EMEKE LUISTERT NAAR DE NATUUR

De kerkklok slaat zes uur als ik aanbel bij een voormalige slagerij in Brummen. Kunstenaar Emeke Buitelaar en Henk Venhorst wonen hier sinds kort.

Column Jonah Falke logeert

OERVROUW EMEKE showt haar schilderschort

De kerkklok slaat zes uur als ik aanbel bij een voormalige slagerij in Brummen. Emeke en Henk wonen hier sinds kort. Henk is overtuigd vegetariër, laat me een betegelde ruimte zien en zegt: ‘Hier heeft bloed gevloeid.’

De afgelopen halve eeuw woonde hij in een klein bos tussen Netterden en Gendringen, de plek waar ook zijn opa, vader en negen broers en zussen opgroeiden. Het kan vroeger nooit stil geweest zijn in dat huis, maar ook als je in grote familie opgroeit, kun je het zwijgen gaan verkiezen. De stilte lijkt nog steeds in hem te zitten. Later zou Emeke me toefluisteren: ‘Henk is een man zonder woorden.’

Ze ontmoetten elkaar op een datingssite. Henk was de eerste en gelijk laatste man die haar kon bekoren. Emeke gelooft niet in toeval, ze is een aanhanger van ‘holistisch denken’: verbanden en betekenissen worden gezocht en gevonden in alle gebeurtenissen.

Emeke verruilde Almere voor het bos in Netterden. Ze praat graag, draagt gewaden, lijkt de belichaming van spiritualiteit, maar is gelukkig niet van het betweterige soort.

Emeke showt het gewei op de logeerkamer van Jonah

Na het eten geeft Emeke me een rondleiding door het huis. Ze verteld me over een medicijnwiel: ‘Indianen gingen niet naar de dokter, maar luisterden naar de natuur. Als je op zo’n wiel staat, ben je in het centrum van het universum.’ Henk roept van onderaan de trap: ‘Ik ga even een endje fietsen.’ ‘Hij heeft hier niks mee,’ zegt Emeke. ‘Maar we respecteren elkaar helemaal.’

Ze laat me haar schilderijen zien, maar mijn oog valt op een foto. Op vijfentwintig jarige leeftijd ontmoette ze de schilder Anton Heyboer. ‘Op deze foto zie je onze eerste ontmoeting, in 1993. Ik kwam er om de witte neushoorn te redden.’

‘Pardon?’

‘Ik wilde geld inzamelen met een schilderij, voor het WNF. Ik vroeg of hij mijn schilderij wilde signeren, zodat het voor meer verkocht kon worden. Dat vond hij niks. Dus gingen we samen schilderen.’

De samenwerking heeft tot het einde van zijn leven geduurd. Heyboer ontsnapte aan een Berlijns werkkamp tijdens de oorlog: een Poolse schoonmaakster smokkelde hem in een container naar buiten. ‘Ik deed Anton aan die Poolse schoonmaakster denken. Zijn redding.’

Emeke in haar atelier met links een schilderij van Anton Heyboer

Heyboer wilde geen ramen of wc in zijn huis of atelier, want daar zou de energie wegvloeien. ‘Dan zou de wereld te veel binnen komen.’

‘Zelfs geen toilet?’

‘Een kamer met schelpenzand, om op te gaan zitten.’

‘Als een kat?’

‘Ja, dat deed je dan gewoon daar,’ lacht ze.

Heyboer woonde zoals bekend met vijf vrouwen. Hij ging maar een keer met een bruid naar bed, ‘want hij wilde ook die energie in de schilderijen stoppen.’

‘Heb jij nooit een bruid van hem willen worden?’

‘Jij wilt toch ook niet met iedere vrouw die je tegenkomt trouwen?’

We bekijken stapels schilderijen die ze samen maakten. Emeke’s werkplek is het tegenoverstelde van de bedompte wereld van Heyboer: de voormalige slagerij is licht, kaal, schoon en overzichtelijk.

Na het fietsen komt Henk even bij ons staan. Ik vraag of hij zijn ouderlijk huis mist. ‘Veel onderhoud, en een mens wordt niet jonger.’

Er zal een windmolenpark komen in de buurt van het bosje.

Henk voelt zich een beetje schuldig tegenover de mensen in Netterden; hij is een gewone sterveling, die het verliest van het systeem. ‘Mensen dragen nu een pak, maar veel verder in de ontwikkeling dan het recht van de sterkste zijn we nog niet. Dat is Darwin,’ zegt hij. 

‘Denk je nog vaak aan dat bos?’

‘Nee, de natuur is hier ook prachtig, en om de hoek.’

Ook dat is Darwin: zij die zich aanpassen, overleven.

Emeke en ik drinken thee en luisteren naar een cd met liederen van Anton Heyboer. Als je geen tempo of toonsoort afspreekt, is niets verkeerd. Heyboer zingt als een kraai, maar wel met een overtuiging waar het velen aan ontbreekt. ‘Hij ging in alles voorbij aan mooi of lelijk, er bestond geen goed of slecht. Ik vind dat ontroerend, als je zo kunt leven en denken.’

Het holistisch denken van Emeke is besmettelijk: op het moment dat ik in het bed stap, slaat de kerkklok elf keer. Maar wat dat betekent, hoef ik niet te weten.

Deze column werd op 25 augustus 2021 gepubliceerd in de Gelderlander [Tekst Jonah Falke, Fotografie Peter van Tuijl]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.