WILLIAM KLEIN


Voor als je niet verder wilt lezen, klik dan hier zodat je rechtstreeks komt op de site van FOAM, Amsterdam.

Sinds gisteren weet ik weer waarom William Klein als sinds jaar en dag één van mijn favoriete fotografen was. Ik gebruik in mijn lezingen over straatfotografie een gedeelte van een redelijk onbekend filmpje over de contactstroken van William Klein uit de jaren 60. Daarin kun je niet alleen zien dat hij een betrokken fotograaf is die gemakkelijk contact legt met de mensen die hij fotografeert maar ook het uitzonderlijk zoeken naar een eigen beeld. Hoe hij een eigen beeldtaal heeft ontwikkeld. Een zekere rauwheid als dat het beeld extra kracht geeft, een fijnheid als het beeld daarom vraagt. Hij is een vernieuwer tot en met. Niet alleen omdat hij in de jaren vijftig al met een forse groothoek op zijn Leica van heel dichtbij en heel direct de mensen in Parijs vastlegde. Met zijn modefoto’s was hij later ook voor hele hordes fotografen een voorbeeld van formaat. Zijn grote beschilderde visualisaties van delen van zijn contactstroken, ook te zien in Foam, en zijn fotogrammen (zie foto hierboven) tonen eveneens zijn wens om autonome en vernieuwende beelden te maken. De expositie duurt nog een poosje, dus missen hoef je hem zeker niet. Echt een aanrader!

de appels van Jan

Mijmerend over de appels van Jan en zijn fraaie broeken aan de waslijn werd ik opgeschrikt door een harde knal. Ik keek op en zag een konijn als een haas ervandoor gaan. Rechts ontwaardde ik een stuk of vijftien mannen op een veld, anoniem door het tegenlicht. Het beestje liep slim van ze af in een tempo waarmee elk afstandsrecord, zelfs Olympisch, met gemak zou worden gebroken. Gefascineerd volgde ik hem of haar. De mannen keerden zich van mij af. Een klein beestje op de vlucht voor grote zwarte mannen in tegenlicht. Ze waren te ver weg om een geloofwaardige of boosaardige foto te maken. De geweren zouden nauwelijks als lucifers in de foto te zien zijn. Voor BunnyBunch waren ze van een geweldig kaliber maar gelukkig vluchten loont. Dat geldt niet voor elk konijn, haas of andere soort. Soms kun je niet vluchten, zie je geen kans te ontsnappen aan het speeltje van grote zwarte anonieme mannen. Te vaak geldt dat ook voor de diersoort mens. Vandaag in de Volkskrant een enkelkolom over Syrië, hooguit 10 cm lang. Genoeg is genoeg, straks wat minder vlees in de pan. Alsof dat helpt. Nee dan de boksen en de appels van Jan, ongecompliceerd hangen ze in de zon. Alleen die broeken vertellen al een verhaal. En dat op 131113, om van je geloof af te vallen.
de boksen van Jan

DE LICHTMAN BAS LOSEKOOT

Al gezien op Naardenfotofestival, gisteren te gast bij de extra BMK-bijeenkomst van de Fotobond. Bas Losekoot is de fotograaf die lichtjes op straat plaatst om zijn straattaferelen uit te lichten. Zijn flitsertjes hangt hij aan bomen, lantaarnpalen of toevallige beugeltjes aan de muur. Daardoor ontstaat een enigszins surrealistisch beeld maar bovenal ervoer ik zijn foto’s als geweldig door de momenten waarop alles samenviel. Met andere woorden het spel van licht en schaduw, de positionering van de mensen en de omringende objecten, de expressie in de gezichten, het theatrale, de zuigkracht in de beelden, het klopt allemaal als een bus en helemaal fotografie van deze tijd met kleuren die er toe doen. Inmiddels heeft hij 4 wereldsteden van zijn project gedaan;New York, Sao Paulo, Mumbai en Seoul. Steden die alsmaar groeien en groeien en waarin Bas op zoek is naar de identiteit van mensen in dergelijke groeisteden. Hij stelt zich enkele vragen en vertaalt de ‘antwoorden’ in beelden. Vragen zoals: Wat is letterlijk én figuurlijk nog de persoonlijke ruimte van mensen, hoe individueel en hoe sociaal zijn steden, wat zijn de clashes in de openbare ruimte, ….. ?. Bas Losekoot is een gedreven fotograaf. Zijn inkomsten haalt hij uit zijn professionele werk en dit project financiert hij uit de eigen portemonnee. Een maand trekt hij uit voor een stad. Dwalend van de vroege ochtend tot de late avond, zo’n 500 foto’s per dag, een kleine honderd op één plek. Hij heeft zich voorgenomen 8 wereldsteden te doen en hoopt dat er boeken van uitgegeven gaan worden. De betrokkenheid komt ook helemaal naar voren als je hem hoort spreken. Hij zit er middenin en het verhaal bij de foto’s is dan ook heerlijk om te beluisteren. Voor fotogroepen wil ik Bas aanbevelen als het gaat om een jonge hedendaagse straatfotograaf die heerlijke beelden laat zien en daarover op een overtuigende manier praat. Een aanrader!

