Dat vond ik van de foto’s van Zuzana Pustaiová die ik tegenkwam op de website van Lensculture. Ongebruikelijke fotografie, fotografie die zich niet gemakkelijk laat plaatsen in een hokje, of het zou het hokje van lef moeten zijn. Voor mij zijn het stillevens die het leven in volle hevigheid tonen. Alledaags en tegelijkertijd spat het concept er van af. Metaforisch als het gaat om begrippen of zaken uit het leven aan de orde te stellen, zonder precies te onthullen waarover het dan echt gaat.
Aan haar foto’s werd de 3e plaats series toegekend en de foto’s bleken te komen uit het boek One Day Every Day’’. En toen ik op haar website verder ging snuffelen was ik verkocht en het boek rechtstreeks bij haar gekocht. Een fotoboek bevat een reeks foto’s. Papier, vormgeving of bijvoorbeeld ritme maken dat een boek over meer gaat. De aanschaf en vooral het hebben van zo’n boek voelt als een feestje. One Day Every Day is dat wat mij betreft.
Op haar website kun je o.a. lezen: Zuzana Pustaiová (geboren in 1990 in Levice, Slowakije) begon haar interesse in beeldende kunst met schilderen, maar schakelde al snel over op fotografie, die ze studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Bratislava, Slowakije, en de Universiteit voor Toegepaste Wetenschappen in Bielefeld, Duitsland. Ze voltooide haar doctoraat in de kunsten in januari 2022 en werd doctor in de kunsten. Meer …
Fotografie curator -Pauline Vermare- reflecteert op de breedte en evolutie van de straatfotografie, evenals de diepe geschiedenis van het Magnum collectief daarin, terwijl Magnum-fotografen hun eerste online cursus lanceren. Zeer de moeite waard … leestijd ongeveer 10 minuten / een lezing duurt langer!
Een beeldverslag over een hedendaagse- vintage look dankzij een modern ambacht.
Fine art picturalist, Gerjo te Linde fotografeert sinds 2015 uitsluitend met behulp van het historische ‘wet collodion’ proces, ook wel de natte plaat fotografie genoemd. Vanaf die tijd is zijn kijk op fotografie ingrijpend veranderd. Inhoudelijk is zijn werk het beste te omschrijven als een kritische blik op zichzelf en op sociale thema’s die hem bezighouden.
Om zichzelf scherp te houden maakt hij af en toe een zijsprong naar de moderne digitale techniek. Dat digitale materiaal zet hij vervolgens meedogenloos om naar monochrome beelden, meestal uitgedost in contrastrijk zwart – wit, echter zeker niet kleurloos.
Met deze serie typeert Gerjo een hedendaagse man, het continue veranderende modebeeld, de terugkerende stijlelementen in uiterlijkheden en onze blijkbaar aanwezige behoefte aan ‘beleving’. Wellicht springt de barbier hier handig op in? Hij laat alleen mannelijke klanten toe, bedient ze vakkundig en serveert na afloop een glas whisky met passende rookwaar. Een serie die reflecteert.
Is het een modetrend of verlangen we allemaal naar een representatief spiegelbeeld, houden we van persoonlijke verzorging en laten we ons allemaal het liefst graag regelmatig ‘vertroetelen’?
26 nov. 2022 t/m 2 febr. 2023 in het Fotokabinet van Oerkroeg Schiller.
Prinsenstraat 4, 7121 AG Aalten
Openingstijden: Dinsdag 19:00 tot 01:00 Woensdag 19:00 tot 01:00 Donderdag 16:00 tot 01:00 Vrijdag 14:00 tot 02:00 Zaterdag 14:00 tot 02:00 Zondag 14:00 tot 01:00
In mijn lezingen over documentaire fotografie gebruik ik de omschrijving die Ton Hendriks (auteur van het boek beeldspraak) hanteert. ‘Het documentair portret is verwijzend naar omstandigheden of situaties’. Een beroemd voorbeeld is de foto die Mary Ellen Mark van ’the damm family’ maakte.
Gisteren kwam ik op instagram per toeval een hedendaagse vrijetijdsfotograaf tegen die nagenoeg dagelijks documentaire portretten maakt, Chris Maliwat.
