Waarschijnlijk krijgen we allemaal wel eens -of vaak- de vraag of je die of die kent. Soms lijkt de vraag een zekere impertinentie te hebben. Is het antwoord ja op een figuur die je beter niet kent, dan is het foute boel, net zoals het nee op een figuur met een grote importantie in bijvoorbeeld de fotografie.
Ik schaamde me niet bij de vraag of ik Sacha Goldberger kende. Dacht eerst aan een mevrouw uit het schrijverscircuit omdat ik een Sacha ken die schrijft. Maar nee, het blijkt een man en wereldberoemd in Frankrijk en ver daarbuiten -zeg maar mondiaal- en bovendien een geweldige fotograaf. Toen ik zijn werk zag dacht ik meteen aan figuren als Gregory Crewdson met zijn geënsceneerde fotografie en aan onze eigen -helaas te vroeg overleden- Erwin Olaf met zijn geweldige en zorgvuldig opgebouwde foto’s in de studio of op locatie. Maar ik doe de man tekort als ik andere fotografen noem. Het is echt een fenomeen!
Sacha Goldberger heeft m.i. een geweldig talent, een grote kennis van de historie, een groot netwerk van artiesten en een werklust die enorm moet zijn. Een fotograaf waar je u tegen zegt, zonder dat hij er expliciet naar vraagt. Op zijn website raak je niet uitgekeken en op internet vind je ook nog verschillende korte films van zijn hand.
Één van zijn grote serie is “Mamika“, een superbatmanachtig fictief verhaal waarin de heldin zijn grootmoeder is. Als je het Frans machtig bent, vind je op het Youtubekanaal verschillende gesprekken tussen hem en zijn oma over uiteenlopende onderwerpen.
Wim Poland, fotograaf en bloglezer tipte me en ik stel haar graag hier voor. Volgens mij heeft ze heel wat te melden. Met name bewonder ik haar verhalende fotografie die op een visueel geweldig aantrekkelijke manier in beeld is gebracht én zich als poëzie laat ‘lezen’.
Dit boek verschijnt zeer binnenkort opnieuw.
Fotografieliefhebbers, geïnteresseerd in sociale documentaire fotografie waarbij ook nog eens heel veel emotie en gevoel komt kijken, moeten zeker eens kijken naar Margaret Courtney-Clarke [1949]. Ze werkt al meer dan 40 jaar als documentaire fotograaf en fotojournalist en onderzoekt de afgelopen 10 jaar de veerkracht van het volk in de veranderende -ook in sociaal opzicht- landschappen in haar geboorteland Namibië. Daarvoor werkte ze o.a. in Zuid-Afrika en Italië.
Het boek ‘When tears don’t matter‘ verscheen in 2023 en is inmiddels uitverkocht. De vraagprijs voor dit collectorsitem is al meer dan 150 euro (Amazon). Rond deze tijd staat een herdruk bij Steidl op stapel en gaat het boek ongeveer 70 euro kosten [Engels Hardcover, isbn 9783958298774, 2024, 240 pagina’s].
Als ik fotografen tegenkom -in levende lijve of op internet- waar ik nog eens verder naar wil kijken of ze wil volgen in de loop van de tijd, dan maak ik een simpele dagboeknotitie en stop ze in een mapje met de verzamelnaam ‘nog eens naar kijken’.
Waarom ik haar in mijn mapje heb opgenomen …? Ze maakt onder andere foto’s van haarzelf in relatie tot objecten in haar directe omgeving. En ik vraag me af hoe dat werkt als betekenisgevende beelden. Als je ergens bij iemand komt en je maakt wat foto’s ga je er gemakshalve vanuit dat iemands omgeving bewust gecreëerd is. Maar is dat wel zo. De vraag raakt aan persoonlijke omstandigheden, financiële mogelijkheden, gevoeligheid voor reclame, etc.
Ik ga ervan uit dat Elise Rochard zichzelf goed kent en vindt dat ze in haar triptieken ons leidt naar de ‘onthulling’ van haar wereld. Er is op haar website een fotoserie die de titel identiteit draagt. Ga zelf maar eens op zoek naar haar identiteit en kijk ook meten verder op haar website.
Zelf zegt ze: “Ik ben geïnteresseerd in het vertellen van fotografische verhalen. Ik creëer symbolische en poëtische beelden om ze impliciet, dubbelzinnig, open en interpretatievrij te maken. Het gaat vooral om foto’s objecten (of van landschappen en territoria die we ons kunnen toe-eigenen),waarmee we ons kunnen identificeren.”