Chez Nous

Vandaag het boek van Chris Keulen in de bus. Heerlijk de humor met een schurend randje. Chris spaart de Belg, de Duitser, noch de Hollander. We komen er allemaal zodanig vanaf dat een grimas niet misstaat. Een mooi voorbeeld van het werken aan een thema, jarenlang. Ik ben blij met dit boek. Onvervalste Nederlandse Fotografie helemaal Chris Keulen met een knipoog naar Martin Parr.

VERZAMELEN

De een spaart postzegels, de ander sigarenbandjes of punten voor de Jumbo of C1000. ‘Puntensparen’ kan lucratief zijn, postzegels wellicht ook nog wel als je aan in-en verkoop doet. Mogelijk dat dit zelfs voor sigarenbandjes geldt ondanks dat mijn kistje van vroeger bij een of andere verhuizing bij het oud vuil is achtergebleven. Anton spaart ook, of beter hij schrijft geschiedenis. Al jaren schrijft hij dagelijks berichten van teletekst over in zijn dikke spiraalschrift. Hij is inmiddels aan zijn derde map bezig. Hij maakt geen autobiografie maar zijn werk is wel autobiografisch. De fotograaf die documenteert laat zien wat hij/zij belangrijk vindt. Anton doet niet anders; hij toont zijn interesses, de dingen die hem aangaan of na aan het hart liggen via zijn spiraalschrift.
‘vreemdgaan zit in de hersenen’ uit het spiraalschrift van Anton
‘een nieuw verhaal’

Regelmatig ontmoet ik Anton, maak een babbeltje en meestal maak ik wat foto’s. Zo ook gisteren tijdens mijn ‘rondje-Varsselder’. Anton was bezig met de noten te rapen. “Het notenblad houdt het ongedierte weg, ja ja van die dingen” verklaart Anton als hij wijst op de vier kolossale bomen op zijn erf.
Anton is een prater die regelmatig zijn woorden kracht bij zet door “ja ja, van die dingen” te roepen. Daarbij wordt de tweede ja een verlengde ja, zoiets van jaaa. Daarmee overtuigt hij zichzelf het meest van zijn waarheid. Och, krachttermen, versterking van ‘de waarheid’, is ons mensen niet vreemd. Zelfs politici en wetenschappers blijken de waarheid geweld aan te doen en maskeren dat door het hanteren van krachttermen. Maar goed terug naar Antons noten. Van de noten gaat het al snel naar zijn nieuws van de dag en het blijkt dat zijn persoonlijke geschiedschrijving in het spiraalschrift er nog een andere uitingsvorm heeft bijgekregen. Hij verzamelt nu ook, in zijn ogen belangwekkende, krantennieuws. Hij troont ons, mijn vrouw wandelt deze keer ook mijn rondje, mee naar de bovenverdieping van zijn huis, “dat staat toch allemaal leeg, ja ja als je de ruimte maar hebt. Ja ja ik bewaar alles zodat de mensen kunnen zien wat er allemaal aan de hand is in de wereld. Want ge geleuft het toch niet.”
Niet een netjes uitgeknipt krantenartikel maar hele kranten met zwaar montagetape zijn tegen de muren van de leegstaande kamers, hokken en gangen geplakt. Allemaal nieuws vanuit de streek, de Achterhoek. “Ja, ja hedde de gelezen daor in Bredevoort, …………”. Het ene nieuwsfeit volgt het andere op ……… Anton blijft een markante man, die leeft in zijn eigen wereld met een eigen ‘vrije’ nieuwsgaring. Ik maak graag praatjes met hem en werk gestaag door aan mijn fotoverzameling van hem en zijn buurman, zijn broer Jan.
‘de nieuwsfeiten op een rij’