Een reeks portretten, afgewisseld met een enkele situaties, dat is het boek Metrogram van amateurfotograaf Chris Maliwat. Hij is geïnspireerd door fotografen die al eerder de subway van New York documenteerden. Walker Evans maakte rond de jaren 1936 zijn serie subway. Anoniem, zonder contact te maken om op die manier een tijdsbeeld te maken van ‘de gemiddelde werkende Newyorker’. Zo die bestond dan heeft Evans daar een beeld aangegeven.
Bruce Davidson maakte eind jaren zeventig van de vorige eeuw baanbrekende kleurenfoto’s over de Subway.
Niet geënsceneerde portretten
Chris Maliwat maakte de -niet geënsceneerde- portretten van gewone mensen met zijn mobiele telefoon. De metro in New York is de grootste in de wereld, groot qua lengte en het aantal stations. Ik weet niet of Chris alle haltes heeft aangedaan, maar het is een lijvige serie geworden waarbij de mensen niet gehinderd worden door de blik van de fotograaf met camera. Je maakt met hen de subwaytrip, als forens, als bezoeker of passant. Gewoon iets van alledag. De foto’s zijn meer dan dat. Het alledaagse wordt verdiept door het moment en kader van de fotograaf en doordat hij een grote reeks beelden toont. Het lijkt bijna het bewijs van ‘KIJK ZO IS DE METRO’. Via de tumbrl site kun je METROGRAM volgen. Ook op het instagram account vind je zijn foto’s.
In de Magnum FIELD NOTES van september 2022 lees ik het interview van Schuman met Alec Soth. Troostrijk om te ontdekken dat deze beroemde Magnum fotograaf nog steeds fouten maakt, onzeker is en ‘dagelijks’ leert van het maken van foto’s. Troostrijk maar in het interview komen ook verscheidende uitspraken voor waarvan ik kan leren. Misschien geldt dat ook wel voor jou.
In een interview met Aaron Schuman voor de release van zijn online cursus Photographic Storytelling , vertelt Alec Soth over het belang van leren door ervaring en in het bijzonder over het erkennen en overwinnen van de fouten, fouten, frustraties en “mislukkingen” die onvermijdelijk optreden bij het pad van elke fotografische carrière. Soth deelt specifieke voorbeelden van technische fouten met Schuman, en reflecteert op de moeilijkheden om projecten los te laten, het belang om jezelf te verzoenen met de onvermijdelijkheid van het maken van fouten.
Voor wie maak je eigenlijk foto’s. Wat wil je vertellen en aan wie. Is het een vorm van tijdverdrijf of wil je de wereld veranderen. Welk doel dient de fotografie, welk doel dient jouw fotografie. Deze en meer van dit soort vragen schieten door mijn hoofd bij het zien van het werk van de Britse fotografe Gaby Laurent. Let wel dat ik die vragen geenszins stel om haar fotografie of bedoelingen te kleineren. Eerder is het de speelsheid, het ongedwongen karakter, het enigszins wereldvreemde én het ogenschijnlijke pretentieloze die deze gedachten bij me oproepen. Is fotografie, vrije fotografie, persoonlijke fotografie misschien toch alleen maar spelen in de wereld waarin je leeft. Niets meer, maar ook niets minder.
Veel van haar foto’s ogen toevallig. Maar er zijn ook situaties die een concept doen vermoeden. Wordt de toevallige wereld en het maakbare door haar bij elkaar gebracht. Laat ze daarmee zien dat zelfs het maakbare (moment) nog door het toeval wordt gedirigeerd. Dat het succes van het maakbare, de succesvolle carrière of onderneming, het succes in het algemeen niet geheel los staat van het toeval, niet geheel los staat van het geluk of de pech. In haar boek Falling valt ze regelmatig zelf. Vallen kun je leren maar als je valt is het nooit helemaal zeker hoe je valt. Misschien gaat haar fotografie wel over maakbaarheid. Als ik zo naar haar werk kijk krijgt het begrip speelsheid bijna als vanzelf nog weer een andere dimensie.