Een andere fotograaf die ook in mijn mapje zit
Isabelle Lemordan
Fotografie heeft bij haar te maken met het onbewuste en ze haalt inspiratie uit haar eigen leven. Haar persoonlijke herinneringen, maar ook haar fantasieën vormen het uitgangspunt van haar experimentele fotografie. Met haar omgeving van mensen, objecten, herinneringen, fantasierijke denkbeelden of waarheidsgetrouwe momenten schept ze een nieuwe werkelijkheid. Kijk zegt ze ‘dit ben ik’. Het experimentele kun je terugzien in haar beeldtaal.
Zelf zegt ze: “Mijn fotografisch werk is gebaseerd op de verbeelding en is in wezen verhalend. Mijn afbeeldingen worden in verschillende fasen geproduceerd. Net als Rorschach-taken wordt wat ik zie vervolgens opgemaakt en toegevoegd met bijschriften, tekst of gedicht. Welke foto’s ik ook maak, ik neem ze altijd mee naar de andere kant van de spiegel, de kant waarin het onbewuste bijna alleen aan boord is. Het was mijn vader die me als kind kennis liet maken met fotografie, maar ik kwam er pas echt bij na zijn dood. Voor mij is fotografie vooral een werk van het opnieuw toe-eigenen en herschrijven van het verleden en mijn leven, maar soms ook een werk van rouw.”
Kijk in ieder geval naar de serie In de betoverde familie vraag ik … Volgens mij stel je, net als ik, vragen zoals ‘wat is identiteit en welke mogelijkheid kiest Isabelle Lemordan om dat kenbaar te maken.’
Vorig jaar hebben we -een kleine 100 bloggers- deze dag ‘gevierd’ met het maken van een fotoboek. Als je nog eens in dit boek van 2023 wilt kijken, klik dan op het afbeelding hieronder.
Het is toen een prachtig boek geworden door de diversiteit aan fotografie en zeker ook door de hoge kwaliteit en de originaliteit van de foto’s.
In het boek staan foto’s die verrassen, ontroeren, je in een bepaalde stemming brengen, verhalen vertellen of ons iets laten zien waarvan we blij worden.
Ik heb me afgevraagd of je zo’n boek nu wel zou moeten herhalen. De reacties destijds op het boek waren heel plezierig en ook later toen het boek in nog wat bredere kring is verspreid. Veel bijval en complimenten voor de fotografie, bovendien het is een gratis boek!
Nou ja je moet er wel wat moeite voor doen: een voor jou betekenisvolle foto uit je recente archief opduiken, misschien nog wat oppoetsen en opsturen. Bovendien nog een titel toevoegen als je wilt, je website of e-mail adres en wellicht nog een klein achtergrondverhaalteje. Allemaal optioneel, in ieder geval plaats ik de foto en de naam van de maker. In beginsel 1 pagina per fotograaf, maar als dat in de vormgeving mooier overkomt kan het ook zomaar over een spread geplaatst worden.
en als we dan …
‘ik ga op reis en neem mee’ … amsterdam | foto Peter van Tuijl
allemaal (wie wil natuurlijk) een foto uiterlijk maandag 5 augustus aanstaande opsturen, maak ik in de daaropvolgende week een fraai digiboek met als titel WERELD FOTOGRAFIE 2024 en zorg dat je de link op 13 augustus in je mailbox krijgt.
Als meent dat je foto niet goed geplaatst is of een tekst anders moet of …, dan kun je me tot uiterlijk 18 augustus een mail sturen zodat ik e.e.a. kan veranderen of verwijderen. Het is ons boek, maar jij bent de baas over je eigen bladzijde(n). Het boek wordt dan op 19 augustus openbaar gemaakt en mag dan door iedereen die er een foto in heeft staan vrijelijk gepubliceerd worden.
Het materiaal …een foto (twee mag ook) wordt in ieder geval met je naam gepubliceerd. Verder mag (maar hoeft niet): een titel, waar de foto gemaakt is, een verhaaltje (story telling), je website, je mail-adres, …
De foto in jpg (of tiff of psd) 72 dpi met als kortste zijde 40 cm en in een hoge kwaliteit qua compressie (bijvoorbeeld bij jpg 10 of hoger in Photoshop). Geef het bestand de volgende omschrijving titelenofomschrijving_jenaam_en als je dat wilt_je websiteenofemail. Als je er een klein verhaaltje (maximaal 250 woorden) bijschrijft, stuur dit dat als een tekstbestand in Word (geen pages of pdf) of schrijf de tekst gewoon in je mail.
