrijf kon verwezenlijken. Gerrit en Hendrien vonden het een leuk idee en zodoende heb ik een jaar alle ins- en outs van een zeer gedreven- en zeer alternatieve boerenfamilie mee mogen maken.
het leven
Zaaien, maaien, binden, melken, hoeven kappen, geboorte van een dochter en een kalf, de opgroeiende kinderen op het bedrijf, inkuilen, de hond met 3 poten en veel gesprekken over het zware leven van een jonge boer met niet genoeg geld (van de bank) om een grotere stal met meer koeien te bouwen. Uiteindelijk is er wel een melkrobot gekomen in dat jaar, waardoor Gerrit ook eens een keer wat langer van huis kon zijn.
de nageboorte
Kortom er is een mooie vriendschap ontstaan en een zeer waardevol en zeer vol fotoboek voor de familie uit voortgekomen, waarvan hierbij een kleine selectie.
de hechtingen
Met dank aan Ria Westerhuis voor deze blog. Bij deze nodig ik andere fotografen van harte uit een (externe) blog te maken en naar mij toe te sturen.
Dan weet je wel waar Abrham de mosterd haalt, denk je dan. Toch is de ‘baas’ van Huntenkunst nog steeds super bibberig of alles wel goed gaat. In 1993 was de eerste beurs. Kunst in de tent van een popfestival. Laat de tent nog even staan dan kunnen de kunstenaars er ook nog wat mee. Dat neigt naar een expositie van fröbelspul of huisvlijt, maar gek genoeg tekenden toe al heel wat kunstenaars ‘all over the world’ in om te exposeen. Nu in 2024 in het weekend van 24,25 en 26 mei is het de 30e keer dat Huntenkunst gehouden wordt met 200 kunstenaars in een grote hal van het industriële complex van de voormalige DRU fabrieken in Ulft. In de twee coronajaren -we vergeten ze nog steeds niet- was de hal leeg …. Ik maakte heel vaak een reportage van de internationale kunstbeurs en nu een overzichtsvideo. Een ingekorte versie, maar nog steeds 5 minuten, vind je hier.
Een foto expositie van Dinie Wikkerink bij Oerkroeg Schiller in Aalten 12 april – 13 juni 2024
De foto’s van Dinie Wikkerink staan bekend om de bijzondere lichtval. Ze heeft daarin een heel eigen handschrift ontwikkeld. Er is aandacht voor de dagelijkse dingen om haar heen. Haar camera is de stille getuige van al het moois dat voorbijkomt. Lichtplekken die herinneringen oproepen en gewone dingen die door het licht een nieuwe betekenis krijgen. Met de serie ‘Il y a’ zet ze een nieuwe stap. ‘Il y a’ betekent in het frans: Er is…Het is een serie foto’s gemaakt op bijzondere plekken. Deze keer niet alleen dicht bij huis maar ook elders. Het licht blijft belangrijk in de foto’s. Op alle beelden is een kind te zien, haar acht jarige kleinzoon. Zijn naam is Ilya. Het dappere ventje loopt de wereld in, stappend, dansend en dromend… een onbezorgd kind. Door de verstilling in de beelden, is er ook sprake van een zekere ernst: we maken ons allemaal zorgen om de toekomst van onze kinderen. Maar licht biedt schoonheid en troost: Er is…
FotoKabinet, Oerkroeg Schiller, Prinsenstraat 4, 7121 AG Aalten
Openingstijden: di+wo19:00 tot 01:00, do 16:00 tot 01:00, vr+za 14:00 tot 02:00 en zo 14:00 tot 01:00
In mijn lezing over beeldstijl en series laat ik een korte serie zien van het werk van de Amerikaanse fotograaf W. Eugene Smith [1918-1978]. Het is de serie die hij en zijn vrouw in het Japanse Minamata maakten. Tussen september 1971 en oktober 1974 huurden ze een huis in Minamata, een vissersdorp waarin ook één belangrijk industrieel bedrijf was gevestigd. Daar creëerden ze een langdurig foto-essay over de ziekte van Minamata , de gevolgen van kwikvergiftiging veroorzaakt door een Chisso- fabriek die zware metalen loost in waterbronnen rond Minamata.