In het artikel ‘Het lot, de fantasie en de onzekere toekomst: de beste fotoboeken van de maand’ [ANOTHER] worden hele verschillende soorten fotoboeken van bekende en minder bekende fotografen kort en bondig besproken met steeds enkele foto’s als voorbeeld. Ook het boek Falling van Gabby Laurent komt daar aan de orde. Voor wie wil kijken en lezen …. Another
ANOTHER besteedt aandacht aan mode, kunst, fotografie, lifestyle en nog veel meer. Op de website is het ook voor fotografen heerlijk toeven, zeker op de fotografiepagina. Kijk maar eens op de pagina van kunst en fotografie.
Twee boekjes van fotovrienden krijgen in een tijd van een paar weken. Lekker is dat. Een boekje (vanwege de maat van 21 x 21 cm, spreek ik van boekje) vol met fotografie van John Moest. De titel van het boek is ‘de tweede leg’. Door het volk wordt hierover heel verschillend gedacht. Van het sneue type die -op leeftijd- voor de tweede keer opnieuw de pampers of poepluiers (oei, dat is ook weer achterhaald, maar als ‘milieubewussie’ noem ik het toch maar even) staat om te doen of te verschonen tot ‘hij is nu weer helemaal tot bloei gekomen in zijn nieuwe vaderrol’.
Van mij mag het allemaal, ik hoop oprecht dat de mens gelukkig is of wordt in het leven dat hij/zij leeft. Maar het boekje van John gaat niet over ‘de nieuwe vaders’ maar om foto’s waar hij tot dan niet -of nauwelijks- naar omgekeken had. De afvallers, het niet relevante misschien zelfs het betekenisloze beeld die bij nader inzien, zoveel jaar later, tot een hogere orde verheven worden. We kennen allemaal de relatieve waarde van het moment. Honger maakt rauwe bonen zoet. Als ik naar mijn oude negatieven of digitale bestanden kijk, komen allerlei herinneringen boven die dat ene specifieke beeld overstijgen. De foto krijgt een andere dimensie en een nieuwe betekenis door de tand des tijds. Misschien is ook je opvatting veranderd ten aanzien van de fotografie op zich. Ging het je pakweg 25 jaar geleden misschien om een mooie esthetische plaat te maken, terwijl je nu veel meer geleid wordt door de emotie die een foto bij je oproept. Door het boekje van John heb ik met veel plezier gebladerd en gekeken temeer daar de combinaties van foto’s op de dubbele pagina’s elkaar ook nog eens lekker versterken qua verhalende betekenis. En dat allemaal op een van mijn favoriete terreinen gemaakt, de straat!
Het andere boekje is van Jac Mostert en is getiteld ‘kronkels en spinsels’. Jac is fotograaf maar in dit boekje staat geen enkele foto. Nou ja, de omslag is wel een foto. In het boekje staat alleen maar tekst. Zelfverzonnen uitspraken, bijna allemaal als dubbelzinnen. Een enkele keer heeft hij zijn vondsten in drie zinnen aan het papier toevertrouwd. Het is niet dat je even op een regenachtige achternamiddag gaat zitten om ze te verzinnen. Het moet een jarenlange verzameling van observaties zijn geweest die geleid hebben tot dit soort uitspraken. Wat dat betreft is het eigenlijk net als fotografie: gegoochel met de werkelijkheid. Er valt je iets op en je maakt er een foto van. Er valt je iets in of je ziet wat en je maakt er een ‘dubbelzin’ van.
Het boekje heeft als ondertitel ‘Perfectie bestaat. Alleen in de geest.’ Eigenlijk ook een dubbelzin!
De eerste uitspraak ‘In Nederland vangen wij boeven. Met een schepnet met grote mazen.’ Niet alleen grappig maar ook maatschappijkritisch? Of dan de meer filosofische uitspraak ‘Als je met het verleden bezig bent. Sta je met je rug naar de toekomst.’ Zo kan ik nog even doorgaan met uit het boekje van Jac te citeren. Er staan in totaal meer dan 600 uitspraken in! Vooruit nog een paar met toestemming van Jac.
‘Je kunt van bomen wel planken maken. Maar van planken geen bomen.’ En om in het kader van het -voor Oranje zo teleurstellend- EK voetbal te blijven: ‘Het is moeilijk. Om een schaduwspits op het veld te dekken.’ Ik moet er niet teveel op een dag lezen want dan is mijn dag tekort. Dus af en toe lees ik er een voor aan mijn vrouw.