De Zutphense in het gemeentehuis

Afgelopen vrijdag de expositie “KIJKEN OM TE ZIEN” geopend. Prachtig werk hangt er in de witte vleugel van het gemeentehuis van ZUtphen. Het fotografencollectief bestaat 90 jaar, geenszins grijs maar springlevend. Voor wie wil gaan kijken (doen!) de gegevens vind je op de website van het fotografencollectief. Kun je gelijk ook kijken naar hun ander werk.
Opvallende verschijning wat mij betreft is Jenne Bleijenburg. Kijk maar eens naar haar werk.
foto Jenne Bleijenburg titel zusjes

UNSEEN

Veel te zien ondanks de titel UNSEEN tijdens de fotofair in Amsterdam. Heb dan ook fragmentarisch rondgekeken. Me vergaapt aan fantastische foto’s van fotografen die ik al wel kende zoals de tweelingen van Anders Petersen.
foto Anders Petersen
Of het nieuwe werk van Christina de Middel. Als je haar (nog) niet kent moet je beslist op haar website kijken. Ze is BOOMING, deze Spaanse!

foto Christina de Middel

De fotografen die ik niet kende en waarvan het werk me op een of andere reden opviel heb ik in mijn aantekenboekje gezet. Dus ik kijk later uitgebreider naar onder andere Koen Hauser, Isabelle Wenzel, Sacha Weidner en Lonneke de Groot.
Een impressie gemaakt die dag. Heerlijk mijn laatste foto van die dag….. een samenloop van omstandigheden.

Voor als je verder wilt kijken ….

To STOOP and STOOP not

Bukken of niet bukken, ja toch maar bukken. Ik wil weten wie de fotograaf is, wat hem of haar bewogen heeft. Noorderlicht Fotomanifestatie 2013 vraagt wat van de bezoekers. Kijken of niet kijken, er zijn of er niet zijn. To Have and Have Not gaat over de wereld van de rijkste 1% van de wereld, intrigerende beelden. Gepimpte dames in boudoirs of op de schoot van ‘Strauss-Kahn-figuren’. De locatie is schitterend, alhoewel afgelegen: de oude ontmantelde suikerfabriek in Groningen. Wat dat betreft past één van de hoofdexposities over de suikerindustrie wereldwijd daarin natuurlijk uitstekend. Een expositie van een stuk of 10 fotografen met beelden van de slavernij tot aan megalomane platen van snoeprolletjes. Carl de Keijzer met een beeldtaal die je van verre herkent. Het individu is direct aanwezig terwijl de ruimte waarin de ‘socios’ verkeert onherroepelijk en ondubbelzinnig mede de inhoud bepaalt. Die balans tussen omgeving en individu zorgt steeds voor een verhalen en veelzeggende inhoud. In een andere hal Kadir van Lohuizen fotografeerde de familie Rharih in 1993 en nu opnieuw, een indrukwekkende eerlijke fotoreportage. De versmelting van culturen naast eigenheid van de identiteit die ons allen niet vreemd is. Onze fotograaf, want zo mag je haar wel noemen als je fotograaf des vaderlands bent, Ilvy Njiokiktjien, is er ook met de familie. Portretten van verjaardagen van 0 to 100 jarigen. Een twintigtal hangen in de geïmproviseerde kantine, de moeite waard. Het broodje, de soep en de witte wijn trouwens ook. Er is nog veel meer te zien. Kijk maar eens op de website. Ik zou gaan kijken als ik u was. O, ja en als je nog wat meer wilt weten van de fotograaf des vaderlands koop dan deze maand het fotoblad FOTOGRAFIE met een prachtig artikel van de hand van Ton van Vroonhoven over haar met mooi gedrukte beelden. Kijken, kijken dus!