De centrale foto en een van zijn beroemdste werken, gemaakt in december 1971, vestigden wereldwijd de aandacht op de gevolgen van de ziekte van Minamata.
Mede door de publicaties van het essay stopte het bedrijf met kwiksulfaat te gebruiken in het productieproces. In die tijd zijn er officieel 1.784 overleden aan de Minamataziekte, op een totaal van 2.265 erkende slachtoffers. Het ware aantal ligt vele malen hoger. Een groot aantal mensen werden simpelweg niet geregistreerd, en sommige overlijdens werden geclassificeerd als overlijden door onbekende oorzaak.
In 2021 werd een film over het werk van Smith in Minamata gemaakt met Johnny Depp in de hoofdrol.
De aanleiding van deze blog was niet zozeer -hoe belangrijk dan ook- de essay van W.Eugene Smith maar de recente foto die in World Press 2024 tot algemeen winnaar werd uitgeroepen. De Palestijnse fotograaf Mohammed Salem fotografeerde een Palestijnse vrouw die een kind, haar nichtje omwikkeld in witte stof, vasthoudt op haar schoot. Een aangrijpend beeld dat veel mensen deed denken aan de klassieke piëta-scène.
Salem [1985] heeft een mediadiploma behaald aan de Gaza Universiteit en werkt sinds 2003 bij Reuters. Hoewel zijn primaire focus ligt op het documenteren van het conflict tussen Palestijnen en Israëli’s, heeft hij ook verslag gedaan van verschillende internationale nieuwsgebeurtenissen.
Mohammed Salem maakte de foto slechts enkele dagen nadat zijn eigen vrouw was bevallen. Hij beschrijft het als een “krachtig en verdrietig moment” dat het gevoel weergeeft over wat er in de Gazastrook plaatsvindt. Hij vond Inas op de grond gehurkt en het kind omhelzend in het mortuarium van het Nasser ziekenhuis, waar bewoners naar vermiste familieleden zoeken.
Piëta komt uit het Italiaans. Pietà betekent ‘compassie’ of ‘piëteit’. In de kunst is het de benaming voor een afbeelding of uitbeelding van de dode Christus vergezeld door Maria of engelen. De meest voorkomende vorm is die van de dode Christus op schoot bij Maria, de moeder van Jezus.
Het onderwerp heeft zich ontwikkeld uit de kruisafname groepen uit de 13e en 14e eeuw in Spanje en in Noord-Europa, waarvandaan het snel naar Italië over werd gebracht. Een beroemd voorbeeld is de piëta van Michelangelo.
Een van de essentiële elementen van een piëta is dat er niet te veel figuren rond de gestorven Christus staan, dit zou het snel veranderen in een bewening van Christus en daarmee het meditatieve karakter verzwakken.
Credits: Van Gogh Museum, Amsterdam (Vincent van Gogh Stichting)
de Piëta door Vincent van Gogh naar het voorbeeld van Delacroix (1998).
Fotograaf Darrin Zammit Lupi maakte een moderne piëta op een reddingsschip in de Middellandse Zee In de rubriek ‘Beeldvormers’ van de Volkskrant onderzoeken o.a. Arno Haijtema en Merel Bem hoe een foto onze kijk op de werkelijkheid bepaalt. Deze foto stond eind 2021 krant met als titel ‘drama op een migrantenboot nadat een jerrycan met brandstof vlam heeft gevat’, geschreven door Arno Haijtema.
De Spaanse fotograaf Samuel Aranda was de winnaar van de World Press Photo 2012. Hij maakte bovenstaande foto van een vrouw die een gewond familielid troost, na demonstraties in de hoofdstad van Yemen.
