de boomhut

De boomhut

In een tijdperk van Iphone, tablet, Wi-games, emoij’s en andere digitaal
snelwegspul lijkt het een verademing. In the middle of nowhere, op een kaal
veldje, omrand met huizen in een volkse wijk: een boomhut. Waar tref je ze nog,
de jongens en meisjes met een scheur in broek of jurk, vieze knieën en met een
schram op de kop. In Rijen, een plaatsje in ‘mijn oude Brabant’. In gedachten
neurie ik al ‘langs het tuinpad van mijn vader’ van Wim Sonneveld. Nu moet ik
oppassen niet sentimenteel te worden. Immers het tuinpad ligt in Deurne, het
dorp van het doktersgeslacht Wiegersma en niet al te ver van Eindhoven waar ik
geboren en een tijdlang getogen ben. Deurne onder de rook van Helmond, een stad
waar ze skieten zeggen in plaats van schieten en voor schijten skijten. Helmond waar Martin Parr zelfs
naar afreisde om het carnaval te fotograferen. Het had niet uitgemaakt als hij
op een ander moment daar was geweest. In ‘Hellimond’ is het altijd carnaval, werd
vroeger al gezegd. Toch moet je Helmond tegenwoordig niet uitvlakken. Het is
nu al enkele keren achtereen voorgekomen dat ze mondiaal aan de weg timmeren, althans in fotografisch opzicht. Eve Arnold (1912-2012) een Amerikaanse fotojournaliste
van naam siert thans (van 5
maart t/m 9 juni 2013) de expositiewanden van het Helmonds Gemeentemuseum
en op 16 april houdt
fotografisch historicus Rik Suermondt aldaar ook nog een lezing over het werk
van Eve. De ‘boomhut van Rijen’ doet me herinneren aan de ‘bimd’ in het Eindhovense
Woensel. In mijn jeugdjaren een fenomenaal speelterrein, daar kon de Philips
speeltuin niet aan tippen, ondanks dat er geen speeltoestel te vinden was.
Braakliggend terrein, in mijn beleving nu, onmetelijk van omvang, met bulten en
gaten die steevast vol met vies grauw water stonden. Ongeacht het jaargetijde
en het spel dat je daar speelde kwam je er altijd vies en besmeurd vandaan.
Later werd de ‘bimd’ door tractoren en kranen omgetoverd tot een gebied dat
model stond voor de wederopbouw. Eindhoven kreeg een universiteit, een technische
nog wel, geïnitieerd door de ontwikkelingen bij het Philipsconcern. De toenmalige
zo geheten TH werd gebouwd op de ‘bimd’. Tegenwoordig wordt Eindhoven het ‘brainport
van Nederland’ genoemd maar juist toen was het al het high-tech gebied ‘in wording’. Toch is het nooit de stad geworden die je als Nederlander schrijft met
hoofdletters. Altijd wat provinciaals en kleinburgelijk gebleven, een beetje de
boomhut onder de grote Nederlandse steden. Maar begrijp me goed, met een
boomhut is niks mis, zeker niet zolang de jeugd de onschuldige spelletjes
spelen die bij een boomhut horen.

foto eve arnold, magnum fotograaf

Meester in de fotografie

De Nederlandse Fotobond voor vrijetijdsfotografen stelt jaarlijks de toppers onder haar ruim 8000 leden in de gelegenheid werk in te zenden om het predicaat BMK te verwerven. De Bonds Meester Klasse is een kwalitatieve hoge onderscheiding op het gebied van de (vrijetijds)fotografie. De inzending bestaat uit minimaal 12 foto’s, of een vergelijkbaar werkstuk waarbij hoge eisen worden gesteld aan de inhoud van de serie. Door een jury, bestaande uit professionals, wordt gekeken of iemand in staat is om op een consistente wijze een verhaal te verbeelden, een idee uit te werken in een serie foto’s in een herkenbare stijl of beeldtaal. De fotograaf moet iets te vertellen hebben met zijn/haar foto’s. In de vrijetijdsfotografie zien we nogal eens dat fotografen de schoonheid tot uitgangspunt van hun fotografie nemen. Als het ‘verhaal’ blijft steken in de esthetica, zonder verdere inhoudelijke boodschap, dat valt zo’n serie te licht voor het predicaat BMK, zo is ook afgelopen zaterdag gebleken bij de finale jurering. In de afgelopen jaren hoorde je afgewezen fotografen dan ook weleens brommen dat alleen inzendingen in de categorie sociale fotografie maar kans hadden om BMK te worden. Niets is minder waar, zo is afgelopen zaterdag gebleken. Juist de series met een eigen autonoom verhaal worden hoog gekwalificeerd.