in de tuin van Bernardus

Voor de zesde keer heeft het Oost Gelders Fotografen Collectief een buitenexpositie in de historische tuin van Bernardus gemaakt. Geopend tijdens de nacht van de poëzie omdat de foto’s zijn gemaakt op inspiratie van gedichten. Zo hebben we de tachtigers ‘verbeeld, een andere keer waren het de vijftigers en weer een andere keer naar aanleiding van gedichten die in de verzamelbundel van Komrij stonden. Afgelopen jaar was het de overleden volksdichter Willem Wilmink. Voor de uitgave 2013 – 2014 hebben we elkaar vrijgelaten in de keuze van de dichter maar was er wel een centraal thema ‘verlangen’. Ik had de expositie nog niet volledig gezien, enkel fragmenten tijdens de voorbereiding en bij de opening moest ik verstek vanwege vakantie elders. Vanmiddag dus op pad naar Bredevoort. Eerst nog even bij de schitterende locatie van Galerie FOTO 21 die momenteel volledig verbouwd wordt. Het was een mooie locatie voor fotografie maar het wordt nu helemaal top. Een echte ontmoetingsplek met vier expositieruimten plus een geweldig restaurant waarin ook exposities zullen worden gehouden. Medio september is het zover en gaat de ’tent’ open. Ik ben er van overtuigd dat velen de weg naar deze pracht locatie zullen weten te vinden en kunnen genieten van mooi fotowerk en ook nog eens van een aangeklede lunch of koffie plus! Maar goed, de tuin in dus. Heerlijk dwalend tussen het groen verscholen de foto’s die, ondanks de afmetingen van 50×70, in dat grote bos een bescheiden plaats innemen. Misschien ook wel goed dat je je als het ware even een op een met de foto en het gedicht waant. Even niets buiten dat. Joop Koopmanschap die gedichten van Tjitske Jansen heeft uitgekozen. Joop vertelde tijdens een van onze bespreekavonden dat hij contact met haar had gehad en dat ze super enthousiast reageerde. Drie foto’s van een ruimte, enigszins historisch aandoend, met een zekere intimiteit waarin een jonge vrouw figureert. Verdikkeme het is Tjitske. Hij heeft haar sfeervol en in de geest van haar eigen gedichten geportretteerd. Heel veel foto’s van mijn mede OFC-leden ken ik en toch is er steeds naast de herkenning een verrassing. Paul van Hulzen is de architectuur fotograaf bij uitstek. Niet voor niets sleepte hij de hoogste internationale onderscheiding in 2012 weg als architectuurfotograaf. In de tuin hingen drie zeegezichten. Geen architectuur en toch op grote afstand herkende ik het werk al als dat van Paul. De vlakken, de kleuren maken de zeegezichten tot bijna architectonische werken. Het feit dat de fotopanelen ook nog eens met drieën pontificaal naast elkaar maakt het totaal nog sterker. In het midden van de expositie ontmoet ik een vrouw. “Komt u ook naar de foto’s kijken”, spreek ik haar aan. “Nee”, antwoordt ze me, “ik ben hier van de stad”. Ja inderdaad Bredevoort een gat van niks heeft stadsrechten en was een belangrijke garnizoensplaats in de tachtigjarige oorlog. Nu is het ‘de boekenstad’ van Nederland en trekken er het hele jaar door boekenliefhebbers door het stadje op zoek bij de vele antiquariaten en boekhandelaars naar het boek dat nog gemist wordt. Ineke, want zo is haar naam, vertelt me dat ze elke dag wel met haar scootmobiel even een rondgang door de tuin van Bernardus maakt. “er effen uit, de frisse lucht in is goed voor een mens”, zegt ze blijmoedig. Ineke is niet piep maar zeker niet oud, zeker jonger dan ik ben. Ze vertelt me dat ze een jaar of tien geleden geopereerd is aan haar hoofd en dat de operatie niet helemaal goed is gegaan. Ik heb flink moeten revalideren en ook best lang maar nu kan ik bijna alles weer, behalve dan dat ik aan een zijde een verlamming aan been en arm heb. Misschien kan ze de compassie met haar situatie van mijn gezicht aflezen, waardoor ze snel vervolgt: “maar er zijn veel meer dingen die ik wel kan dan niet”. Ze maakt een opgeruimde indruk en vertelt over haar man en kinderen. “Als ik bij mijn zoon ben en weer naar huis ga, maak ik altijd het V-teken. Ik weet ook niet waarom. Vrede hè, vrede is belangrijk in het groot maar ook in het klein.” Ware woorden van Ineke. Was iedereen maar zo. Vrede, begrippen die je vandaag aan de dag niet snel te binnen schieten als je het acht-uur aanzet of de krant openslaat. Ik vraag Ineke of ik een foto van haar mag maken voor één van mijn foto’s in de tuin. Ik vertel haar over de dichteres Kira Wuck, haar jeugd, haar gedichten die afwisselend surrealistische zinnen en situaties combineert met het dagelijkse leven, als een twist. Ik vertel dat ik van Kira een portretfoto heb gemaakt, vorig jaar tijdens de nacht van de poëzie waarin ik geprobeerd heb het dubbele van haar gedichten in de foto tot uitdrukking te brengen. Als je die foto wil zien en de recensie over Kira wil lezen klik dan hier.
Inmiddels zijn we bij de foto aangekomen met het gedicht van Kira Wuck dat me geïnspireerd heeft tot deze foto. Wasdagen was het gedicht. Het naakte onderlijf van een etalagepop, de jurkjes op de hangertjes. Een combinatie die net zo absurdistisch lijkt als de gedichten van Kira Wuck. Ineke poseert, maakt het V-teken voor mij en met de publicatie van deze foto voor ons allemaal. Vrede! Mooi gedaan Ineke.