De Franse Magnum-fotograaf Raymond Depardon (1942) maakte meer dan 40 boeken en vele films. Hij werd geboren in Villefranche-sur-Saône en leerde op jonge leeftijd het fotograferen van de plaatselijke opticien. In 1958 sloeg hij zijn vleugels uit en vertrok naar Parijs. In 2020 gaf hij een nieuw boek uit met oud werk, namelijk foto’s van de boerderij van zijn ouders uit zijn jeugdjaren.
Het is een poëtisch en beschouwend werk geworden en zeker verrassend te noemen als je kijkt naar het werk waarmee Depardon later furore maakte. Hij fotografeerde o.a. de sloppenwijken in Glasgow, politiek beladen onderwerpen in Amerika en de psychiatrie in Italië.
De foto’s uit zijn vroege jeugd werden gemaakt met lange sluitertijden met een grootformaat camera. Elk beeld laat een stil tafereel zien binnen en rond de boerderij. De kleinste details werden zijn fotografische onderwerpen: een stoel, een tafel, behangpatronen. Elke foto en de elementen erin roepen herinneringen op van degene die er naar kijkt, ongeacht of je vroegere thuis een boerderij was of een stadse woning. De foto’s herbergen een spanning tussen wat was en wat is geworden. Een verwijzing naar het verleden.
Een aantal jaren gelden ontmoette ik Depardon in Arles waar hij een grote overzichtsexpositie had. Het veelkoppige publiek hing aan zijn lippen. Bij elke foto ging hij in op de betekenis die de foto voor hem had. We luisterden naar een fervente liefhebber van fotografie én het leven van alledag.
Een bekende uitspraak van Depardon is “Ik dacht aan niets anders dan fotografie”
Het is de vraag of een dergelijke uitspraak de waarheid is of in sociaal opzicht ook als goed te betitelen is, maar het tekent de man en zijn werk natuurlijk wel.
Het boek La Chambre is als een nieuw limited edition-boek verschenen en voor 200 euro te koop…. Voor verzamelaars een aanrader, denk ik. [Voor als je verder een indruk wilt hebben, klik dan hier.]
Het werk van de Franse fotograaf Raymond Depardon is in Nederland vrij onbekend. In 2005 schreven Frits Gierstberg (Curator Nederlands Fotomuseum Rotterdam) en Nico de Klerk (onderzoeker van het Nederlands Filmmuseum) een boek (twee essays) over de fotograaf/filmer. Juist de combinatie -de cross over- van fotografie en film maakt Depardons werk belangrijk. [Raymond Depardon Photographer and Filmer, Engels 144 pagina’ | 9789059730403]
Deze foto en soortgelijke andere foto’s van de Poolse fotograaf Igor Omulecki kwam ik tegen in het maartnummer van het Duitse Fotomagazine PHOTONEWS [Zeitung für Fotografie]. Is het autonome kunst of vertelt de fotograaf iets over oorzaak en gevolg, heeft het met structuur van materialen te maken of gaat het gewoon over mooie kleurtonen. In ieder geval werd ik getriggerd om er langer naar te kijken en op zoek te gaan naar deze fotograaf. Igor Omulecki [Lodz, 1973] heeft er voor doorgeleerd om als kunstenaar door het leven te kunnen gaan. In 1994 behaalde hij het diploma aan het college voor theater- en filmkunsten, in 2015 een graad in de fotografie en in 2018 nog een mastergraad aan de academie voor de kunst in Szczenin. Ik ben niet echt op de hoogte van het kunstonderwijs in Polen om e.e.a. in te kunnen schatten maar er klinkt in ieder geval gedrevenheid en de wens tot vergroting van deskundigheid in door. Op zijn website zie ik dat hij in de laatste jaren veel seriematig werk maakt met een sterk conceptueel en autonoom karakter. Dat was eind jaren negentig nog net wat anders. Daar zie je vooral foto’s van mensen -vrienden wellicht- op een persoonlijke manier in beeld gebracht.