Voor de titel BMK werden 63 series ingezonden. In de preselectie werden door de jury 20 series afgewezen. De 43 overgebleven inzenders hebben afgelopen zaterdag hun serie in een persoonlijk gesprek toegelicht aan één van de juryleden. Daarna ging de gehele jury in conclaaf, bekeek elke serie nogmaals om gezamenlijk tot een oordeel te komen. Ik was erbij en mijn conclusie is dat dit heel zorgvuldig gebeurde met volop argumenten over en weer daar waar dat nodig was. Streng en eerlijk, zo oordeelde de jury naar mijn overtuiging. Eerlijk omdat op argumenten en deskundigheid werd beoordeeld. Streng omdat uiteindelijk aan slechts drie inzenders het predicaat werd toegekend. Dat was in andere jaren wel eens anders, alhoewel ik me ook herinner dat er zelfs een jaar is geweest dat niemand de titel kreeg.

Groot applaus dus ’s middags bij de openbare bespreking voor de nieuwe BMK-ers, Femke de Wit, Arold van der Aa en Willem Melching.

foto FEMKE DE WIT uit de serie ‘depression and agony’

Femke de Wit heeft met haar serie ‘Depression and agony’ een persoonlijk document gemaakt. De serie doet een beroep op het invoelend vermogen en zal bij de aandachtige beschouwer zeker de nodige emotie oproepen, los nog van de vraag of een letterlijk verhaal zich aandient. Dat hoeft ook niet, foto’s die alle antwoorden geven, zijn mijn inziens weinig interessant. De gekozen beeldtaal is krachtig en mysterieus tegelijk en voedt het zoekend karakter van de serie.

foto AROLD VAN DER AA met Jan uit de serie portretten

Arolds portretten hebben een rauwheid en een fijnheid tegelijkertijd. De fijnheid wordt verkregen door het gebruik van de technische camera en de techniek van natte collodium plaat. Het rauwe door de wijze waarop de personen in beeld zijn gebracht, zonder franje, eerlijk, puur zonder opsmuk of tierelantijnen, verwijzend naar karakter of persoonskenmerken. Een eigen beeldtaal met een tikje Stephan Vanfleteren, zo wist de jury te vermelden.

foto WILLEM MELCHING uit de serie ‘de helaasheid der dingen’

Er is een boek en film met de titel ‘de helaasheid der dingen’ van Dimitri Verhulst. Ik ben het boek nu aan het lezen. Dimitri Verhulst keert in zijn boek terug naar zijn geboortegrond. Je maakt kennis met zijn vader en zijn nonkels [ooms] die het zuipen tot het hoogst haalbare in het aardse bestaan hebben verheven met alle gevolgen vandien. Willem heeft het boek niet gelezen noch de film gezien maar vond het gewoon een leuke titel. Ondanks dat de foto’s geenszins de wereld van Dimnitri Verhulst laten zien is er een overeenkomst. De gelijkenis heet absurditeit. Willem toont ons op een bijna objectieve manier de banaliteit van de dingen die we doen, de dingen die we mooi vinden, de dingen die we belangrijk achten. Door zijn beelden te bekijken ontstaat er een ontspannen glimlach op het gezicht van de beschouwer. Maar je moet niet vreemd opkijken als even later er een frons boven de ogen verschijnt.

De jury dit jaar, allemaal bovenste beste professionals, waren: Corinne Noordenbos (fotograaf en hoofddocent KABK Den Haag), Claudia Küssel (curator FOAM), Reinout van den Bergh (fotograaf en curator foto en film Bredaphoto) en Hans Rooseboom (curator Rijksmuseum).