De foto werd in oktober anoniem gepubliceerd in de New York Times. De foto heeft de opbouw van een piëta, een variant op de middeleeuwse schilderijen waarop Maria de dood van Jezus beweent, en past daarmee in een lijn van enkele eerdere winnaars van World Press Photo. [BRON WORLD PRESS]
Kijk ik terug op de fotoprojecten die ik als fotocoach begeleid. Zo ook op het mentoraat dat ik in de afdeling van de Fotobond Brabant West gisteren heb afgesloten. In de vijfde bijeenkomst hebben alle 10 deelnemers hun project gepresenteerd met heerlijke eindpresentaties. Onder andere met een magazine over armoede en bestaanszekerheid, een krant over de productie van ons biologisch voedsel, een PowerPoint presentatie en boek over de erfelijke ziekte Huntington, tachtig plussers en sport en een video over de band tussen een jonge vrouw en haar hulphond. Als je een beeld wilt hebben van alle tien projecten uit het mentoraat DOCUMENTAIRE FOTOGRAFIE kijk dan in het overzichtsboek VERHALEN VERTELLEN.
Klik hier als je naar de video wilt kijken die Marco Leeggangers over Britt en haar hulphond Spark tijdens dit mentoraat heeft gemaakt. Ook de website van Erik Dukkerover het project ‘de troost van Maria‘ kun je bekijken. Nog een video van Martin Broesterhuizen over de leefbaarheid van een dorp in Brabant, waar steeds meer voorzieningen verdwijnen.
“Wat leuk, Peter, die fotoserie + artikel van en over Marxloh. Ik fiets veel door het Ruhrgebied en was gisteren in die plaats. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Je blog en foto’s raken aan wat mij daar opviel. Ik ben geen fotograaf, maar maak wel graag foto’s en schrijf (o.a.) fietsverhalen.” Tot zover de mail die ik kreeg van Henk Algra. Natuurlijk maakte de mail me nieuwsgierig, dus de blogsite van Henk opgesnord en dat was zeker geen teleurstelling.
Laat ik het eens over Marxloh hebben. De plaats is een deelgemeente van de stad Duisburg. Vorige week fietste ik een rondje Westelijk Ruhrgebied en ik raakte geïntrigeerd door de sfeer in dit 'little Istanbul'. (citaat van Henk, blog 17 april 2024)
straatbeeld Weselerstraat Marxloh | foto Peter van Tuijl
Henk is vaak onderweg, hij reist wat af.
‘Wie reist heeft heel wat te vertellen.’
Dat heeft Henk zeker. Bovendien schrijft hij op een aansprekende manier, hij neemt je mee op zijn treinreizen vaak vergezeld met een fiets om het land, de steden en dorpen op het niveau van alledag te ervaren. Henk is orthopedagoog/GZ-psycholoog. Vanaf 1975 heeft hij gewerkt in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Schrijven is een hobby en een ontspanning voor mij, vandaar dat ik het niet kan laten om dagelijks iets te schrijven, meestal ook op mijn weblog. Enfin, lees verhalen op zijn weblog en geniet ervan, net zoals ik.
Zo schreef Charles Keijser me een paar dagen geleden. Charles is toerfietser maar bovenal fotograaf. Hij heeft jarenlang als verpleegkundige in ‘deeltijd’ gewerkt en was voor het andere deel van zijn baan in het Slingeland Ziekenhuis een van de twee fotografen. Charles staat bekend als (verpleeg)kundig fotograaf. Zijn fotografie reikt overigens veel verder dan alleen de medische wereld. In deze blog, waarvoor Charles de tekst en foto’s leverde, laat hij een van zijn inspiratiefotografen zien: Richard Avedon.
“Mijn eerste camera was de AGFA-Clack uit 1956, die ik na het overlijden van mijn vader in 1972 als erfenis kreeg. Een aantal camera’s verder ben ik in 1991 gestart met fotograferen in opdracht voor het ziekenhuis en andere non-profit instellingen. Een paar jaar geleden ben ik met pensioen gegaan en doe af en toe nog wat opdrachten.
