Twee boekjes van fotovrienden krijgen in een tijd van een paar weken. Lekker is dat. Een boekje (vanwege de maat van 21 x 21 cm, spreek ik van boekje) vol met fotografie van John Moest. De titel van het boek is ‘de tweede leg’. Door het volk wordt hierover heel verschillend gedacht. Van het sneue type die -op leeftijd- voor de tweede keer opnieuw de pampers of poepluiers (oei, dat is ook weer achterhaald, maar als ‘milieubewussie’ noem ik het toch maar even) staat om te doen of te verschonen tot ‘hij is nu weer helemaal tot bloei gekomen in zijn nieuwe vaderrol’.
Van mij mag het allemaal, ik hoop oprecht dat de mens gelukkig is of wordt in het leven dat hij/zij leeft. Maar het boekje van John gaat niet over ‘de nieuwe vaders’ maar om foto’s waar hij tot dan niet -of nauwelijks- naar omgekeken had. De afvallers, het niet relevante misschien zelfs het betekenisloze beeld die bij nader inzien, zoveel jaar later, tot een hogere orde verheven worden. We kennen allemaal de relatieve waarde van het moment. Honger maakt rauwe bonen zoet. Als ik naar mijn oude negatieven of digitale bestanden kijk, komen allerlei herinneringen boven die dat ene specifieke beeld overstijgen. De foto krijgt een andere dimensie en een nieuwe betekenis door de tand des tijds. Misschien is ook je opvatting veranderd ten aanzien van de fotografie op zich. Ging het je pakweg 25 jaar geleden misschien om een mooie esthetische plaat te maken, terwijl je nu veel meer geleid wordt door de emotie die een foto bij je oproept. Door het boekje van John heb ik met veel plezier gebladerd en gekeken temeer daar de combinaties van foto’s op de dubbele pagina’s elkaar ook nog eens lekker versterken qua verhalende betekenis. En dat allemaal op een van mijn favoriete terreinen gemaakt, de straat!
Drie pagina’s uit ‘de tweede leg’ | © John Moest
Het andere boekje is van Jac Mostert en is getiteld ‘kronkels en spinsels’. Jac is fotograaf maar in dit boekje staat geen enkele foto. Nou ja, de omslag is wel een foto. In het boekje staat alleen maar tekst. Zelfverzonnen uitspraken, bijna allemaal als dubbelzinnen. Een enkele keer heeft hij zijn vondsten in drie zinnen aan het papier toevertrouwd. Het is niet dat je even op een regenachtige achternamiddag gaat zitten om ze te verzinnen. Het moet een jarenlange verzameling van observaties zijn geweest die geleid hebben tot dit soort uitspraken. Wat dat betreft is het eigenlijk net als fotografie: gegoochel met de werkelijkheid. Er valt je iets op en je maakt er een foto van. Er valt je iets in of je ziet wat en je maakt er een ‘dubbelzin’ van.
Het boekje heeft als ondertitel ‘Perfectie bestaat. Alleen in de geest.’ Eigenlijk ook een dubbelzin!
De eerste uitspraak ‘In Nederland vangen wij boeven. Met een schepnet met grote mazen.’ Niet alleen grappig maar ook maatschappijkritisch? Of dan de meer filosofische uitspraak ‘Als je met het verleden bezig bent. Sta je met je rug naar de toekomst.’ Zo kan ik nog even doorgaan met uit het boekje van Jac te citeren. Er staan in totaal meer dan 600 uitspraken in! Vooruit nog een paar met toestemming van Jac.
‘Je kunt van bomen wel planken maken. Maar van planken geen bomen.’ En om in het kader van het -voor Oranje zo teleurstellend- EK voetbal te blijven: ‘Het is moeilijk. Om een schaduwspits op het veld te dekken.’ Ik moet er niet teveel op een dag lezen want dan is mijn dag tekort. Dus af en toe lees ik er een voor aan mijn vrouw.