Ook van harte proficiat aan de kandidaat BMK-ers. Naast de drie hoogste laureaten werd nog aan 11 personen het kandidaat-BMK predicaat toegekend. Het is eigenlijk een tijdelijk BMK-schap. Deze kandidaat-BMKers zijn gedurende twee jaar volwaardig lid van de BMK en kunnen in die periode verder werken om het predicaat BMK te behalen. Het zijn Bas Berkhout, Diana Bokje, Yolanda Geldof, Janet de Graaf
(is reeds BMK 2012), Marcel Hoogendijk, Remco Molkenboer, Norman Post, Petra
van der Punt, Wouter Scheen, Albert Smit en Annelies van der Vliet.

het zou morgen zomaar kunnen

Tijdens mij loopje vanmiddag door de Achterhoekse dreven bedacht ik me dat het morgen zomaar zover zou kunnen zijn. Het zonnetje stralend, de fleece uit het jack, nauwelijks een zuchtje wind, zelfs de dunne trui was te warm. En morgen, nog meer, nog hoger. Zou het dan zover zijn. Nog voordat de lente echt zijn intrede heeft gedaan. De winter roert zich ’s nachts nog, temperaturen overigens die ook met ijsheiligen, 13 mei, nog kunnen. Dus daaraan hoeft het niet te liggen. Het gaat om de dag, niet de nacht. Wie zou dit jaar het sein geven, de Volkskrant mist zijn columnist die het talent had alle vrouwen van Nederland zo gek te krijgen. Nou ja, zo gek. Het is zo gek nog niet. De pantalon van de billen geschud, de blanke kuiten en voor de durfals zelfs een stukje dij open bloot voor de eerste zonnestralen én voor de schalkse en gedurfde blikken van hen die het loeren niet laten kunnen. Er schijnt ook een handige app te zijn. Voor vrouwen én mannen. De mannen downloaden deze app het meest blijkt uit onderzoek. Dat vrouwen de app ‘kortebroekenweer’ nauwelijks raadplegen lijkt me logisch. Nee, geef mij maar vrouwenbenenapp. Het voelt goed, de lente in aantocht. Van mij mag het, ook de lente ……..

13×13 BERLIN

Vanaf vandaag staat het boek 13×13 BERLIN op BLURB.COM

Het boek geeft een impressie van dertien fotografen die in oktober 2012 Berlijn gedurende vijf dagen ‘onveilig’ maakten. De 13 fotografen zijn lid van de landelijke gespreksgroep journalistiek van de Fotobond. Het zijn: Ton Mijs/Cobi Neeft/Anneth Bons/Carol Olerud/Wil
Vrancken/Frans Rentink/Peter van Tuijl/Harry Sikkenk/Frank Detrixhe/Janny
Wierenga/Wim Groeneveld/Willem Melching/Jan Hendrik van der Veen. De landelijke gespreksgroep telt op dit moment ruim dertig leden en komt jaarlijks vier keer bij elkaar om werk te bespreken. Daarnaast maakt een wisselende groep van ongeveer 15 fotografen een vijfdaagse reis naar een stad of gebied omdat fotografisch in beeld te brengen, ieder vanuit een eigen invalshoek.

Voor wie in het boek wil kijken: http://nl.blurb.com/books/4107403-13-x-13-berlin

