OP ZOEK NAAR DE GRENS ?
Momenteel lees ik twee boeken van Belgische auteurs. De biografie over Diane Arbus van Patrick Roegiers (2006, de droom van een schipbreuk | Sirene – 280 pagina’s – ISBN: 978 90 5381 455 0) herlees ik en het Dagboek van een Fotograaf van Stephen Vanfleteren is kakelvers (2020).
Beide boeken zijn fijn fragmentarisch te lezen, alhoewel ik me bij Vanfleterens dagboek houd aan zijn chronologie. Soms, -op een dag-, schrijft hij enkel één zinnetje, nog geen 15 woorden breed. De andere keer is een dag enkele pagina’s leesvoer. Hij neemt me mee in zijn dagelijkse bespiegelingen die verbeelden tot wat hij heeft ‘gezien’. Ik ga mee in zijn kritische kijk op de wereld in coronatijd én de diepere gedachten van alledag. Na twee of drie dagen heb ik genoeg om er een week over na te denken.
De biografie van Arbus maakt niet zo blij. Haar dagelijks geluk lijkt steeds omrand met een rauw randje. Ja zelfs een rouwrandje. Steeds op zoek naar het afwijkende, de freaks en de excentriekelingen, het verdriet van de ‘eenzamen’ . Haar leven en de fotografie waren verstrengeld; een zoektocht naar hetgeen ze niet kende. Met de man met de drie benen en de vrouw met de drie borsten, de hermafrodiet en de reus sloot ze een bondgenootschap om hen te fotograferen en zo ook met alle andere modellen. Modellen die voor Arbus ‘dichtbij-mensen’ waren die ze met een grote openheid en puurheid tegemoet trad. Daarmee is haar fotografie veel meer geworden dan een reeks van fysieke en psychische afwijkingen geworden. De vragen rondom de dualiteit van ‘de identiteit van het menszijn’ was voor haar een belangrijke inspiratiebron, lijkt me.
Een nog jonge fotograaf, Andrea Torres Balaguer [1990, Barcelona] stelt naar mijn idee ook vragen bij het fenomeen identiteit. Een jaar of vijftig na Arbus weliswaar op een heel andere manier. De directheid is afwezig, de esthetica des te meer aanwezig. Maar ook veel van haar portretten zijn mysterieus. Haar portretten willen meer laten zien dan wat er enkel op staat. Dromerige beelden waardoor de kijker dwingend uitgenodigd wordt om ze te interpreteren. Een eigen verhaal of emotie aan de beelden te geven. Door kleur en compositie zijn het aantrekkelijke beelden om naar te kijken. Maar ze gaan verder en je komt niet los van de mogelijke betekenis en invloed. Ik ontwaar vervreemdende en symbolische aspecten. Op zoek naar de echtheid van de mens die met vraagtekens omgeven is.
Misschien is de essentie van verbeelden, bij Arbus, Vanfleteren en Torres wel de fluïde doch uiterst dunne grens tussen fictie en werkelijkheid. Een grens die naar mijn idee het verschil tussen afbeelden en verbeelden maakt. Bij elke type fotografie.
Staat u in uw fotografie ook weleens stil bij die grens. Aan welke kant van de grens geeft u de voorkeur en komt dat tot uiting in uw fotografie?