Deze blog heeft inmiddels 800 belangstellende lezers/abonnees en het kan dus een behoorlijk boek worden waarin de stand van de (vrijetijds)fotografie tot uitdrukking wordt gebracht.
De aanleiding van deze blog is een fundraising voor een project van fotograaf Michelle Sank. Ze is de actie gestart, samen met de uitgever (Dewi Lewis Publishing), om in de komende zomer het boek Burnthouse Lane uit te kunnen brengen. Sank, Zuid Afrikaans van geboorte, woont sinds 1987 in Engeland. Ze werkt al een flink aantal jaren aan het project Burnthouse Lane, een woonwijk uit de jaren twintig van de vorige eeuw aan de rand van Exeter. Het is een interessant en uitdagend gegeven om oude wijken te documenteren. Nu gebeurt dat in Engeland door Sank, maar ook in mijn huidige mentoraten heb ik enkele fotografen die dat met veel verve doen. Hoe je zo’n oude wijk in beeld brengt hangt natuurlijk in de eerste plaats af van wat je wilt vertellen. Als het bijvoorbeeld over de renovatie van zo’n oude wijk een verhaal wilt maken of bijvorbeend over de sterke sociale cohesie in de van nature ‘oude’ gemeenschap in een hedendaags jasje.
Sank kiest ervoor om met omgevingsportretten de woonwijk in beeld te brengen. Burnthouse Lane wordt wel getypeerd als een no-go-area, maar zij voelde zich juist heel welkom. “Misschien omdat ik ook van ‘buiten’ kom. Geboren in Zuid Afrika als dochter van Letse vluchtelingen. Ik weet wat het is om je gemarginaliseerd te voelen. Ik wil juist de positiviteit van de gemeenschap te benadrukken. Dat doe ik door de mens zelf te laten zien en met wat achtergrond. De tuinen, de kleuren van de huizen, de spiegeling in de ramen zijn allemaal factoren die iets laten zien van waar we zijn. De wijk is nu 100 jaar geleden opgezet om arme mensen uit de sloppenwijken te huisvesten. Veel later, ten tijde van Margeret Tatchers ‘Right to Buy – programma’ kwamen veel huizen in eigendom van arbeidersgezinnen. Dat wil niet zeggen dat daarmee de ontberingen zomaar verdwenen waren. Maar het geïsoleerde karakter van het gebied met een ingewikkeld labyrint van steegjes en plekjes hebben ook een effect op de gemeenschapszin van de mensen die daar wonen.”
Sank heeft de mensen in hun natuurlijke omgeving gefotografeerd, waarbij juist die omgeving voor een meerwaarde aan haar documentaire serie geeft. De mensen tonen hoe ze zijn, zonder opsmuk of zich anders willen voordoen. Daaruit kun je zien dat het niet een project is dat op een achternamiddag is gemaakt. Ze gaf vertrouwen én kreeg dat ook.
De crowdfundig kent veel verschillende mogelijkheden en als je haar wilt steunen en misschien ook graag het boek wilt hebben, kun je hier meer informatie vinden. En op haar website vind je natuurlijk nog veel meer over haar.
Wie de collage Metropolis (1923) van Paul Citroen wel eens gezien heeft zal zich misschien niet eens verbazen over de Japanse kunstenaar/fotograaf Sohei Nishino. Ik ontmoette hem op de UNSEEN beurs in 2014 en maakte de foto met de verrekijker.
fotograaf Sohei Nishino in Amsterdam 2014 | foto Peter van Tuijl
Ik vond het wel passen bij zijn speurwerk en bovendien was ik in die periode bezig met het project verborgen gezichten. Achter hem zie je een collage van Amsterdam met duizenden foto’s die hij voorafgaande aan UNSEEN had gefotografeerd. Als je een indruk wilt krijgen van dit monnikenwerk bekijk dan de video.