honden op de richel

Wat beweegt deze honden om op de smalle richel te gaan lopen? Waar zijn hun bazen die hen voor een val behoeden? Volgt die tweede slaafs zijn voorganger? Met moeite vond ik in de oude doos (nou ja een foto uit 2010) dit beeld waar ik mijn verhaal aan kan ophangen. Jammer dat ik deze mooie labradors gebruik voor de vreselijke boosheid die ik in me voel. Ik ben namelijk een hondenliefhebber en onze laatste hond was Thomas, een pracht labrador. Eigenlijk had deze blog ’tuig van de richel’ moeten heten. Want daar gaat het me om. Met plaatsvervangende schaamte heb ik gisteren het verhaal van Femke Halsema aangehoord inzake de verrijking bij de voormalige grote scholenkoepel Amarantis. Vervolgens lees ik vanochtend, tot afschuw, het commentaar van de mooie meneren die naar eigen zeggen toch netjes binnen de normen van de wet zijn gebleven. Kennelijk is de wettelijke norm de enige norm voor deze mannen. Er is toch ook nog zoiets als een moreel normbesef. Bovendien zeker als je ‘de zaak onderwijs’ dient, mag je verwachten dat er iets van wat je vroeger als voorbeeldgedrag beschouwde, niet alleen bij docenten en directies aanwezig is maar ook bij de bestuurders. Bestuurders die in mijn ogen destijds niet meer wisten, zich niet meer beseften, welke zaak ze dienden. Dát ze een zaak dienden, namelijk de randvoorwaarden scheppen voor goed onderwijs. Op plekken waar grootheidswaanzin zichtbaar wordt is de ‘betrokkenheid bij de zaak’ niet meer aan de orde. In die gevallen dat zelfverheerlijking of zelfverrijking aan de orde zijn, is het zicht op de werkelijkheid totaal verloren gegaan. Fotografen zijn doorgaans mensen die ook een eigen werkelijkheid scheppen maar nagenoeg in alle gevallen ongevaarlijk voor de omgeving. Egotrippers met twee leasewagens, een OV-jaarkaart (1e klas daar ben ik van overtuigd) en zes jaar een adviseurschap met behoud van alle revenuen én salaris, zijn het slechtste voorbeeld dat jonge (en oude) mensen zich kunnen wensen. Met plaatsvervangende schaamte zo schreef ik hiervoor. Ik ben ruim 28 jaar eindverantwoordelijk schoolleider geweest, met veel plezier. Ik zou het zo weer doen. Het enige voordeeltje waarvan anderen en ook ik binnen de school van mochten profiteren was het zogenaamde fietsenplan. Met een belastingvoordeel een fiets kopen en dan heilig, d.w.z. schriftelijk verklaren, dat je minimaal 3 keer per week met de fiets naar school zou komen. O, ja de minimale afstand tussen woonplek en school moest dan wel 4 km zijn, anders moest je ‘om fietsen’. Als schoolleider werd ik geacht daarop toe te zien. Ik heb nooit bij de poort gestaan om te turfen of Piet of Mariet voor de tweede of derde keer die week met de fiets was. En misschien ben ik ook weleens in gebreke gebleven en met slecht weer of geen zin de auto gepakt, mijn eigen auto wel te verstaan. Van het budget van het ministerie werd jaarlijks een klein bedrag gedoteerd aan het personeelsfonds voor een extra borrel of als bijdrage aan het Kerstpakket à 7 euro vijftig. Ik wil me zelf en vele anderen niet op de borst kloppen. Hier en ook op heel veel andere plaatsen, op nagenoeg alle plaatsen in het Nederlandse onderwijs, is zelfverrijking niet aan de orde of aan de orde geweest en zijn en worden geen guldens of euro’s over de balk gesmeten maar netjes gebruikt. Des te belangrijker is het dat deze mooie meneren hun straf niet ontlopen. Als de wettelijke norm niet toereikend is, zouden ze zich in ‘shame’ als verstotenen moeten gedragen in plaats van te kakelen dat ze niets te verwijten valt en netjes binnen de normen zijn gebleven. Ik realiseer me dat ik de foto van de labradors misschien niet had moeten gebruiken. Dat ik geen ander bijpasend beeld had is feitelijk ook al geen argument. Misschien kan ik mezelf overtuigen door het feit dat ik de indruk heb dat de tweede hond de eerste hond slaafs volgt. Dat is kennelijk ook het geval geweest bij Amarantis. Je hoopt dat ergens in een organisatie er een laag is waar het besef is dat iets echt niet kan en dat het kritisch vermogen en het lef dan dusdanig zijn dat dergelijke misstanden aan de kaak worden gesteld. Maar ja, wellicht was dat kritische vermogen er wel maar reikte de macht van de bestuurders zover, waren de democratische mogelijkheden zo beperkt en was de werksfeer zo verziekt dat weldenkende mensen geen poot aan de grond kregen. Misschien had de scholengroep beter gedijt onder de naam Amarilis. De Amaryllis is namelijk een bescheiden potplant die als ze goed verzorgd wordt jarenlang steeds opnieuw bloeit. Want dat is wat je het onderwijs gunt!

INTERNETLIFE

Vanmiddag, op mijn dagelijkse 1-uurs wandeling moest ik plotsklaps denken aan Eric de Pauw. Eric is vorig jaar, op 1 januari, plotseling overleden. Van mijn leeftijd, veel te jong gestorven. Waarschijnlijk blijf je daar zo over denken, zelfs als je de tachtig gepasseerd bent. Eric is een Eindhovense fotovriend uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. In 1989 verhuisde ik naar de Achterhoek en zagen we elkaar niet meer. Eric raakte bovendien van de fotografie af. Per toeval liepen we ergens in 2007 elkaar tegen het lijf, in Eindhoven. Een leven verder, er was veel gebeurd in het leven van Eric. Gelukkig had hij het weer redelijk op de rij. Ja, hij was ook weer een beetje aan het fotograferen. Goh, Eric opperde ik, je hebt destijds je BMK gehaald, waarom kom je niet eens naar de bijeenkomst toe. Lekker ouderwets. Ja, ja, hij zou er wel eens over denken, bovendien hij was eigenlijk maar weer net begonnen. Wat je goed hebt gekund, verleer je niet, probeerde ik nog. Verschillende mails en telefoontjes later, ergens in 2009, was Eric present. Met een serie van kapelletjes op heel verschillende plekken gefotografeerd, maar wel allemaal in België, waar anders?