Over Mikado schrijft hij dat de inspiratie voor deze serie ontstond toen hij zijn zoontje van negen zag spelen en bouwen met houten materialen. Hij heeft vervolgens allerlei objecten -voorkomend in de natuur of in de ’technologische wereld’- gefotografeerd en zijn foto’s als installaties met behulp van de computer opgebouwd. Zijn argumentatie of artistiek statement is …. “We benaderen computertechnologieën met afstand en wantrouwen. Hoewel we ze beschouwen als niet behorend tot de biologische wereld, sluiten we ze uit van de cirkel van de natuur. Dit begrip, waarin we sterk differentiëren tussen technologie en natuur, is gebaseerd op de overtuiging van wederzijds isolement van verschijnselen in onze wereld. We vergeten dat technologie een creatie is van een biologisch mens. Alle uitvindingen zijn geconstrueerd op basis van en lijken op onze zintuigen en mogelijkheden om ze te gebruiken. Op deze manier is technologie een uitbreiding en evolutie van de biologische wereld. Interessant is dat de mens als biochemisch fenomeen de neiging heeft om anorganische verschijnselen te marginaliseren. Alsof het universum alleen leven omvatte. Het is een egocentrisch en beperkt denken. Ik zie een man als een biologische machine.”
Zo dat is nog eens een mooie verklaring voor je werk. Wat ik misschien in eerste instantie zie als een spielerei of een ‘ver-weg-van-de-werkelijkheid- krijgt door dit statement een veel diepere betekenis. Soms heb je het verhaal van de fotograaf nodig om zijn strevingen en uitingen te kunnen begrijpen of er minstens begrip voor te hebben.
Alhoewel de vergelijking kant noch wal raakt doet dit me plotseling wel denken aan de poppen van Hans Bellmer uit de jaren 30-40 van de vorige eeuw.
Bellmer [Katowic, Polen 1902- Parijs, Frankrijk 1975] zei destijds over ‘zijn’ poppen onder andere …..“Het geslacht is geprojecteerd op de oksel, het been natuurlijk op de arm, de voet op de hand, de tenen op de vingers. Zo ontstaat er een eigenaardige mengeling van echt en onecht, van wat mag en niet mag, waardoor het ene bestanddeel aan realiteit wint wat het andere daaraan inboet.” Wat destijds wellicht als ridicuul, minderwaardig of pervers werd gezien bleek voor Bellmer een artistieke uiting om de niet-werkelijkheid, de surrealiteit, weer te geven. Overigens in verschillende kringen werd hij door zijn uitleg er niet minder om verguisd.
Drie jaar geleden was ik rond deze tijd in Alicante. In een klein museum met moderne kunst trof ik een expositiewand met allemaal portretjes van vrouwen met een rood jurkje en een bijpassend sjaaltje. Het waren er zeker meer dan 200. De vrouwen leken op elkaar en toch ook weer niet. Er waren grote verschillen in haardracht, de huidtint, lipstick en uitdrukking. Vooral de uitdrukkingen spraken boekdelen. Het melancholische portret, maar ook vrolijk, uitbundig, ingetogen, verdrietig en daarnaast de slonzige uitdrukking en zelfs enkele dodelijk blikken van de ‘femmes fatales’. Ik ben de naam van de fotografe vergeten/kwijt, maar uiteindelijk bleek ze het allemaal zelf. Een prachtige reeks van iemand die naast de fotografie ook de kunst van het toneelspel verstaat. Als iemand weet welke fotografe ik bedoel, jou ik me aanbevolen.
Gisteren bij het surfen op zoek naar ‘fotografische kunst’ kwam ik een andere vrouw met een soortgelijke serie tegen.
Tomoko Sawada
Tomoko Sawada [geboren in 1977] is een Japanse hedendaagse fotograaf en performancekunstenaar. Haar eerste expositie had ze toen ze 20 was. Inmiddels exposeert ze ook in Europa en Amerika en staat ze internationaal echt op doorbreken.
In deze serie toont ze de (formele) foto’s die Japanse studenten maken na hun afstuderen. Het zijn portretten die ze gebruiken bij hun cv om na de studie ergens aan de slag te kunnen. In de serie maakt ze gebruik van de ‘conventies of afspraken’ die hiervoor gelden zoals kleding, neutrale gezichtsuitdrukkingen en kleding. Bovendien hanteert ze een nagenoeg vaste fotografische uitvoering die een parallel vertoont met foto’s uit de zogenaamde ‘pasfoto-hokjes’. De grote verandering zit vooral in haar kapsel, make-up en vooral gezichtsuitdrukkingen. Daarmee lijkt ze ook een statement te maken naar al die managers en personeelsfunctionarissen die de ‘pasfoto’ als uniek beeld zien om iemand wel of niet uit te nodigen voor een sollicitatiegesprek.