Sohei Nishino de ruimte van een stad in een plat vlak
‘de kunstenaar/fotograaf Sohei Nishino aan het werk’
In mentor- en coachtrajecten komt er af en toe een fotograaf met het idee om als eindwerkstuk een collage te maken. Ik vraag dan naar de achterliggende gedachte… waarom wil je die pakweg 12 foto’s in een paneel -een collage- plaatsen. Vaak heeft het antwoord met de vorm te maken, in de trant van ‘het past zo mooi bij elkaar’. De collages waar ik meer mee heb, zijn degene die gemaakt worden vanuit een bepaalde inhoudelijke aspect of waar een bepaald concept aan ten grondslag ligt. De collage van Ruud de Jong is een mooi voorbeeld hiervan. Het is een foto die ergens rond 1993 is gemaakt en gebruikt voor een brochure van een onderwijsbond over het belang van de keuze en mogelijkheden van een eigen weg voor jongeren.
Ruud de Jong meer dan 9 foto’s
collage door Ruud de Jong uit een jubileumbrochure van een onderwijsbond
Het is niet één foto die in negen stukken is geknipt (kijk maar naar de verschillende perspectieven), maar een beeld met verschillende foto’s die vanuit een sterk concept een inhoudelijk betekenis heeft gekregen. Het paneel heeft als thema ‘het uit huis groeien, verder weg van de ouders, op eigen benen gaan staan.’ De brochure was een heus kunstwerkje met 10 foto’s die elk een facet van groei naar volwassenheid belichtte.
Orna Wertman, knippen en scheuren naar een nieuwe wereld
Als je van scheuren, knippen en plakken houdt, moet je eens kijken naar het werk van de Nederlandse fotografe Orna Wertman. De serie Gebroken Landschap is een mooi voorbeeld van de toepassing van een collage. Een wereld scheppen die niet echt is, maar wel op onze wereld lijkt. Een wereld van papier en lijm die wedijvert met en vragen stelt over de echte wereld en uiteindelijk over de fotografie.
Als je je eenmaal in de collagetechniek in de fotografie duikt, raak je niet zo snel uitgekeken. Paul Bogaers een kunstenaar die in de eerste pakweg 15 jaar van zijn kunstzinnige carrière zich meer te goed deed aan het verzamelen van beelden dan aan het maken van foto’s.
Het leek wel of hij alle foto’s die hij tegenkwam in de krant, de vrouwen- of mannenbladen, de serieuze magazines of de plaatselijke ‘suffertjes’, verzamelde. Met een eenvoudige camera maakte hij af en toe nog wel foto’s. Foto’s die hij combineerde met zijn verzameling knipsels. Eigenlijk zijn het tweeluiken en veel minder collages. De twee foto’s vormen samen een nieuw beeld, een beeld dat te maken heeft zowel met vorm (compositie-beeldelementen) als met inhoud. Ze gaan in ccombinatie een eigen leven leiden, ze laten je anders kijken naar alledaagse dingen en ze dagen je uit om het onverwachte tot het gewone te maken.
De fotografie van Orna Wertman reken ik niet echt tot de architectuurfotografie ondanks dat de stedelijke omgeving in veel van haar beelden aan de orde zijn. In de architectuurfotografie zie je vaak foto’s die uit ogenschijnlijk ingewikkelde deelconstructies zijn opgebouwd, maar bij nadere beschouwing blijken dergelijke foto’s toch gewoon de realiteit te zijn, dus één foto met spiegelingen, lijnen en vlakken die de kijker op het verkeerde been zetten.
Niet van dat alles bij de Turkse fotograaf Murat Germen. Zijn MORPHOSIS is een denkbeelding stad, ver van de echtheid. Een ‘samenraapsel’ van elementen waardoor een constructie van een moderne miljoenenstad ontstaan is.
De voorlaatste fotograaf die ik in deze blog wil noemen (als je op zoekt gaat, vind je er vast nog heel veel meer) is de Nederlandse Nanda Hagenaars. Ze is een veelzijdige en hedendaagse fotograaf en er verschijnen zowel portretten als figuurstudies én documentaires van haar hand. De werken van de collagekunst zijn redelijk nieuw en zeer de moeite waard om er kennis van te nemen.
Zelf schrijft ze op haar website daarover: “Voor mij geeft het combineren van verschillende beelden, oud of nieuw, gefotografeerd of geschilderd, natuur of menselijke elementen, een zekere voldoening. Eén oog samenknijpen en de perfecte klik vinden. Voor mij is dit nog meer een vorm van meditatie dan fotografie al is. Ik ben in het moment. Ik ben aan het creëren. Ik ben gefocust. Ik kan dit uren en uren doen. Alle collages zijn analoog, wat betekent dat ze afkomstig zijn van het uitscheuren van interessante afbeeldingen uit oude boeken of het afdrukken van mijn eigen foto’s.”