Het fotografievirus had opnieuw toegeslagen, voorgoed leek het. We hadden regelmatig contact en trokken er af en toe ook gezamenlijk op uit zoals de 1 mei viering in Antwerpen en de paardenprocessie in Hakendover. Het was als vanouds, grappen en grollen maar ook met het idee dat de foto’s die we maakten iets te verbeelden hadden. Eric maakte plantte zijn foto’s op zijn website. http://photoericdepauw.webklik.nl

Eenvoudig maar de moeite van het bekijken waard. Toen, maar ook nog nu. Want eenmaal op het worldwideweb blijf je doorleven, je internetleven overleeft alles en iedereen, zelfs jezelf. Voor hoelang heb je zelf niet (meer) in de hand. Zelfbeschikking en internet, een contradictie lijkt het.

Zelfportret Brussel(B) 1983 Polaroid SX70

blauw schaap, eric de pauw ….. still on the internet

NIEUW BOEK EL RAVAL

een kijkje nemen in het boek !!

Joan Colom maakte
van 1958 tot 1962 heel veel foto’s in de wijk El Raval, destijds een beruchte
rosse buurt in Barcelona. Een buurt waar het dagelijks leven zich grotendeels
op straat afspeelde en niet in de grootste rijkdom. De wijk is er in de jaren
nadien niet beter op geworden, niet alleen de hoeren en de pooiers hadden er
hun domicilie maar ook de drugsdealers en ander crimineel gespuis vond er hun
plek. Met het toenemend toerisme in Barcelona diende ook deze wijk geschoond te
worden. Een belangrijke reden daartoe was de ligging van de wijk. El Raval
begint feitelijk waar de Rambla ophoudt. Een wijk met een dergelijk laag allooi
was zeker geen visitekaartje voor de Rambla, als de meest druk bezochte
toeristische trekpleister. Eind jaren tachtig nam het stadsbestuur dan ook het
heft in handen om de buurt te vrijwaren van gespuis en een ander aanzien te
geven. Van een ‘No-Go-Area’ moest het een hippe wijk worden, met kunstenaars,
kleine ambachtslieden, galeries en kleine leuke winkeltjes. De wijk is sindsdien
inderdaad een stuk veranderd, er staat zelfs een prachtig modern museum (MACBA)
en verschillende jongeren en yuppies hebben er een plek gevonden. Maar toch, de
belwinkels, in groten getale aanwezig en bevolkt door Pakistani, Indonesiërs en
Roemenen, doen nog steeds afbreuk aan het door het stadsbestuur zo gewenste
hippe beeld. En voor wie wat dieper in de wijk doordringt zal nog steeds de
dames van lichte zeden tegenkomen, met steevast een hand- of schoudertas op de
verschillende hoeken van de straat. Anno 2010 is El Raval een wijk waar in het
straatbeeld moderne architectuur, gerestaureerde gebouwen en hippe tentjes
gecombineerd worden met yuppies, jongeren, hoeren, zwervers en andere gewone en
bijzondere mensen van eenvoudige komaf. Een ‘No-Go-Area’ is het niet meer,
zeker niet overdag. Maar met het vallen van de duisternis gebeuren er hier en
daar nog steeds zaken die het daglicht maar moeilijk verdragen. Vijftig jaar
nadat Joan Colom met zijn verborgen camera, de Rollei, door de straten van El
Raval zwierf, slenterde ik met regelmaat
van de klok door deze wijk, gewapend met mijn qua omvang bescheiden Ricoh en
kleine Fujifilm om iets van de hedendaagse sfeer vast te leggen. Een sfeer
waarin de romantiek van het oude volkse Raval van Joan Colom nog steeds
zichtbaar is.