Het was toen dat ik mezelf uitdrukkelijk de vraag stelde ‘wie ben ik als fotograaf, moet ik mijn techniek verbeteren en wat wil ik nog fotograferen’. Zo kwam ik uit bij het opleidingsinstituut FORUM BEELDTAAL en bij de module Inspiratie-opdracht heb ik Richard Avedon in een lijstje van 7 fotografen aangevinkt. Avedon stelt de mens, die min of meer onderaan de maatschappelijke ladder staat, centraal in zijn fotografie. Ook voor mij is fotografie vooral een wisselwerking tussen mens en fotograaf. Om uiteindelijk te komen tot een oprechte pure foto waarbij de kijker uitgedaagd wordt om wat langer naar de foto te kijken.
In 2023 was ik in Michigan USA bij een Nederlandse familie die daar ruim 20 jaar wonen en werken. Begonnen als melkveehouder met 110 koeien zijn het er inmiddels ruim 3000, verdeeld over 3 locaties. Ter plekke bedacht ik me dat ik hier wel een poging zou kunnen wagen voor de inspiratie-opdracht. In een supermarkt een laken en ducktape gekocht, een paar foto’s van Avedon gedownload en geprint.
Charles in de voetsporen van Richard Avedon
En toen een aantal mensen gevraagd om te poseren. Ik spreek matig Engels en de Mexicanen mogelijk nog minder. Het was dan ook vooral non-verbaal communiceren, met handen en voeten én goede bedoelingen.
De meeste van ‘mijn modellen’ zijn laag opgeleid, analfabeet of communicatief beperkt. Toch lukte het om ze te overtuigen dat ze prima en mooie mensen zijn, ondanks dat ze voor minimumloon wisseldiensten draaien in o.a. de melkstallen. Het maken van de uiteindelijke foto duurde niet langer dan 1 á 1,5 minuut. Toen was de spanning bij hen weg en begonnen ze echt te poseren en dat was niet mijn bedoeling. Om de foto’s wat te personaliseren heb ik hen om hun voornaam, geboortedatum en functie gevraagd. Het zal geen verbazing wekken dat ik soms het schrijfwerk moest doen. Enfin, voor mij een stimulans om toch nog een cursus Engels te doen. En een volgende keer hang ik de bij aankomst een laken op en niet pas op de laatste dag.”
Misschien heb jij, beste bloglezer, ook wel eens aan een inspiratieopdracht gewerkt. Ik zou het leuk vinden als je een paar foto’s plus een tekst naar me toestuurt voor een volgende externe blog.
Je eerste fotoclub waar je ooit lid van werd, heeft een speciaal plekje.
ERICAMERA is mijn eerste club, al flink wat jaren geleden. Doordat ik van baan wisselde en verhuisde van Eindhoven naar de Achterhoek heb ik de club na meer dan 12 jaar verlaten.
Ericamera exposeert nog steeds elk jaar. Ook dit jaar op 13 en 14 april. Oude liefde roest niet ….
Een kleine onthulling, soms speels, zelden heel ernstig. Fotograaf Nicolas Baudouin maakt heel veel foto’s die hij samenbrengt in series met een typologische stijl. Hij zoekt zoals hij zelf zegt naar de relatie tussen de virtualiteit en de realiteit. In zijn serie anekdotes is er wat mij betreft steeds een zekere verwondering waarin plaats, tijd en situatie een rol spelen. Ogenschijnlijke weinig verheffende attributen of omgevingen worden gecombineerd tot een theatraal moment. Het is niets en tegrelijkertijd is er van alles te zien en blijf ik me verwonderen. Ook bewondering om steeds oog te hebben voor deze ‘ankdotes’ en dat te archiveren tot een grotere serie. Dat hij ook nog een ander soort foto’s maakt kun je wel zien op zijn website.