Tot slot wil ik deze blog eindigen zoals ik begonnen ben, met METROPOLIS. Metropolis van de Duitse fotograaf Michael Naijar. Najjar is een moderne kunstenaar, een avonturier en beschouwt zich als een toekomstige astronaut. Hij woont en werkt in Berlijn. In zijn kunstwerken werpt hij een complexe kritische blik op de technologische krachten die het begin van de 21e eeuw vormgeven en drastisch transformeren. Zijn metropolis, de bedachte stad die volop in bewging is. Wellicht brengt hij daarmee tot uitdrukking dat steeds meer mensen uit het platteland masaal naar de grote steden trekken. Volgens prognoses van de Verenigde Naties zal in 2050 naar verwachting ruim twee derde van de wereldbevolking in stedelijk gebied wonen.
Pascal Sentenac woont en werkt in Parijs en Seine-et-Marne. Al meer dan vijftien jaar doet hij persoonlijk onderzoek naar het fotografische beeld, parallel met zijn baan als directeur fotografie, die hij dertig jaar uitoefent, en zijn activiteit als scenarioschrijver. Het vertellen, het benadrukken van plaatsen, van wezens, hun afwezigheid of aanwezigheid, de verkenning van sensaties zijn de rode draad in zijn werk. In zijn -wat ik noem straatfotografie- is de aanwezigheid én afwezigheid van de mens nadrukkelijk aan de orde. Je bent observator van iets waar je geen deelgenoot van bent. Een plastic scherm tussen jouw wereld en datgene wat je waarneemt. Er kan van alles gebeuren, maar jij kunt er niet bij, niet aan deelnemen en niet waarschuwen voor het gevaar als dat nodig mocht zijn. Naast deze meer inhoudelijke aspecten kun je als beschouwer ook genieten van de esthetiek van de foto’s. Kleuren, vormen, scherpte en onscherpte verwijzen naar het werk van de Amerikaanse meesterfotograaf (straatfotograaf en kunstenaar) Saul Leiter [1923-2013].
Ik kan de gisteren overleden fotograaf niet vergeten. Dat hoeft ook niet. Vooral vanwege zijn fotografie blijft hij mij bij, maar ook wel door zijn naam. Als ik enkele van zijn foto’s weer eens in een lezing -bijvoorbeeld over straatfotografie- stopte moest ik vaak een correctie aanbrengen. Met hoeveel l’s, w’s en vooral t’s moest zijn naam ook alweer geschreven worden. Zelfs als je zijn voor- en achternaam verwisselde klonk het nog goed.
Maar heel groot is hij geworden door zijn spontane en ogenschijnlijke ongecompliceerd lijkende foto’s. De vele hondenfoto’s; voor veel fotografen zou dat al bijna een levenswerk betekenen. Humor en ongedwongenheid spelen een belangrijke rol in zijn werk. Toevalligheden uit het dagelijkse leven die door het kader en het moment meer vertellen dan wat je ziet. Foto’s die je redelijk makkelijk kunt lezen en waarvoor geen hogere fotoleer nodig is. En toch, als je nog wat verder kijkt, gaat het dieper en is er meer te beschouwen dat gekenschetst kan worden als een dagboek van het leven. Een geweldige observator waardoor bewaard blijft van ‘wat ooit was’. Waarschijnlijk ook vanwege de fotografische helderheid -zijn beeldtaal- waarmee hij het leven vastlegde. In allerlei facetten alhoewel pure ellende voor hem niet was weggelegd. Ik heb hem nooi ontmoet, maar denk dat hij een prettig en vrolijk mens was met een engagement gericht op het gewone dat ook heel bijzonder kan zijn. Zeker zul je hem als fotograaf kunnen bewonderen vanwege het impulsieve in zijn werk. Met name zullen veel straatfotografen dat ook in zijn ouevre herkennen.
| Elliott Erwitt |
Hij was een straatfotograaf die het tot het lidmaatschap van Magnum schopte. Het persagentschap dat in 1947 door o.a. Henri Cartier Bresson werd opgericht en dat nog steeds als een belangwekkend fotoinstituut te boek staat. Hij was inmiddels 65 jaar lid en tot zijn, bijna, negentigste actief.