Ik maakte de
foto’s in 2008, 2009, 2010 en 2012. . In maart en april 2013 gaat de
‘huiskamergroep F10’, een internationaal gezelschap fotografen, exposeren in
Foto 21 in Bredevoort. Daar laat ik een aantal foto’s van El Raval zien die ook
in dit boek zijn opgenomen.

na vijf jaar

Dit is een foto van Rudi Kleingeld, gemaakt op IJsland. Rudi heeft flink wat foto’s op IJsland gemaakt en mij er vijf toegestuurd. Beelden gedrukt op baryt. Ik heb nog eens gegoogeld naar IJslandfoto’s om de veronderstelling bevestigd te krijgen dat Rudi bijzonder persoonlijke beelden heeft gemaakt. Vijf jaar geleden behoorde Rudi tot mijn mentorgroep van Fotoclub Zwijndrecht. Een gerenommeerde club toen en ook nu nog, een rijke historie, eigenzinnige fotografen en als klap op de vuurpijl ook nog een eigen huis als clublokaal. Met een flink aantal leden gekocht. Waar vind je dat nog, misschien nog in België. O, ja ook in Sommelsdijk, die club heeft ook een eigen onderkomen alhoewel ik niet weet of het door de club zelf gekocht is. Goed, terug naar Rudi. In januari 2008 zag ik wat foto’s van hem, ichte en donkere foto’s, composities en techniekstudies. De donkere foto’s hadden iets van geheimzinnigheid, het was alsof hij, in zijn foto’s, de duisternis aftastte. We formuleerde samen een opdracht voor de mentoraatsperiode en Rudi ging door met de donkere foto’s en zou gaan proberen om daar een bepaalde sfeer en gevoelswaarde in te leggen. Het mentoraat duurde een maand of acht. Ruim een jaar geleden stuurde hij een aantal foto’s onder andere landschappen en interieuropnamen in musea van volkerenkunde. Vorige week kreeg ik dus vijf barytdrukken met het IJslands landschap. Niet gezocht naar het obligate van het IJslands landschap maar een eigen interpretatie van het donker en het licht, de ruimtelijkheid, de vormen, de geheimzinnigheid. Heel goed gedaan en boeiend! Je ‘voelt het landschap als het ware door de foto heen’. Een landschap dat meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Rudi mag trots zijn en als mentor voel ik me steeds heel plezierig als blijkt dat het goed gaat met oud-cursisten!

DILEMMA

Afgelopen zaterdag werd de zilveren camera 2012 uitgereikt aan Eddy van Wessel, althans aan een vriend van hem want hij was zelf in Zweden, fotograferen natuurlijk. Verdiende beloning voor een serie van 8 foto’s over de slachtoffers van een bombardement op de Syrische stad Aleppo. Behoudens één foto waar een slachtoffertje, een jonge jongen, – kind nog -, het ziekenhuis in wordt gedragen zijn het beelden die niet het meest afschuwelijke in beeld brengen. In gedragen zwart-wit beelden, zonder extremiteiten, maakt hij ons deelgenoot van een vreselijke burgeroorlog.

Ruud Visschedijk, directeur van het Nederlands Fotomuseum [Rotterdam], vertelde als voorzitter van de jury dat de keuze onomstreden was. Bij deze persfotoprijs gaat het om het beeld én de nieuwswaarde. En wat mij betreft zit daar een spanning. Wat prefereert? Het beeld, de inhoud of de nieuwswaarde. En speelt dan de belangrijkheid van het nieuwsfeit ook nog een rol bij de keuze.

Dat soort vragen speelde afgelopen week ook toen ik als jurylid mocht optreden bij de Gelderse Nieuwsfoto 2012, zeg maar een soort van ‘kleintje’ Zilveren Camera op provinciaal niveau. Jan Terlouw (oud-politcus, schrijver en voorzitter van de jury), Gerard Wessel (fotograaf, Amsterdam) en Erik Gruythuijsen (directeur ANP) en ik, als Gelderse fotograaf, beoordeelden ruim 400 foto’s in zes categorieën. Per categorie 3 geselecteerde foto’s aangevuld met nog 12 nominaties. Naast deze 30 foto’s nog 3 series (minimaal 4 maximaal 8 foto’s) uit een inzending van 36 series. Bij de series was plaatsing in krant, weekblad of anderszins geen vereiste in tegenstelling tot de losse foto’s. Ingezonden foto’s diende in de krant/internet/weekblad te hebben gestaan en moesten nieuws zijn. Nieuwsfoto’s in Gelderland gemaakt. Uiteindelijk selecteerden we fraaie series en winnaars in de zes categorieën. De jury was uiteindelijk eensluidend over de definitieve keuze. Alhoewel daar de vragen m.b.t. beeld en nieuwswaarde ook al speelden. Bij de toekenning van dé Gelderse Nieuwsfoto, zeg maar de winnaar over alle categorieën, kwamen die vragen nog verder uitvergroot aan de orde. Bovendien de vraag naar de belangrijkheid van het nieuwsfeit. Is landelijk nieuws meer hot dan Gelders nieuws of moet je juist dat regionale een plus geven. Bij de Zilveren Camera werden de mondiale nieuwsfoto’s uiteindelijk beloond. Hoe dat in Gelderland is blijft nog even geheim. De prijsuitreiking is op 13 maart in het Provinciehuis in Arnhem.