Nog even iets meer over portretten
PORTRETTEN in verschillende maten en soorten
Ik onderscheid drie soorten portretten. Populair het ‘kale’ portret, het ‘aangeklede’ portret en het ‘bedachte’ portret. Schiet nu niet meteen in een modellenstress, want het heeft niets van doen met bloot of niet bloot.
het kale portret
Het kale portret zie ik als het portret waarbij iemands wezen zichtbaar wordt gemaakt. Een mens is een complex wezen en naar mijn idee kun je never nooit in één enkel plaatje vangen. Dus iemands wezen, het zijn, is veel te groot voor het kale portret. Een kenmerk van iemand of iemands stemming of gemoedsrust kan wel. Zoiets als .. Piet komt enigszins bedachtzaam over op die foto of kijk die oogopslag verraadt een zekere alertheid. Het kale portret vertelt iets over iemand zonder dat er een specifieke context wordt gegeven.
het aangeklede portret
Anders wordt het met het aangeklede portret. Daarin speelt de omgeving waarin de persoon is gefotografeerd ook een rol. Is het in een studio met attributen dan noem ik dat ook ‘aangekleed’. De context van de foto wordt mede bepaald door de omgeving. De man in een biljartzaal van verzorgingshuis, de dame achter de toonbank van een bloemenwinkel of de foto van de man in het buitengebied met twee vliegtuigjes uit een bouwpakket. Misschien herken je in de laatste beschrijving wel de ‘on-the-road-foto’ van de documentaire fotograaf Alec Soth.
Deze foto is een van de tweeënvijftig afbeeldingen uit het boek Sleeping by the Mississippi uit 2004 van Alec Soth. De kenmerkende foto van de serie toont Charles, een bebaarde man met bril en overall, tegen een winterse achtergrond op het platteland van Minnesota. In elke hand houdt hij een modelvliegtuig vast. Soth, geboren in Minnesota, vond Charles en alle andere onderwerpen in het boek terwijl hij tussen 1999 en 2002 langs de rivier de Mississippi reisde tijdens verschillende roadtrips. Met behulp van een grootformaatcamera met negatieven van acht bij tien nam hij de tijd om de camera op te zetten. de camera en fotografeer de ontmoete vreemden, waardoor beelden ontstaan die rustig en weloverwogen lijken met onberispelijke details, maar toch ook enigszins dromerig. De serie presenteert fotografie als een bevrijdende, verkwikkende en ongecensureerde activiteit.
het bedachte portret
Tenslotte de bedachte foto. Het is de portret foto van de fotograaf zelf. De fotograaf wil iets tot uitdrukking brengen, iets vertellen en daarvoor maakt hij/zij gebruik van het portret. Het is de enscenering van het portret door de fotograaf geregisseerd. Van schaterende vrouwen tot snotterende mannen en van verdrietig kijkende pubers tot de fel begeerde oude vrijster. Let wel het zijn zomaar wat voorbeelden die laten zien dat de fotograaf een doel heeft en anderen vraagt om dat voor hem/haar uit te beelden. De mode fotografie, zeker de klassieke, was niets anders. En ja, natuurlijk kan met het bedachte portret ook gewerkt worden met attributen of speelt de omgeving mede een rol als het gaat over de context van het beeld. Een aantal jaar geleden zag ik een serie van de Amsterdamse fotograaf Govert de Roos. De Roos bekend vanwege zijn popfotografie en portretreeksen van bekende artiesten maakt een serie met bekende Nederlanders, allemaal verdrietig enkele huilend misschien moet je het wel jankend noemen. Waren ze allemaal echt zo verdrietig of was het fotograaf de Roos die iets tot uitdrukking wilde brengen. De reeks was een mooi voorbeeld van ‘bedachte’ portretten.