Op verschillende sites wordt Elliott Erwitt herdacht, vaak met tal van fotopages. Het mondiale fotofestival Rencontres d’Arles herdenkt de fotograaf met een heruitgave van het interview dat Hebel (de toenmalige directeur van het jaarlijkse festival) met Elliot had in 2012. Er is een film in twee delen van dit interview verschenen [in totaal ongeveer een uur deel 1 en deel 2]. Je kunt ook kijken naar het zes-minuten durende filmpje met uitsluitend foto’s.
Het gaat erom dat je dichtbij iemand komt en een foto maakt. Het maakt niet uit van wie. [citaat Elliott Erwitt]
Dat vond ik van de foto’s van Zuzana Pustaiová die ik tegenkwam op de website van Lensculture. Ongebruikelijke fotografie, fotografie die zich niet gemakkelijk laat plaatsen in een hokje, of het zou het hokje van lef moeten zijn. Voor mij zijn het stillevens die het leven in volle hevigheid tonen. Alledaags en tegelijkertijd spat het concept er van af. Metaforisch als het gaat om begrippen of zaken uit het leven aan de orde te stellen, zonder precies te onthullen waarover het dan echt gaat.
Aan haar foto’s werd de 3e plaats series toegekend en de foto’s bleken te komen uit het boek One Day Every Day’’. En toen ik op haar website verder ging snuffelen was ik verkocht en het boek rechtstreeks bij haar gekocht. Een fotoboek bevat een reeks foto’s. Papier, vormgeving of bijvoorbeeld ritme maken dat een boek over meer gaat. De aanschaf en vooral het hebben van zo’n boek voelt als een feestje. One Day Every Day is dat wat mij betreft.
Op haar website kun je o.a. lezen: Zuzana Pustaiová (geboren in 1990 in Levice, Slowakije) begon haar interesse in beeldende kunst met schilderen, maar schakelde al snel over op fotografie, die ze studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten in Bratislava, Slowakije, en de Universiteit voor Toegepaste Wetenschappen in Bielefeld, Duitsland. Ze voltooide haar doctoraat in de kunsten in januari 2022 en werd doctor in de kunsten. Meer …
Fotografie curator -Pauline Vermare- reflecteert op de breedte en evolutie van de straatfotografie, evenals de diepe geschiedenis van het Magnum collectief daarin, terwijl Magnum-fotografen hun eerste online cursus lanceren. Zeer de moeite waard … leestijd ongeveer 10 minuten / een lezing duurt langer!
Een beeldverslag over een hedendaagse- vintage look dankzij een modern ambacht.
Fine art picturalist, Gerjo te Linde fotografeert sinds 2015 uitsluitend met behulp van het historische ‘wet collodion’ proces, ook wel de natte plaat fotografie genoemd. Vanaf die tijd is zijn kijk op fotografie ingrijpend veranderd. Inhoudelijk is zijn werk het beste te omschrijven als een kritische blik op zichzelf en op sociale thema’s die hem bezighouden.
Om zichzelf scherp te houden maakt hij af en toe een zijsprong naar de moderne digitale techniek. Dat digitale materiaal zet hij vervolgens meedogenloos om naar monochrome beelden, meestal uitgedost in contrastrijk zwart – wit, echter zeker niet kleurloos.
Met deze serie typeert Gerjo een hedendaagse man, het continue veranderende modebeeld, de terugkerende stijlelementen in uiterlijkheden en onze blijkbaar aanwezige behoefte aan ‘beleving’. Wellicht springt de barbier hier handig op in? Hij laat alleen mannelijke klanten toe, bedient ze vakkundig en serveert na afloop een glas whisky met passende rookwaar. Een serie die reflecteert.
Is het een modetrend of verlangen we allemaal naar een representatief spiegelbeeld, houden we van persoonlijke verzorging en laten we ons allemaal het liefst graag regelmatig ‘vertroetelen’?
26 nov. 2022 t/m 2 febr. 2023 in het Fotokabinet van Oerkroeg Schiller.
Prinsenstraat 4, 7121 AG Aalten
Openingstijden: Dinsdag 19:00 tot 01:00 Woensdag 19:00 tot 01:00 Donderdag 16:00 tot 01:00 Vrijdag 14:00 tot 02:00 Zaterdag 14:00 tot 02:00 Zondag 14:00 tot 01:00
In mijn lezingen over documentaire fotografie gebruik ik de omschrijving die Ton Hendriks (auteur van het boek beeldspraak) hanteert. ‘Het documentair portret is verwijzend naar omstandigheden of situaties’. Een beroemd voorbeeld is de foto die Mary Ellen Mark van ’the damm family’ maakte.