Stephan Vanfleteren werd de met deze portretfoto van Rem Koolhaas [architect] winnaar van de nationale portretprijs van de Zilveren Camera. Vanfleteren is één van mijn favoriete fotografen. Zijn werk herken je op kilometers afstand en hij weet te boeien met eerlijke karakterschetsen. Dus de prijs is verdiend, wat mij betreft. Alhoewel dat er in dit geval weinig toe doet, maar ik wil het gewoon gezegd hebben. Ik vroeg me wel af wat de waarde is van het feit dat Rem Koolhaas geportretteerd is. Niet de eerste de beste, toch. Wat als Stephan Vanfleteren de voorzitter van de plaatselijke biljartvereniging ter gelegenheid van zijn 40 jarig voorzitterschap had gefotografeerd. Ongetwijfeld net zo’n pracht beeld (je ziet, hij is echt een van mijn favorieten) maar waarschijnlijk geen nationale portretprijs. Om de woorden van Ruud Visschedijk enigszins te nuanceren ‘hoe omstreden is onomstreden?’

ANDY: LASTIGE FIGUUR

ANDY is weer eens lastig en nauwelijks in toom te houden ………..

Andy is wat je zou kunnen noemen een lastige klant. Iemand die in de contramine is. Niks is goed, alles verkeerd. Elke poging om het ook voor Andy prettig te maken mislukt. Wat een eikel. Dat wordt op een gegeven moment ook de anderen teveel. Er is altijd wel iemand die te hulp schiet en probeert de ‘leider’ te helpen. Ja, het is de vraag of dat goed is. Wordt daarmee misschien dat laatste restje gezag van de leider ook nog onderuit gehaald. Andy maar negeren of zelfs de gang op sturen. Het argument dat de sociale dienst ook voor hem voor het volgen van de cursus betaald heeft, vrijwaart hem een gang naar buiten. Kortom niks mee te beginnen.

De toon was gezet. De ongeveer 30 bondsmentoren van de Fotobond waren gisteren bijeen voor een studiedag. Ervaren mentoren en zij die afgelopen jaar waren afgestudeerd voor de leergang Fotoreflectie wisselden ervaringen uit en probeerden samen een lijn te ontwikkelen voor de gewenste aanpak van Andy. Andy was Ab Peij, een professionele trainer/adviseur die, weliswaar sterk uitvergroot, een figuur neerzette die je bij tijd en wijle in de fotoclubs tegenkomt. Dus ‘les in groepsdynamica’ en ondanks dat je in pakweg anderhalf uur natuurlijk niet een geleerde bent in processen die zich af spelen én kunnen spelen in groepen met mensen, toch een betekenisvolle start van deze studiedag. Bondsmentor Jan Ros ging daarna in op de profilering van de mentor en wat er idealiter in de gereedschapskist van elke mentor zou moeten zitten. Zoals het hoort, hij stelde de vragen en in de groepen werd stevig van gedachten gewisseld. Gedachten die wij meenemen naar de taakgroep Opleidingen en Sprekers van de Fotobond om de educatie binnen de fotobond nog verder te ontwikkelen. Want daar is het tenslotte allemaal om begonnen. De vrijetijdsfotografie op een hoger plan brengen.

Na Andy en Jan kwam Rik Suermondt. Rik Suermondt studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1987 is hij actief als freelance fotohistoricus. Hij doceert fototheorie aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en AKV/Academie St. Joost in Breda. Hij schreef vele boeken en recent Het Nederlandse Fotoboek (Rotterdam 2012). Hij houdt lezingen en cursussen over geschiedenis van de fotografie, met raakvlakken naar de beeldende kunst. Het Nederlandse fotoboek heeft al sinds midden jaren tachtig zijn grote interesse. [www.riksuermondt.nl].

Het mag duidelijk zijn dat Rik een uitstekende afsluiting was voor een leerzame dag. Bovendien de contacten tussen de mentoren is ook heel belangrijk als het gaat om uitwisseling en delen van elkaars ervaringen.