Photography EXTENDED

In Museum Valkhof te Nijmegen tot en met 27 oktober FOTOGRAFIE met VOORBEDACHTE RADE

Nederlandse geënsceneerde fotografie met bekend en minder bekend werk van Erwin Olaf, Ruud van Empel, Eelco Brand, Sylvie Zijlmans, Risk Hazekamp, Willem van den Hoed, Hendrik Kerstens, Gerco de Ruijter, Jaap Scheeren, Eva-Fiore Kovacovsky en Koen Hauser. Teun Hocks is feitelijk ook opgenomen in de expositie met werk dat tot de collectie van het museum behoort. Bedachte fotografie, de ene keer in het concept, een andere keer in de bewerking of combinaties, zowel digitaal (het meeste) als analoog (Risk Hazekamp). De moeite van een bezoek waard!
foto Sylvie Zijlmans: guilty 2009

foto risk hazekamp: rolling stone 2009 [autoportrait]

het onbegrijpelijke niets

Het
onbegrijpelijke niets

Ik
fotografeer al vanaf mijn veertiende. Altijd iets, de ene keer een landschap,
een andere keer een bloem of een kamer en heel vaak mensen. Mensen onderweg,
onderweg van niets naar iets en weer naar niets. Dat iets is natuurlijk wel het
meest interessante, alhoewel het niets ons voorstellingsvermogen ook te boven
gaat. In mijn eerste onderwijsjaren stelde ik de brugklasser steevast de vraag wat
het grootste getal was. Brugklassers hebben een getalbegrip dat qua omvang nog enigszins
beperkt is. Vraag ze naar de afstand tussen de maan en de aarde of dichter bij
huis tussen Amsterdam en Eindhoven en je krijgt de grote verschillen in hun
antwoorden. Vraag zeker niet of ze willen schatten hoe oud je bent. Zo’n
grootste-getal-vraag leverde steevast een getal op dat nog uit te spreken was,
sommige slimmeriken zochten hun uitvlucht tot het bord om anderhalve meter
cijfertjes achter elkaar te plaatsen. Toch was er altijd een getal dat met één
erbij nog groter was. Het alles was niet te vangen, net zomin als het niets.
Als ik dan de stap maakte naar het universum en de eindigheid of juist de
oneindigheid aan de orde stelde, werd het altijd rumoerig in de klas. Weten we
niet om te gaan met alles of niets? Om ze weer stil te krijgen vertelde ik het
verhaal van de ‘platlanders’. Platlanders waren mijn handigheidje om dingen die
je niet kon snappen toch met enig begrip te omgeven, misschien wel om duidelijk
te maken dat je niet alles kunt snappen maar dat het wel zou kunnen als je in
een andere wereld zou leven. Ik weet wel
dat velen daarvoor een godsbeeld hanteren, nog wel heel verschillende zelfs. Dat
is geloven wat je niet kunt begrijpen. Platlanders zijn geen goden maar laten
wel zien dat er iets kan zijn dat jij op deze aarde niet ziet maar wat wel in
een begrip gevangen kan worden. Een platlander is een wezen dat slechts twee
dimensies heeft. Dus lengte en breedte. Een platlander ontbeert zoals wij de
dimensie hoogte. Daarmee hoort hij niet in onze wereld, heeft hij een wereld
voor zichzelf tussen ons in. Zonder dat we het in de gaten hebben zijn er
miljoenen platlanders, zij leven hun eigen leven in hun eigen wereld. Weliswaar
vlakbij de onze maar ongestoord en onzichtbaar voor ons drie-dimensionale wezens. Op het moment dat
je het ontbreken van de derde dimensie accepteert verhef je het niets tot iets.
Het was een katholieke school waar ik destijds werkte en dus frommelde ik oneindigheid
en dergelijke ook gauw onder de noemer van het geloof. Dat was meestal de
zwakke afsluiting van het platlandersverhaal. Tot dat moment hingen ze aan mijn
lippen, dan werd het weer rumoerig.