Gisteren kwam ik op instagram per toeval een hedendaagse vrijetijdsfotograaf tegen die nagenoeg dagelijks documentaire portretten maakt, Chris Maliwat.
Een reeks portretten, afgewisseld met een enkele situaties, dat is het boek Metrogram van amateurfotograaf Chris Maliwat. Hij is geïnspireerd door fotografen die al eerder de subway van New York documenteerden. Walker Evans maakte rond de jaren 1936 zijn serie subway. Anoniem, zonder contact te maken om op die manier een tijdsbeeld te maken van ‘de gemiddelde werkende Newyorker’. Zo die bestond dan heeft Evans daar een beeld aangegeven.
Bruce Davidson maakte eind jaren zeventig van de vorige eeuw baanbrekende kleurenfoto’s over de Subway.
Chris Maliwat maakte de -niet geënsceneerde- portretten van gewone mensen met zijn mobiele telefoon. De metro in New York is de grootste in de wereld, groot qua lengte en het aantal stations. Ik weet niet of Chris alle haltes heeft aangedaan, maar het is een lijvige serie geworden waarbij de mensen niet gehinderd worden door de blik van de fotograaf met camera. Je maakt met hen de subwaytrip, als forens, als bezoeker of passant. Gewoon iets van alledag. De foto’s zijn meer dan dat. Het alledaagse wordt verdiept door het moment en kader van de fotograaf en doordat hij een grote reeks beelden toont. Het lijkt bijna het bewijs van ‘KIJK ZO IS DE METRO’. Via de tumbrl site kun je METROGRAM volgen. Ook op het instagram account vind je zijn foto’s.
In de Magnum FIELD NOTES van september 2022 lees ik het interview van Schuman met Alec Soth. Troostrijk om te ontdekken dat deze beroemde Magnum fotograaf nog steeds fouten maakt, onzeker is en ‘dagelijks’ leert van het maken van foto’s. Troostrijk maar in het interview komen ook verscheidende uitspraken voor waarvan ik kan leren. Misschien geldt dat ook wel voor jou.
In een interview met Aaron Schuman voor de release van zijn online cursus Photographic Storytelling , vertelt Alec Soth over het belang van leren door ervaring en in het bijzonder over het erkennen en overwinnen van de fouten, fouten, frustraties en “mislukkingen” die onvermijdelijk optreden bij het pad van elke fotografische carrière. Soth deelt specifieke voorbeelden van technische fouten met Schuman, en reflecteert op de moeilijkheden om projecten los te laten, het belang om jezelf te verzoenen met de onvermijdelijkheid van het maken van fouten.
Voor wie maak je eigenlijk foto’s. Wat wil je vertellen en aan wie. Is het een vorm van tijdverdrijf of wil je de wereld veranderen. Welk doel dient de fotografie, welk doel dient jouw fotografie. Deze en meer van dit soort vragen schieten door mijn hoofd bij het zien van het werk van de Britse fotografe Gaby Laurent. Let wel dat ik die vragen geenszins stel om haar fotografie of bedoelingen te kleineren. Eerder is het de speelsheid, het ongedwongen karakter, het enigszins wereldvreemde én het ogenschijnlijke pretentieloze die deze gedachten bij me oproepen. Is fotografie, vrije fotografie, persoonlijke fotografie misschien toch alleen maar spelen in de wereld waarin je leeft. Niets meer, maar ook niets minder.
Veel van haar foto’s ogen toevallig. Maar er zijn ook situaties die een concept doen vermoeden. Wordt de toevallige wereld en het maakbare door haar bij elkaar gebracht. Laat ze daarmee zien dat zelfs het maakbare (moment) nog door het toeval wordt gedirigeerd. Dat het succes van het maakbare, de succesvolle carrière of onderneming, het succes in het algemeen niet geheel los staat van het toeval, niet geheel los staat van het geluk of de pech. In haar boek Falling valt ze regelmatig zelf. Vallen kun je leren maar als je valt is het nooit helemaal zeker hoe je valt. Misschien gaat haar fotografie wel over maakbaarheid. Als ik zo naar haar werk kijk krijgt het begrip speelsheid bijna als vanzelf nog weer een andere dimensie.