Rik Suermondt tijdens de lezing …. HET NEDERLANDSE FOTOBOEK

ANDERS PETERSEN soho

Vanochtend in de Volkskrant één van mijn favoriete fotografen, de ‘oude’ meester Anders Petersen (1944). Afgelopen jaar dwaalde hij drie maanden door de straten van Soho om te ontdekken of er nog iets over is van de vergane glorie van weleer. D.w.z. zijn ze er nog de messentrekkers, revolverhelden, hoeren, pooiers en dranklustigen of is soho een brave doorsnee wijk geworden. Anders Petersen zoekt het op en met zijn rauwe beeldtaal vangt hij het ruige Londense Soho.

De moeite waard van het zien en kopen van het boek!

2012 achter ons, een nieuw jaar in het verschiet

Iedereen die mijn blog bezoekt (en ook iedereen die dat niet doet), wens ik toe dat 2013 een prachtig jaar wordt gevuld met gezondheid, geluk, vriendschap, liefde. En dan maakt het niet uit of je gisteren wel of niet vuurwerk de lucht hebt ‘ingeknald’ als je ze nog maar allemaal op een rijtje hebt. En ook niet of je je staatslot met die 30 miljoen nog voordat de eerste champagnefles knalde alweer in de prullenbak hebt gekeild. Maar die kus van je geliefde die blijft van waarde, net als de mooie gemeende wensen. Op het scheiden van het oude jaar, mijn fotografische waarnemingen, aan het papier toevertrouwd. Twee blurbboeken. Voor wie wil kijken:

http://nl.blurb.com/books/3948206 en http://nl.blurb.com/books/3953872

de waarheid en niets dan de waarheid

De andere waarheid

Ik prijs me gelukkig dat ik fotograaf ben. Kan ik tenminste met recht de werkelijkheid anders voordoen zonder deze geweld aan te doen. Fotografie is het medium dat niet liegt maar ook geenszins de waarheid ontvouwt. Die tweeslachtigheid, dat dubbele is het dat me in de fotografie juist aanspreekt. Anders wordt het als de geloofwaardigheid in het spel is als er gedraaid en gekonkelfoesd wordt zoals in de uitleg van de heren Lubbers en Verhagen. Nu bij zijn afscheid vindt Verhagen het de moeite waard om nog eens te benadrukken dat de gedoogconstructie van Rutte-I niet zijn idee was. Na de ‘val van het CDA’ en hij opstapt wast mijnheer Verhagen zijn handen in onschuld. Althans dat wil hij doen geloven. Ik herinner me nog de krokodillentranen op het CDA congres destijds. Hoe moet ik die nu plaatsen. Nee het was de grote leider Lubbers die het allemaal veroorzaakt had, het CDA op het verkeerde been had gezet. Nou ben ik de laatste die wil beweren dat Lubbers niet af en toe het verkeerde been vooruit heeft gezet maar een historicus als Verhagen zou de volgtijdelijkheid der gebeurtenissen wat beter in de hand moeten houden. Enfin, ik heb Verhagen altijd uit verschillende monden horen spreken, dus het verrast me nauwelijks. De geloofwaardigheid van de politiek is allang niet meer aan de orde wat mij betreft. Behalve Emiel, onze Emiel, daar heb ik een zwak voor. Als de prijs voor beste politicus van het jaar een prijs was voor eerlijkheid en betrouwbaarheid dan had Emiel met glans gewonnen. Gisteravond een indrukwekkende documentaire waarin onhandigheid en eerlijkheid samenging met het gepiepeld worden door gewiekste maar allesbehalve eerlijke ‘vrinden’. Emiel doe niet mee aan het gevecht in de slangenkuil en eens zal je beloond worden. Is het niet hier dan wel in de hemel. Alhoewel na de hernieuwde uitspraken van de Paus wil je daar misschien ook liever niet zijn. Je treft er alleen maar hetero’s en dan misschien nog niet eens die van het beste soort. Hij verleent gratie aan zijn butler, die steelt, en verwerpt de liefde die streelt. De mensen van dezelfde kunne wel te verstaan. Het is een soort van ontkenning van de werkelijkheid, een je boven de schepping plaatsen die volgens de geloofsleer toch van God is. Ben je nog wel betrouwbaar als je zulke uitspraken doet, vraag ik me af. De geloofwaardigheid van een Paus zou wat mij betreft veel groter mogen zijn, net als die van een aantal politici. Verhagen en Rutte zouden beiden, als historici, moeten weten dat ‘als is een leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’. Een mooie kerstgedachte lijkt me. ‘Liegen mag alleen als je zeker weet dat het waar is’.