O ja, als je nu denkt dat deze driedeling gewoon lekker helder is, dan kom je bedrogen uit. In de fotografie is alles duidelijk en helder totdat je denkt dat je het begrijpt. Dan maakt begrip plaats voor twijfel. Zoiets bedoelde Diana Arbus misschien wel met de quotes ‘een foto is een geheim over een geheim, hoe meer het je vertelt, hoe minder je weet’ of ‘het belangrijkste om te weten is dat je het nooit weet’.
je kunt het geen echte ontdekking noemen als de fotograaf in kwestie reeds enkele jaren van de ene in de andere onderscheiding ‘rolt’. Voor meer info zie haar website [naar haar website].
Het is zeker de moeite waard om de gehonoreerde series (en solo foto’s) te bekijken op de website van Lensculture.
Wat bij de prijswinnaar Madhavan Palanisamy zeker opvallend genoemd mag worden is de beeldstijl waarin hij zijn serie vorm heeft gegeven. Met veel lef, rauwheid maar ook voelbare empathie voor mens en dier. Een zekere parallel met de Zuid-Afrikaanse fotograaf Roger Ballen valt m.i. niet te ontkennen. Overigens zijn de drie eerst geplaatste serie allemaal aan de harde, agressieve en rauwe kant van het leven. De directe beeldstijl die gehanteerd wordt maakt de serie wel duidelijker maar of iedereen het ‘fijne’ foto’s vinden waag ik te betwijfelen. Maar ja, soms gaat het gewoon niet over fijn. Voor een kijkje op de website van Madhavan Palanisamy klik hier.
Soms wordt je weer verrast door een nieuwe naam, die natuurlijk niet echt nieuw is. Je doet een ontdekking over iemand die al jaren een meer dan gevierd fotograaf is. Zo verging het me vanmorgen toen ik per toeval terecht kwam bij Stefan Rappo. Zijn commercieel werk kun je scharen onder mode (en naakt) kunnen scharen. Hij werkt als vrije fotograaf voor verschillende magazines. Wat ik echter helemaal te gek vind, zijn de foto’s die je als vrij werk kunt betitelen. Room 42 is bijvoorbeeld zo’n serie.
Maar er zijn er veel meer en ook zijn video’s zijn het bekijken meer dan waard. Een geweldige creatieve geest waar je graag mee kennis maakt. Als je grasduint in zijn uitgebreide site kan het naar mijn idee niet anders dat ook jij je verwondert. Klik hier om naar zijn site te gaan.
Via de site Eyeshot kwam ik op de site de Belgische fotograaf Sophie Callewaert terecht. Prachtige humorvolle straatfotografie. Zeer de moeite waard om een kijkje te nemen. Verder houdt ze zich bezig met huwelijksfotografie en familiefotografie. Je verwacht dan reportages als zo veel andere. Maar niets is minder waar. Sophie ziet kans om deze (voor betrokkenen belangrijke) familiesituaties op een verrassende en originele manier vast te leggen. Wat dat betreft zie ik haar werkwijze op straat (als vrij werk) terug in haar opdrachtwerk. Die eigen stijl is haar klasse.
Onvermoeibaar optimistisch ben ik steeds op zoek naar authenticiteit en connectie. [quote Sophie Callewaert]
hulde aan de fotograaf die modellen mensen deed zijn
Tijdens de openingsweek (2008) van het grootste fotofestival in de wereld was ik erbij. Peter Lindbergh hing in de prachtige gotische kerk met heel veel grote werken. Ik ben niet zo’n ‘modellen fotograaf’ maar ondanks dat hij in verschillende publicaties aangekondigd werd als modelfotograaf ging ik naar de opening. Dat was geen model fotograaf, wellicht zou je hem nog wel modefotograaf kunnen noemen maar dat ging me al te ver. Mensen fotograaf, mooie mensen maar ook minder mooie mensen in de puurheid van hun zijn! Later keek ik naar vele documentaires waarin hij op een bijzonder charmante, maar ook pure wijze omging met de vrouwen en mannen die hij fotografeerde.
Deze week stierf Peter Lindbergh op 74 jarige leeftijd. Ik zocht in mijn archief naar nog wat plaatjes van destijds in Arles. Als een huldebetoon aan een groot fotograaf!