In het artikel ‘Het lot, de fantasie en de onzekere toekomst: de beste fotoboeken van de maand’ [ANOTHER] worden hele verschillende soorten fotoboeken van bekende en minder bekende fotografen kort en bondig besproken met steeds enkele foto’s als voorbeeld. Ook het boek Falling van Gabby Laurent komt daar aan de orde. Voor wie wil kijken en lezen …. Another
ANOTHER besteedt aandacht aan mode, kunst, fotografie, lifestyle en nog veel meer. Op de website is het ook voor fotografen heerlijk toeven, zeker op de fotografiepagina. Kijk maar eens op de pagina van kunst en fotografie.
Twee boekjes van fotovrienden krijgen in een tijd van een paar weken. Lekker is dat. Een boekje (vanwege de maat van 21 x 21 cm, spreek ik van boekje) vol met fotografie van John Moest. De titel van het boek is ‘de tweede leg’. Door het volk wordt hierover heel verschillend gedacht. Van het sneue type die -op leeftijd- voor de tweede keer opnieuw de pampers of poepluiers (oei, dat is ook weer achterhaald, maar als ‘milieubewussie’ noem ik het toch maar even) staat om te doen of te verschonen tot ‘hij is nu weer helemaal tot bloei gekomen in zijn nieuwe vaderrol’.
Van mij mag het allemaal, ik hoop oprecht dat de mens gelukkig is of wordt in het leven dat hij/zij leeft. Maar het boekje van John gaat niet over ‘de nieuwe vaders’ maar om foto’s waar hij tot dan niet -of nauwelijks- naar omgekeken had. De afvallers, het niet relevante misschien zelfs het betekenisloze beeld die bij nader inzien, zoveel jaar later, tot een hogere orde verheven worden. We kennen allemaal de relatieve waarde van het moment. Honger maakt rauwe bonen zoet. Als ik naar mijn oude negatieven of digitale bestanden kijk, komen allerlei herinneringen boven die dat ene specifieke beeld overstijgen. De foto krijgt een andere dimensie en een nieuwe betekenis door de tand des tijds. Misschien is ook je opvatting veranderd ten aanzien van de fotografie op zich. Ging het je pakweg 25 jaar geleden misschien om een mooie esthetische plaat te maken, terwijl je nu veel meer geleid wordt door de emotie die een foto bij je oproept. Door het boekje van John heb ik met veel plezier gebladerd en gekeken temeer daar de combinaties van foto’s op de dubbele pagina’s elkaar ook nog eens lekker versterken qua verhalende betekenis. En dat allemaal op een van mijn favoriete terreinen gemaakt, de straat!
Het andere boekje is van Jac Mostert en is getiteld ‘kronkels en spinsels’. Jac is fotograaf maar in dit boekje staat geen enkele foto. Nou ja, de omslag is wel een foto. In het boekje staat alleen maar tekst. Zelfverzonnen uitspraken, bijna allemaal als dubbelzinnen. Een enkele keer heeft hij zijn vondsten in drie zinnen aan het papier toevertrouwd. Het is niet dat je even op een regenachtige achternamiddag gaat zitten om ze te verzinnen. Het moet een jarenlange verzameling van observaties zijn geweest die geleid hebben tot dit soort uitspraken. Wat dat betreft is het eigenlijk net als fotografie: gegoochel met de werkelijkheid. Er valt je iets op en je maakt er een foto van. Er valt je iets in of je ziet wat en je maakt er een ‘dubbelzin’ van.
Het boekje heeft als ondertitel ‘Perfectie bestaat. Alleen in de geest.’ Eigenlijk ook een dubbelzin!
De eerste uitspraak ‘In Nederland vangen wij boeven. Met een schepnet met grote mazen.’ Niet alleen grappig maar ook maatschappijkritisch? Of dan de meer filosofische uitspraak ‘Als je met het verleden bezig bent. Sta je met je rug naar de toekomst.’ Zo kan ik nog even doorgaan met uit het boekje van Jac te citeren. Er staan in totaal meer dan 600 uitspraken in! Vooruit nog een paar met toestemming van Jac.
‘Je kunt van bomen wel planken maken. Maar van planken geen bomen.’ En om in het kader van het -voor Oranje zo teleurstellend- EK voetbal te blijven: ‘Het is moeilijk. Om een schaduwspits op het veld te dekken.’ Ik moet er niet teveel op een dag lezen want dan is mijn dag tekort. Dus af en toe lees ik er een voor aan mijn vrouw.