Alicante of Rundumhausen

Nog ver voordat ons trof wat ons treft had ik een aardig appartementje in Alicante geboekt om daar tijdens de Goede Week te zijn. Begin maart kriebelde het nog maar een goede week later was dat snel passé en was de trip geannuleerd.

Sindsdien treft ons het intelligent thuisblijven met af en toe een frisse neus. Ik wandel of fiets dagelijks wat in de buurt. Enkele weken geleden trotseerde ik nog de Duitse grens en maakte ik uitstapjes naar Emmerich en Wezel.

Emmerich just before the border corridor | © all pictures Peter van Tuijl
Wezel also before the border corridor

Nu is de reikwijdte letterlijk verder ingeperkt tot slechts een straal van pakweg 8 kilometers. Dus ik beweeg me al een poosje op de diagonaal van de leegte.

de diagonaal van de leegte

De diagonaal van de leegte is een complex element. In een veelhoek kun je afhankelijk van het aantal hoekpunten twee of meer diagonalen trekken. In bijvoorbeeld een rechthoek of vierhoek twee, maar in een tienhoek al  35 en als we er echt een schepje bovenop doen -in bijvoorbeeld een honderdhoek- dan heb er al bijna vijfduizend. De veelhoek die bijna overgaat in de cirkel zijn er bijna oneindig veel diagonalen. Maar ‘op-het-moment’ dat de veelhoek een cirkel wordt is er geen enkele diagonaal meer. Daar waar oneindig en nul naast elkaar bestaan is er leegte.

letters, words and stripes – Emmerich

Ook nu in deze tijd lijken uitersten naast elkaar te bestaan. Virologen werken zich te pletter om het virus te doorgronden, de artsen en verpleegkundigen om het verschil te maken tussen leven en niet-leven en wij houden afstand van anderhalve meter van anderen, zelfs van onze buren en familieleden. Ik maak nu foto’s die weinig van doen hebben met de fotografie die ik normaliter ‘bedrijf’ maar veel meer van doen hebben met het fenomeen van de leegte. De stilte van het landschap, het voelen van het licht of het tastbaar maken van een schaduw. Rondom het huis in het oneindige van de leegte, maar ook daar voel ik me wel bij. Hopelijk gaat het u en de uwen in deze vreemde tijd nog steeds goed! Dat wens ik u in ieder geval van harte toe!

the virtual tree just at the Dutch boarder
the diagonal of the void, Dinxperlo

DOEN WAT WE KUNNEN

JUIST IN DEZE TIJD !

coronakroniek door Jonah Falke

oncoloog Koen Reijnders | © Peter van Tuijl

Reijnders zegt dat hij tot ‘loopjongen’ is verworden. Sommige mensen worden nooit ‘oud.’ Reijnders heeft iets jongensachtigs als hij spreekt. ‘De ene helft van de medewerkers werkt keihard, zij hebben verstand van corona, wij doen wat we kunnen om ze te ontzien.’

We staan bij de ingang van de spoedeisende hulp naast een partytent. Het is een triage-tent geworden waar de covid-verdachten zich melden. Een bewaker houdt een oogje in het zeil, verpleegkundigen in beschermende kleding lopen af en aan. ‘Een soldaat vecht en ik zorg,’ zegt chirurg en oncoloog Koen Reijnders opgewekt. ‘Ik denk er niet over na. Dat is iets natuurlijks.’

We gaan het ziekenhuis in. ‘Er is geen dronkenlap met een gat in z’n kop nu. Die bestaan niet meer en dat is heel raar hoor,’ zegt hij zacht en verwonderd. Dan begint hij te lachen. ‘Het mooie van dit alles is dat het niet over concurrentie gaat. Iedereen doet een stap terug of opzij, dat creëert samenhorigheid. Je komt er weer achter waarom je dit werk wilde doen.’

De gangen zijn verlaten maar achter de deuren, die met afzetlint zijn beplakt, gebeurt het allemaal. De onheilspellende stilte in het oog van een orkaan. ‘Dit is mijn poli, normaal zit het hier helemaal vol.’ Er is niemand. Ik vraag hoe lang die stilte nog kan duren. ‘Uiteindelijk is corona een ziekte waar 90% van de mensen bijna geen last van heeft. Van de mensen die ernstig ziek worden overleeft de helft het niet. Voor een relatief kleine groep mensen zet je de hele wereld stil. Terwijl de secundaire patiënten langzaam allemaal slechter worden. Denk aan vaat of kanker patiënten. Als je niet vastloopt op je ziekte, moet je drie maanden wachten, en daar word je heel zenuwachtig van. Ik ben de hele dag aan het bellen met patiënten om ze gerust te stellen. Gelukkig kan ik nog borst en darmkanker operaties uitvoeren, maar dat is het dan ook. Op een gegeven moment gaan mensen het niet meer accepteren, zowel patiënten als professionals.’

We lopen verder en komen snel tot de kern van zijn beroep: ‘De politiek zegt: Wie moet dan beslissen wie er wel of niet behandeld wordt?” Ik kan u vertellen, dat is mijn werk. Ik voer wekelijks zulke gesprekken. Dat is niet omdat wij God spelen maar omdat wij rationeel willen zijn in wat je iemand nog wilt aandoen. Als een behandeling niet baat, moet je hem niet uitvoeren. Ik ben gek op dat systeem en valse hoop haat ik. Dat klinkt misschien hard, maar zo bedoel ik het vooral niet. Ik ben dit gaan doen omdat ik hou van mensen, maar juist omdat je van ze houdt moet je tegen een ernstig zieke vrouw van negentig kunnen zeggen: geef uw familie een knuffel en ga lekker naar huis, want deze behandeling is een brug te ver voor u. Het gaat om zelfbeschikking en compassie. Maar ik denk dat we net onder zo’n piek door zullen zeilen. Maar wie ben ik,’ zegt hij lachend. ‘Een domme chirurg. Het is mijn wens.’

In een lege gang doemt er een meisje van een jaar of zes op. Ze heeft vuurrood haar en kijkt verloren. Maar ze is niet verdwaald, om de hoek zit haar vader. Reijnders groet ze glimlachend en loopt dan verder.

In een kantoortje tref ik een collega van Reijnders, chirurg Ton van Engelenburg. We spreken verder over de gevolgen voor secundaire patiënten. Hij zegt: ‘Ik ben net een bezig geweest met het inroosteren van een jonge patiënt. Hij heeft een tia gehad en moet een halsslagader-operatie hebben, die kon er niet in, want de patiënt moet daarna naar de IC. Maar als we die niet doen, krijgt hij straks een beroerte, dat wil je niet. Gelukkig kon hij toch geopereerd worden; er was nog één plek vrij op de IC.’

Op weg naar de uitgang vraag ik Reijnders wat hij zo mooi vind aan zijn werk: ‘Je moet niet overdrijven, meehuilen, maar wel laten zien dat het je echt wat doet, anders zit je in de verkeerde business. Waarom krijgt de ene iets wel en de andere het niet? Dat is veelal pech. En zulke mensen wil ik verzorgen.’

De relativering en rust die ik hoopte aan te treffen, vond ik. Dit ziekenhuis is dé plek voor medemenselijkheid maar het is geen plaats van valse hoop. De mensheid is niet te redden, maar de mens an sich soms wel voor een tijdje.  

de ingang van de triagetent | © Peter van Tuijl

Dit artikel verscheen 14 april in de Gelderlander.

Tekst Jonah Falke | Fotografie Peter van Tuijl