Fotografen hebben
wel wat gemeen met platlanders. Het ontbreekt ons eveneens aan de derde
dimensie en slechts de suggestie daarvan doet ons werk leven.

De feitelijke reden van deze blog ligt in het gegeven dat ik
afgelopen zondag al wandelend nadacht over het niets. Het niets houdt gelijke
tred met het alles. Je zou kunnen zeggen dat het niets en het alles elkaar in
evenwicht houden zonder te weten wat beide componenten betekenen. Het duister
van het niets is even ondoorzichtig als het licht van het alles. Als fotograaf manoeuvreer
ik daar tussen, immers ik fotografeer het iets.

Eigenlijk dacht, dat je hoe je het ook wendt of keert, je altijd
iets fotografeert. Ik zou weleens niet-iets willen fotograferen. Kan dat wel. Als
ik nou niet zou kijken wat ik fotografeer en alles goed zou vinden, wat er ook
op stond, zou ik dan niet-iets hebben gefotografeerd? Het antwoord is evident.
Ik moet een ander model ontwikkelen, net zoals bij de platlanders, om het iets
en het niets van elkaar te kunnen onderscheiden. Tot op dit moment is het me
niet gelukt. Ook niet met de exercitie tijdens mijn wandeling, denk ik. Maar enfin, het was mooi om even te denken over het niet-iets.

Ik neem me voor ……. Vanaf dit punt
loop ik 29 stappen naar links, daar maak ik met mijn ogen dicht een foto. Ik
houd mijn camera met gestrekt armen op buikhoogte en maak de foto. Dan loop ik
de 29 passen terug naar de weg en vervolg mijn wandeling met 100 passen.
Kijkend want anders rijden ze misschien wel van de sokken, ondanks dat ik op dreven en lanen achteraf in de Achterhoek wandel. Weer hetzelfde ritueel, 29 stappen naar links, enz, enz. Zo heb ik iets gefotografeerd zonder dat ik weet; ik had net zo goed niets kunnen
fotograferen. Is het iets daarmee toch niets geworden?

focus on it

De f van focus is nog net zichtbaar aan de rand van de foto. Deze foto gaat over de focus. Over het gericht zijn op ….. Ja waarop eigenlijk. Waar is de vader op gericht of waaraan loopt het kind te denken. Is vader misschien in gedachten verzonken. Mensen lopen soms doelloos rond, een andere keer spelen zich de grootste verhalen in hun hoofd af terwijl jij ze tegenkomt, terwijl je een foto van ze maakt. Een enkele keer wordt iets van de gedachten, slechts een spoor, zichtbaar in het beeld. Noem het emotie als je wilt, de foto heeft iets wat boven het directe beeld is verheven. Er is een moment dat je als fotograaf ook maar moeilijk kunt bepalen. Zelfs als je als fotograaf erop uit bent, -de focus op hebt-, om dat soort beelden te maken. In een moment van pakweg een honderdste seconde is het gebeurd. In minder dan een tel leg je iets vast dat van een ander is. Je ziet alleen de buitenkant en vermoedt iets dat zich afspeelt in het binnenste. Daarmee worden het eigenlijk een soort van portretten. De fotograaf had de focus erop gericht maar ook gewoon geluk dat de een honderdste seconde juist het goede tijdstip was. Het moment waarin de expressie van man en kind de focus had. Waarop, we zullen het nooit weten.

Verhalen uit Debbeshoek

Vanochtend werd het magazine ‘VERHALEN UIT DEBBESHOEK’ gepresenteerd. De eerste die een exemplaar kregen waren natuurlijk de 10 bewoners die met hun verhaal in het magazine kwamen. Ad Bouw interviewde de mensen en dat leverde fraaie open verhalen van de mensen op. Ik vond het fijn om hier de portretten bij te kunnen maken en de vormgeving van het magazine voor mijn rekening te kunnen nemen. Een plezierige samenwerking ook met de medewerkers die aan het project mee vorm gaven.

Lies en Lubbe hebben voor het eerst het magazine in hun handen. Benieuwd, snel kijken dus!

De directeur overhandigt Bertus een exemplaar. Bertus heeft een mooi verhaal verteld.

Het magazine ‘VERHALEN UIT DEBBESHOEK’ is verkrijgbaar in het verzorgingshuis Debebshoek te Ulft.